CursorOnTour@SSC | Bewegen in het hart van de campus
Stilstaan is er niet bij in het Studentensportcentrum. Letterlijk, als je naar alle sportactiviteiten kijkt, maar ook figuurlijk: een afwisselend sportaanbod en, als het goed is, in 2022 een vernieuwd en gerenoveerd gebouw om de almaar groeiende stroom sportkaarthouders te faciliteren. We spraken met Wim Koch, de bevlogen bestuurder van het sportcentrum, over de speerpunten en de toekomst van het - zijn eigen woorden - “hart van de campus”.
Eerst in de rij staan voordat je binnen bent, dan met veel anderen tegelijk omkleden, meedoen aan een drukke groepsles en tenslotte onder niet al te beste douches springen. Dit is misschien een wat negatieve kijk op de faciliteiten van het Studentensportcentrum, waarvan vele studenten en medewerkers dagelijks dankbaar gebruikmaken - maar feit is dat het gebouw grondig aan vernieuwing toe is en zoetjesaan uit zijn voegen barst. Met name tijdens de middagpauze en ’s avonds hang je soms met de benen buiten.
Ontmoetingscentrum
“Dit is toch echt wel de max”, verkondigt ook directeur Wim Koch over de bijna veertienduizend sportkaarthouders die het sportcentrum nu telt. Tot nu toe valt het mee met sporten die de TU/e elders moet onderbrengen - het sportcentrum huurt bij de gemeente enkele zalen voor de recreantencompetitie van het volleybal -, maar als het aan de bestuurder ligt, wordt dat ook écht niet meer. “We zijn niet alleen een sportcentrum, maar zeker ook een ontmoetingscentrum. We liggen in het hart van de campus en zijn goed bereikbaar voor zowel Fontys- als TU/e-sportkaarthouders. Die sociale functie gaat verloren als je sporten verspreid over de stad zou aanbieden.”
Koch lobbyt al jaren voor de aanpassingen en vorig jaar ging dan toch eindelijk de kogel door de kerk: de universiteitsraad ging akkoord en er zou geld beschikbaar komen. Nu, een jaar later, ligt het programma van eisen voor de verbouwing en renovatie klaar. Daarin staat onder meer dat de fitnessruimte wordt uitgebreid en dat er extra accommodatie voor groepslessen komt - waardoor er uren vrijkomen voor sporten als basket- en volleybal in de grote hallen.
Ook de lockers worden verbeterd en het sanitair wordt aangepakt, dat wil zeggen: de toiletten en kleedlokalen. Mogelijk komen er ook nog kleedruimtes bij. Wim Koch: “Sommige internationals hebben de behoefte om apart te douchen en om te kleden. We gaan niet alles omgooien, maar het gaat toch om een steeds grotere groep waarmee we ook rekening willen houden.”
Verder worden de entree en het horecagedeelte groter en komen er betere en meer kantoorruimtes. “We hebben nu geregeld een tekort aan werkplekken en vergaderruimtes. We gaan sommige ruimtes wel op een slimme manier maken, zodat we die op meerdere manieren kunnen gebruiken.”
Toekomstbestendig
Koch verwacht dat de meest noodzakelijke renovaties en uitbreidingen kunnen worden gerealiseerd met de voor de verbouwing ingeruimde elf miljoen euro. Hij zou graag een hoger bedrag zien om het gebouw toekomstbestendiger te maken en de verouderde installaties aan te pakken. “Ik begrijp ook dat het geld van de TU/e primair naar het onderwijs moet gaan en we kunnen in elk geval een leuke verbeterslag maken.”
Er wordt nu een jaar uitgetrokken om tot het definitief ontwerp te komen - en daar mogen meerdere betrokkenen (van gebruikers tot onder andere mensen van Dienst Huisvesting) in de tussentijd naar kijken. In die periode wordt ook de aanbesteding gedaan.
Als je Wim Koch vraagt waar het Studentensportcentrum voor staat, is hij daar heel stellig in: “We zijn er niet alleen voor het sporten, maar vooral ook voor de sociale bindingen en om mensen zich vitaler te laten voelen”. Het zijn doelen die hij zelf grotendeels in gang heeft gezet en heeft nagestreefd sinds zijn aanstelling in 2006 als directeur.
Volleybal op topniveau
De oud-volleybal-international loopt al sinds 1985 op het Studentensportcentrum rond, toen hij er als medewerker in dienst trad. Eerder rondde hij de opleiding lichamelijke opvoeding af. Hij speelde volleybal op topniveau, kwam bijna honderddertig keer uit voor Oranje en was later assistent-bondscoach van het herenvolleybalteam, onder meer tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney.
In 2006 stond hij voor de keus: verder gaan op topniveau, of directeur van het Studentensportcentrum worden. Het werd dat laatste, met grote overtuiging. Enthousiast: “Ik heb daar nóóit spijt van gehad. Mijn grootste drijfveer is nog steeds het werken met onze studenten. Dat geeft me zoveel energie, om die jonge mensen vol enthousiasme te zien. En sommige ideeën heb ik al honderd keer gehoord, maar dat geeft niet. Je ziet studenten soms redelijk schuchter binnenkomen en vervolgens groeien ze binnen een paar maanden uit tot een geweldig bestuurder. Dat is toch ook de docent in me, die wil dat mensen zich ontwikkelen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.”
Vitaliteit en communitybuilding
Sinds zijn aanstelling heeft hij ook het Studentensportcentrum willen doen groeien, onder meer door expertise met anderen te delen. “Tot zo’n tien jaar geleden bood het sportcentrum vooral nog sporten aan, later zijn daar campusbrede activiteiten rondom vitaliteit en communitybuilding bijgekomen. We hebben de kennis en kunde in huis en ik vind dat we die moeten uitdragen voor het geheel van de campus. Het is toch gek als we kunnen helpen om stress en isolement te verminderen en daar niets mee doen. Zo hebben we met ESA (de dienst Education and Student Affairs, red.) enkele studenten die niet lekker in hun vel zaten actief betrokken bij groepslessen. Het resultaat was dat ze een verbeterde werkmotivatie hadden en meer vrienden kregen. We gaan binnenkort met TU/e-onderzoekers kijken hoe we medewerkers meer aan het bewegen krijgen.”
Sporten sinds de start van de TU/e
Met de komst van de eerste studenten in 1957 ontstond ook meteen de behoefte om te sporten. Enkele leden van het Eindhovens Studenten Corps richtten de eerste sportvereniging op: de Eindhovense Studenten Corps Volleybal Vereniging. Later volgden meer verenigingen, zoals in 1960 Studenten Roei Vereniging Tachos. Verspreid over sportaccomodaties in de stad konden studenten bovendien al vrij snel uiteenlopende sportlessen volgen.
Het sportcomplex op de campus werd in mei 1967 geopend en vanaf dat moment had de Technische Hogeschool Eindhoven de beschikking over enkele zalen, een buitenveld, vijf tennisbanen, een kantine, kleed- en doucheruimtes en kantoren. In 1980 kwam er een tweede hal en in 1996 een derde. Het zwembad volgde in 2001. In 2006 kwamen er drie squashbanen en een nieuwe fitnessruimte. Ook de afgelopen jaren zijn er verbeteringen doorgevoerd, zo is onder meer de kantine vernieuwd.
(Bron: De kleine TU/e-encyclopedie)
Discussie