TU’s tegen komst Maastrichtse techniekopleidingen
De vier technische universiteiten zijn fel gekant tegen het voornemen van de Universiteit Maastricht om in 2020 of 2021 van start te gaan met de nieuwe bachelor Circular Engineering en de master Molecular Imaging and Engineering. Volgens TU/e-rector Frank Baaijens bieden beide opleidingen “een uitbreiding van het aanbod die binnen Nederland niet nodig is”. Daarbij doorkruist dit voornemen volgens hem de plannen van de vier TU’s voor het gezamenlijk doen van grote infrastructurele investeringen, zoals in laboratoria.
Minister Ingrid van Engelshoven heeft ondanks alle tegenwerpingen vanuit Eindhoven, Delft, Twente en Wageningen beide Maastrichtse opleidingen toch haar goedkeuring verleend. Hoogleraar Thomas Cleij, decaan van de Maastrichtse faculteit Science and Engineering, zegt in Observant, het nieuwsblad van de UM, niet te begrijpen waarom de TU’s opeens zo heftig reageren op de aankondiging dat zijn universiteit wil starten met deze nieuwe opleidingen. Volgens Cleij doen de TU’s alsof de UM hen hiermee overvalt, maar volgens hem zijn deze voornemens al lang bekendgemaakt.
Cleij in Observant: “We hebben nooit een geheim gemaakt van de opleidingen die we op de rol hebben staan. Bij de totstandkoming van het Sectorplan, bedoeld voor de minister, heb ik zelf en andere UM’ers er uitgebreid in het land over gecommuniceerd. Welke bètafaculteit is waar goed in, maar ook: wat zijn de toekomstplannen? We hebben in het voorjaar nota bene elkaars drafts uitgewisseld. Heel Nederland wist ervan.”
De Maastrichtse decaan denkt dat met name de Colleges van Bestuur protesteren, omdat die slecht geïnformeerd waren. Hij laat in het midden of de decanen van de betrokken faculteiten dat hadden moeten doen.
Inhoud
TU/e-rector Frank Baaijens zegt in reactie hierop dat de decanen van de vier technische universiteiten zich niet goed geïnformeerd voelden over de inhoud van de opleidingen. “De inhoud van de opleidingen was niet gecommuniceerd met de decanen”, aldus Baaijens, “en de opleidingen zijn ook niet geagendeerd besproken in bijvoorbeeld het bèta-decanen-overleg. Zo lijkt de Maastrichtse bachelor Circular Engineering qua inhoud sterk op die van onze faculteit Scheikundige Technologie.”
In Observant ontkent Cleij de kritiek dat Maastricht met deze beide opleidingen niets nieuws zou brengen. “Niet waar”, aldus Cleij, “want Circular Engineering zoals wij dat voor ogen hebben, kun je nergens studeren. Nergens ter wereld. We gaan ingenieurs opleiden die anders denken, die beseffen dat spullen ergens vandaan komen en ergens naartoe gaan, en dat daar een footprint bijhoort. En dat op een typische Maastrichtse onderwijsleest geschoeid, met veel vrije-keuzevakken en kleinschalig.”
Verstandige weg
Volgens Baaijens ligt onder dit verschil van mening een bredere discussie over de profilering van de universiteiten. Baaijens: “De TU/e kiest voor een helder engineering profiel. Concentratie van engineering disciplines bij de 4TU's is naar onze mening een verstandige weg voorwaarts, mede in het licht van de grote infrastructurele investeringen, zoals in laboratoria, die daarbij nodig zijn. Daarnaast is voor een aantal disciplines binnen Nederland voldoende capaciteit aanwezig - denk aan scheikunde, en is uitbreiding van dat aanbod niet nodig.”
De Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO), die de minister adviseert, heeft al groen licht gegeven voor de Engelstalige bachelor en master. Al was ze niet blij met de naamgeving van ‘circular engineering’. De commissie adviseert om de naam te laten aansluiten bij de verwante studies in het land. Maar dat gaat niet gebeuren, aldus Cleij. “De naam is heel helder. Iedereen snapt meteen wat we ermee bedoelen.”
Volgens hem heeft dit initiatief de verhoudingen met andere bètafaculteiten niet geschaad. “Helemaal niet. Ik weet zeker dat de decanen in het land zich geen zorgen maken over de plannen van de UM. Er is voldoende ruimte in ons land. Dat vindt de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs ook.”
De hele kwestie doet overigens sterk denken aan het gekrakeel tussen Maastricht en Eindhoven eind 2011 toen beide instellingen elkaar stevig in de haren vlogen naar aanleiding van het Maastrichtse Science College, waarmee de UM toen in september van dat jaar gestart was. Toen kreeg de UM van het toenmalige TU/e-bestuur het verwijt met de start van die nieuwe Engelstalige bacheloropleiding in de natuurwetenschappen afspraken te hebben geschonden. Hoogleraar Louis Boon, destijds kartrekker van het Maastrichtse initiatief, verketterde daarop de onderwijsprogramma’s en de aanpak van de TU/e.
Discussie