“In mijn thuiskantoor ben ik de baas”
Het thuiswerken in coronacrisistijd wordt langzaam ons nieuwe normaal. We leren omgaan met de veranderde kaders en onze valkuilen in deze situatie, vinden thuis steeds beter onze weg en missen de campus en elkaar intussen als nooit tevoren. Cursor belt elke dag met een mede-thuiswerker om te horen hoe het gaat. Vandaag Lada Hensen Centnerová, docent en operational director van het Smart Buildings and Cities PDEng-programma. Op haar steeds warmer wordende thuiswerkplek op zolder wordt ze dagelijks herinnerd aan haar werkveld thermische behaaglijkheid.
Elk nadeel heeft zijn voordeel, en als je een beetje positief bent ingesteld, wat het geval is bij Lada Hensen Centnerová, dan maak je van de nood een deugd. Ze brengt haar thuiswerkdagen - vier per week - door op de zolder van haar huis. En daar is geen airconditioning voorhanden, zoals op haar kantoor in Vertigo wel het geval is. “Hier ben ik de enige in de ruimte met wie ik rekening hoef te houden qua klimaat”, zegt Hensen Centnerová. “Je weet wat je moet doen om behaaglijk te kunnen werken. In mijn thuiskantoor ben ik de baas.”
De van oorsprong Tsjechische begon met thuiswerken in maart in een warme trui, maar inmiddels zit ze in korte mouwen op de zolder. “Huizen werden ontworpen op koude periodes; hoe houd je de warmte binnen en gebruik je zo min mogelijk energie? Met de opwarming en steeds warmer wordende zomers verschuiven de problemen zich. Onder meer naar mijn warme zolderkamertje”, zegt ze met een lach. “Die is geïsoleerd, maar dat houdt de warmte niet genoeg buiten.” En airconditioning komt er zeker niet in - want allesbehalve duurzaam.
Tropenrooster
Hensen Centnerová schreef onlangs een blog op LinkedIn over haar thuiswerksituatie in combinatie met haar vakgebied. Daarin geeft ze onder meer tips over hoe je het wél koeler kunt krijgen in huis, maar als deze situatie ook richting de zomer voortduurt, zal zij volgens een tropenrooster gaan werken: “Dan begin ik gewoon om 5.30 uur. Een PDEng-trainee heeft al laten weten dat hij zich bij mijn voornemen aansluit.”
De thuiswerksituatie van de docent is als volgt: haar man - emeritus hoogleraar Jan Hensen - Skypet veelal aan de eettafel en zij trekt zich terug op zolder als ze moet bellen. “Ik had twee weken voor de universiteit dichtging een headset gekregen en die in een lade gelegd. Die ben ik vergeten mee te nemen naar huis.” Een verdieping lager studeren hun zoons van 15 en 17 jaar, een zit in 4 havo, de ander in het eerste jaar van Fontys. “Geen eindexamenkandidaten bij ons gelukkig.”
Hensen Centnerová begeleidt projecten bij eerste- en laatstejaars bachelorstudenten en afstudeerders bij Bouwkunde. “Ik geef geen colleges. Twee weken geleden hebben onze studenten via Conferences in Osiris presentaties gegeven van hun projecten. Het verbaast me hoe makkelijk alles is gegaan. Alles is vrij snel online gegaan.”
Reistijd
En dat online vergaderen heeft ook z’n positieve kanten, heeft ze ervaren. “Ik ben voorzitter van de redactieraad van een vaktijdschrift en daarvoor ga ik eens per maand naar Woerden voor een vergadering. Ik merk dat dit online ook heel prima gaat. In de toekomst zullen we dit vaker doen, dan hoeft je niet te reizen.”
Ondanks de positieve inslag - “als je op kantoor bent, heeft dat voor- en nadelen, thuis heb je die ook. Je moet er het beste van maken”- wil de docente graag weer naar de universiteit. “Ik mis de korte gesprekken met collega’s, je gaat niet zomaar met iedereen skypen om bij te kletsen. Op ons kantoor in Vertigo zitten we met zeven vrouwen. Vorige week hebben we voor het eerst een soort koffiepauzechat gedaan. Het was leuk om iedereen weer te zien.”
Ze hoopt dat de maatregelen in Nederland na de meivakantie versoepeld worden. Die vakantie zou het gezin eigenlijk doorbrengen in Tsjechië, waar haar ouders wonen. “Maar de grenzen zijn dicht. De maatregelen zijn daar eerder en strenger begonnen dan hier en daar beginnen ze volgende week weer met het openen van universiteiten en middelbare scholen. Ik hoop dat Nederland snel volgt.”
Het feit dat haar ouders en zus zo op afstand zitten in Tsjechië en ze niet naar hen toe kan als iemand ziek wordt, vond ze in het begin moeilijk. “Maar ik ben er nu achter dat dat nu ook geldt voor mensen binnen Nederland. Dus we Skypen met hen, maar ook met mijn schoonzus in Oisterwijk en zwagers in Tilburg. De afstand maakt niets meer uit. Dat is ook iets positiefs in deze moeilijke periode.”
Discussie