Bezorgde U-raad toch akkoord met ophogen limieten
Een verdere toename van de werkdruk en het afnemen van de kleinschaligheid van het onderwijs. Daar zei de U-raad voor te vrezen nu het College van Bestuur voor komend collegejaar voor drie opleidingen de numerus fixus opheft en bij twee van de drie opleidingen waar het nog wel voor blijft bestaan, de instroomlimieten ophoogt. Toch gaf men gisteren na een korte schorsing van de vergadering een positief advies af.
“Uw zorgen zijn ook onze zorgen”, zei rector Frank Baaijens gisteren tegen de leden van de U-raad, nadat die hun bezwaren kenbaar hadden gemaakt tegen het ophogen van de instroomlimieten van de opleidingen Technische Informatica (van 275 naar 325) en Bouwkunde (van 275 naar 325). Voor die beide opleidingen blijft ook in collegejaar 2020-2021 een numerus fixus van kracht, evenals voor Industrial Design waar de instroomlimiet van 180 eerstejaars wel gehandhaafd blijft. Dat de numerus fixus voor de opleiding Werktuigbouwkunde al na een jaar weer komt te vervallen, vond de U-raad vreemd. Volgens een overzicht was in 2018 de verhouding wetenschapper-student aan deze faculteit 1 op 26, en had Werktuigbouwkunde daarmee de hoogste student-staf ratio van alle faculteiten.
Baaijens zei dat er meerdere factoren zijn die zulke stappen toch mogelijk maken. Volgens hem stijgen de inkomsten uit de eerste geldstroom sneller dan verwacht door de groei van de afgelopen jaren, en zijn er daarnaast extra middelen beschikbaar die afkomstig zijn uit de sectorplannen voor bèta en techniek en die OCW toekent aan de vier TU's op aanraden van de commissie-Van Rijn. Volgens hem zullen die middelen gestoken worden in “mensen, bakstenen en ict-faciliteiten”.
Samenspraak
Baaijens: “Vanzelfsprekend zijn deze beslissingen in nauwe samenspraak met de betreffende faculteitsbesturen genomen en die verzekeren ons dat ze een mogelijke groei van de instroom kunnen opvangen.” Hij wees er ook op dat bij Technische Informatica 17 nieuwe wetenschappers zijn aangetrokken, waarmee de staf daar groeit van 104 naar 121 mensen. Bij Werktuigbouwkunde zou het gaan om 14 nieuwe mensen. Over het opheffen van de numerus fixus bij deze laatste opleiding zei hij: “We dachten dat daar dit collegejaar met het Engelstalig worden van de bachelor een stevige verhoging van de instroom te verwachten was. Dat is echter niet uitgekomen, dus is in goed overleg besloten voor die opheffing.”
Waar Baaijens in de toekomst nog meer nadruk op wil leggen, is de Studiekeuzecheck, “en er dan ook echt voor zorgen dat mensen die een negatief advies krijgen om hier met een studie te beginnen, zich ook niet inschrijven. Daar zullen we nog meer op hameren en we gaan ook nauw samenwerken met Fontys om mensen te laten zien dat er een alternatieve opleiding beschikbaar is.”
Roel Bloo, lid van personeelsfractie PUR, wees nog op het risico dat de groei van eerstejaars straks kan opleveren voor de masterfase. Bloo: “Blijft daar de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd en kunnen masterstudenten straks nog de begeleider van hun voorkeur kiezen?” Baaijens erkende dat daar keuzes gemaakt moeten worden, zoals al bij Werktuigbouwkunde is gebeurd. “Als we daar tegemoet moeten komen aan de wensen van de masterstudenten, krijgen we de faculteit Maarten Steinbuch.”
Discussie