- Onderwijs
- 01/05/2019
Minister blaast ‘kasschuif’ met leenstelselmiljoenen af
Minister Ingrid van Engelshoven ziet af van haar plan om de opbrengsten van het leenstelsel versneld in te zetten voor beter onderwijs. Haar voorwaarde was dat instellingen en studentenorganisaties met een gezamenlijk voorstel zouden komen, en dat is niet gebeurd.
Begin september kwamen de universiteiten met een idee dat gesteund werd door de hogescholen: waarom nog jaren wachten op de miljoenenopbrengst van het nieuwe leenstelsel, als we die nu al kunnen uitgeven? Dan kunnen ook de huidige studenten zonder basisbeurs al van beter onderwijs profiteren. Ook kunnen er dan meer docenten worden benoemd, wat de werkdruk zou verminderen. De overheid moest dan wel bereid zijn om nu al geld uit te geven, dat pas over een paar jaar in de schatkist zit: in het jargon heet dat een kasschuif.
Gedragen
Minister Van Engelshoven voelde er wel wat voor, schreef ze drie weken later. “Als er gedragen voorstellen komen voor de versnelde inzet van deze middelen, zal ik mij ervoor inzetten om de voorstellen te faciliteren met behulp van een kasschuif op mijn begroting, met respect voor de bestaande budgettaire kaders.”
Regeringspartij CDA steunde de kasschuif in een motie, maar onder één voorwaarde: instellingen die tussen 2015 en 2017 verzuimd hadden om zelf alvast te investeren in beter onderwijs, moeten dit alsnog doen. Bovendien vond het CDA het redelijk dat pechstudenten hun scholingsvouchers eerder mogen uitgeven. Bij de invoering van het leenstelsel was afgesproken dat de eerste lichtingen studenten zonder basisbeurs deze tegoedbonnen vijf tot tien jaar na hun afstuderen kunnen inzetten voor een nieuwe studie. Als ze die tegoedbonnen nu al kunnen inwisselen, bijvoorbeeld voor hun masteropleiding, worden ze volgens het CDA nog enigszins gecompenseerd.
Studievouchers
Maar in een brief aan de Tweede Kamer veegt minister Van Engelshoven beide plannen voorlopig van tafel. “De VSNU, Vereniging Hogescholen, ISO en LSVb zijn niet gekomen tot een gedragen voorstel voor versnelde inzet van de middelen (…) Ik zal ook niet schuiven met de middelen studievouchers (die onderdeel zijn van de studievoorschotmiddelen). Daarbij is het ook belangrijk dat het technisch voor DUO niet uitvoerbaar is om de vouchers eerder in te voeren.”
VSNU-woordvoerder Bart Pierik noemt het “wat prematuur” dat de minister nu al afstand neemt van de kasschuif. “Wij zijn er nog steeds over in gesprek met ISO en LSVb, maar die zijn niet enthousiast en zetten liever in op structurele extra investeringen. Wij zijn daar ook erg voor, maar los daarvan kun je volgens ons best alvast wat geld naar voren proberen te halen. Daar is iedereen bij gebaat.”
Ook ziet de VSNU nog mogelijkheden per instelling. Pierik verwijst naar de Universiteit Maastricht die met de medezeggenschapsraad zou hebben afgesproken om het leenstelselgeld alvast te gebruiken voor de professionalisering van docenten. “Dan praat je over een kasschuif per instelling die onderbouwd is met een ‘gedragen voorstel’.”
Onuitvoerbaar
ISO-voorzitter Tom van den Brink is niet verbaasd over de brief van de minister. “Het klopt dat we nooit tot een gezamenlijk voorstel zijn gekomen. We zijn er inderdaad niet zo voor, mede omdat we denken dat de motie van het CDA onuitvoerbaar is. Die veronderstelt dat alle instellingen alsnog de voorinvesteringen doen die ze hadden beloofd. Dat zie ik niet meer gebeuren. Daarnaast vinden we dat het leenstelselgeld van de studenten zelf is. Over de besteding moet je jaarlijks besluiten, in goed overleg met de medezeggenschap. Het moet geen doekje voor het bloeden zijn nu de overheid te weinig investeert in het hoger onderwijs.”
Discussie