- Corona , Mensen
- 28/04/2020
“Ik neem nu thuis colleges op”
Het thuiswerken in coronacrisistijd wordt langzaam ons nieuwe normaal. We leren omgaan met de veranderde kaders en onze valkuilen in deze situatie, vinden thuis steeds beter onze weg en missen de campus en elkaar intussen als nooit tevoren. Cursor belt regelmatig met een mede-thuiswerker om te horen hoe het gaat. Vandaag: Federica Eduati, universitair docent bij Computational Biology, die probeert te begrijpen waarom kankerpatiënten verschillend reageren op behandelingen - terwijl haar tien maanden oude zoontje in de kamer ligt te spelen.
Eigenlijk heeft Federica Eduati geluk dat ze vooral theoretisch onderzoek doet. “Dat maakt het uiteraard eenvoudiger om thuis te werken. Ik maak wiskundige modellen die beschrijven hoe cellen van kankerpatiënten zich gedragen tijdens een behandeling. Het is bekend dat patiënten daarop verschillend reageren; dat is één van de redenen waarom het zo moeilijk is om kanker te genezen.” Ze werkt overigens wel samen met experimentatoren hier op de universiteit en met het Nederlands Kanker Instituut (NKI), en ook met artsen van het Catharina Ziekenhuis. “Op langere termijn zijn we afhankelijk van laboratoriumwerk van het NKI. Daar zijn ze nog wel aan het werk, maar ze vorderen langzamer dan normaal.”
Ook haarzelf kost het moeite om haar normale werktempo aan te houden, aangezien ze thuis werkt in gezelschap van haar tien maanden oude zoontje Alessandro en haar vriend, die bij ASML werkt. “Hij doet net als ik vooral modelleerwerk, maar toch hebben we allebei veel online vergaderingen. In principe delen we de dag daarom op in tweeën.” Degene die niet hoeft op te passen, mag gebruikmaken van de kleine studeerkamer op de tweede verdieping, terwijl de ander mag proberen om wat werk gedaan te krijgen in de woonkamer, vertelt ze.
“We proberen zo flexibel mogelijk te zijn. Ik heb soms vergaderingen waarbij ik voornamelijk moet luisteren, en dat gaat prima terwijl ik een oogje op de baby houd.” Online vergaderen heeft wel als voordeel dat je geen tijd kwijt bent aan reizen, beseft de Italiaanse onderzoeker. “Ik kan direct overstappen van een gesprek met mensen van het ziekenhuis naar een vergadering met collega’s van de universiteit. Dat is natuurlijk wel heel praktisch. Ik kan me dan ook voorstellen dat we ook als deze situatie voorbij is wellicht wat vaker online blijven vergaderen.”
Eduati, die twee jaar geleden aan de TU/e is komen werken, woont in een ‘typisch Nederlands’ huis in de Eindhovense wijk Stratum. “Drie verdiepingen en gelukkig een tuintje. Ook kunnen we gebruikmaken van de grotere tuin van de naastgelegen sportschool. Die is nu toch dicht, dus wij mogen daar recreëren. Dat is heel fijn.”
Zowel de universitair docente als haar vriend komen uit het noordoosten van Italië, een gebied dat aan het begin van de corona-pandemie zwaar werd getroffen. “Mijn ouders en schoonouders wonen niet ver van Venetië”, vertelt ze. “In Italië is nu nog een volledige lockdown, hoewel er nu plannen zijn om de maatregelen wat te verlichten. Ik verwacht dat de fabrieken binnenkort weer opengaan, maar de scholen zullen tot na de zomer dicht blijven.”
Ze vindt dat andere Europese landen geluk hebben gehad, omdat die door de situatie in haar thuisland doordrongen zijn geraakt van de ernst van de pandemie. “In Italië hebben ze eerst lichtere maatregelen geprobeerd, zoals ‘social distancing’, maar het lijkt erop dat de bevolking dat niet serieus genoeg heeft genomen. Social distancing past natuurlijk ook niet bij Italianen; wij zijn in het algemeen erg close met onze ouders en grootouders.”
Videogesprekken
De grootouders van haar zoontje kwamen voor de crisis regelmatig naar Eindhoven, vertelt ze, aangezien er een goede en goedkope vliegverbinding was tussen Venetië en Eindhoven. “Nu dat niet meer mogelijk is, proberen we dat te compenseren met dagelijkse videogesprekken. Dat hebben ze echt nodig om positief te blijven; ook als de lockdown minder streng wordt, zullen ze zoveel mogelijk thuis moeten blijven omdat ze vanwege hun leeftijd tot de risicogroep behoren.” Afstand is overigens wel een relatief begrip geworden. “Mijn broer woont vlakbij mijn ouders, maar daar kunnen ze nu uiteraard ook niet mee afspreken.”
Colleges
Eduati begeleidt nu vanuit huis een promovendus, twee masterstudenten en twee bachelorstudenten. “Ik had altijd wekelijkse bijeenkomsten met mijn studenten; die doen we nu online. Daarnaast moedig ik ze aan om contact met me op te nemen als dat nodig is. Dat kost wat meer tijd, maar het lijkt goed te werken.” Ook geeft de Italiaanse momenteel het vak Oncology. “Daarvoor neem ik nu thuis colleges op, daarnaast zijn er ook colleges van TU/e-collega’s en artsen van het Catharina Ziekenhuis, sommige live en andere opgenomen. Dat is best wat gedoe om te organiseren, moet ik zeggen. En het is een OGO-vak, dus de studenten moeten ook online in groepjes bij elkaar komen om een project te bedenken en uit te voeren.”
Werken wordt waarschijnlijk binnenkort wat eenvoudiger voor Eduati en haar vriend, nu de kinderopvang weer open gaat. “Alessandro ging drieënhalve dag naar de opvang, dus we hopen dat dit straks weer kan. Al moet ik zeggen dat hij de afgelopen weken een fijn ritme heeft ontwikkeld, met goede nachten en regelmatige slaapjes overdag. We hopen dat dit zo blijft als hij weer naar de opvang gaat!”
Discussie