“Gewoon bij elkaar zijn is heel, heel waardevol”
Het thuiswerken in coronacrisistijd wordt langzaam ons nieuwe normaal. We leren omgaan met de veranderde kaders en onze valkuilen in deze situatie, vinden thuis steeds beter onze weg en missen de campus en elkaar intussen als nooit tevoren. Cursor belt geregeld met een mede-thuiswerker om te horen hoe het gaat. Vandaag Bart Hengeveld, universitair docent bij Industrial Design. Hij geeft tegenwoordig ook basisschoolonderwijs, thuis.
Bart Hengeveld staat bij Industrial Design-studenten bekend als een zeer toegankelijke docent die liever even bij je langsloopt dan dat hij per mail antwoord geeft. En nu zijn z'n bezoekjes vervangen door contact per MS Teams, Skype en Skype for Business, Google Hangouts, FaceTimen, Slack, Canvas, Miro en Sketchdrive.Wat hij het meest mist uit de pre-coronatijd, is het contact met anderen, zegt hij. “Ik haal heel veel energie uit mijn collega’s en onze studenten. Veel meer dan ik dacht, merk ik nu. Slack levert op zich best een goed groepsgevoel op, maar gewoon bij elkaar zijn, is veel, veel waardevoller.”
Tegenwoordig werkt Hengeveld vanuit zijn honderdtwintig jaar oude huis in Rotterdam, op twee minuten loopafstand van het Centraal Station. Hij woont er met zijn vriendin, die de meeste ochtenden als architect werkt aan de eettafel, en twee zoontjes van zes en bijna negen jaar. “Zij gaan normaalgesproken naar een school waar ze tweetalig onderwijs krijgen, maar nu help ik hen met hun schoolwerk. Ondertussen probeer ik zo nuttig mogelijk te zijn. Ik kan schrijven, mails beantwoorden en dat soort dingen.”
Het is niet alleen maar serieusheid, daar op die bovenverdieping. “Op een zeker moment, als het uitkomt, zetten de jongetjes een LP aan op mijn nieuwe platenspeler. Hun favoriet is 'Verloor mijn koekie in de disco', een plaat die ik zelf heb gekregen toen ik hun leeftijd had.”
Na de lunch kijken de jongens naar ZappLive, werkt Hengevelds vriendin door en gaat er bij hem een versnelling bovenop. “Ik plan al mijn video-afspraken in de middag. Ergens in de middag gaan we naar onze volkstuin, of sluit ik later aan, afhankelijk van hoeveel ik nog moet doen. ‘s Avonds lees ik dingen of probeer ik iets af te ronden waar ik overdag niet aan toegekomen ben.”
De laatste tijd is de UD met collega Pierre Lévy bezig geweest een keuzevak voor negentig studenten vorm te geven in cyberspace - en dat is geen sinecure. “Het is een vak dat in de originele vorm drijft op groepswerk en wekelijkse discussie-sessies, wat online op zijn minst uitdagend is. Een voor- én nadeel is dat het een nieuw vak is. We kunnen het dus in principe elke vorm geven die de leerdoelen ondersteunt, maar we hebben nog geen ervaringen met eerdere versies van het vak. Ook is het allemaal extra werk. We zetten het vak in principe voor de tweede keer from scratch op...”
Fysiek
Industrial Designonderwijs kan eigenlijk niet zonder persoonlijk contact. “Zo heeft bijna ieder ontwerpproject een fysieke component, wat nu heel moeilijk te doen is zonder infrastructuur. Ook zijn veel ontwerpprojecten afhankelijk van user research en real life evaluaties, wat in een anderhalvemetersamenleving zeer uitdagend is. Niet in de laatste plaats omdat het SARS-CoV-2 virus ook enkele dagen overleeft op materiële dragers. En dan heb ik het nog niet eens gehad over hoe lastig het is om studentenwerk te bespreken over afstand, zonder naar elkaars werk te kunnen kijken, zonder dingen aan te wijzen of voor te doen...”
Hengeveld had vooraf al gewaarschuwd dat hij geen rozengeur en maneschijn-verhaal te vertellen heeft. Nog een minpunt: “Colleges opnemen vind ik echt niks. Ik doe tijdens mijn eerstejaars vak altijd erg mijn best tijdens het college, juist omdat het voor eerstejaars is. De meesten zullen het sowieso al spannend vinden om te gaan studeren, hebben geen idee van de verwachtingen of cultuur bij de faculteit, dus ik sta meestal als een soort van - academische - entertainer mijn slides te presenteren met veel show en kans op interactie. Maar dat kan dus allemaal niet als je het opneemt.” Hij hoopt dat live-onderwijs op de campus weer mogelijk wordt. “Anders zal ik toch echt iets anders moeten verzinnen. Ik zie daar behoorlijk tegenop.”
Terug
Maar als we weer back to business gaan, zal het nog de vraag zijn hoe het openbaar vervoer geregeld kan worden. Hengeveld is een ervaringsdeskundige. “Ik reis al zo lang ik bij de TU/e werk met de trein en die zit dan vol. Niet Tokyo-metro-in-de-spits vol, maar wel gezellig vol zal ik maar zeggen. En als er een trein uitvalt, staan we met duizenden mensen op stations te wachten...”
Maar bovenal hoopt Hengeveld dat de kinderen spoedig weer naar school mogen. “Ze missen hun vriendjes en hun juffen. Zou mij overigens ook een boel tijd opleveren.”
Discussie