Superwetenschappers m/v: daag de standaard uit
Pasklare oplossingen zijn er niet voor het geringe aantal vrouwen in de techniek, zoveel was duidelijk tijdens Superpowers of M/F Scientists, woensdagavond in de Blauwe Zaal. Stereotypes over succesvolle wetenschappers zijn hardnekkig. “We moeten de standaard uitdagen”, zei panellid Wijnand IJsselsteijn.
Ruth van Veelen doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar sociale identiteit en diversiteit in de academische wereld en in de technieksector. Ze sprak op uitnodiging van Studium Generale en Tint over haar onderzoek.
Van Veelen zette het probleem meteen goed neer door kort een foto van een doos LEGO Friends te laten zien op het scherm en de zaal te vragen wat ze zagen. ‘Roze’, ‘paars’, ‘LEGO Friends’, ‘keuken’, ‘meisje’, zo luidde de teneur. Slechts één persoon zei: ‘Stond ze niet in een lab?’.
Een vrouw… professor?
En hier had Van Veelen meteen haar punt te pakken: “We denken in stereotypes; cognitieve shortcuts die we nodig hebben om de wereld te begrijpen. Maar tegelijkertijd zijn het ook barrières voor bijvoorbeeld vrouwen in de academische wereld. Want blijkbaar hoort dat niet bij vrouwen, wetenschapper zijn.”
Panellid hoogleraar Wijnand IJsselsteijn had een mooi voorbeeld: “Mijn vrouw (TU/e-hoogleraar Yvonne de Kort, red.) was een keer op de basisschool van onze kinderen aan het helpen en de kinderen vroegen wat ze voor werk deed. Toen ze zei dat ze professor was, wilden ze het niet geloven. Want een vrouw, professor - dat kan toch niet!”
Afhaken
Onder studenten is het aantal mannen en vrouwen in de techniek ongeveer gelijk, maar bij elke stap hoger op de academische ladder, haken meer vrouwen af. Aan de TU/e is bijvoorbeeld maar 12,6 procent van de hoogleraren vrouw. Een van de redenen daarvoor zijn de stereotypes die heersen over de techwereld, betoogt Van Veelen. “In de technieksector in Nederland is maar dertien procent vrouw. Nederland bungelt echt onderaan. In ons land wordt impliciet geloofd dat mannen beter zijn in tech dan vrouwen.” Deze opmerking ontlokt “Het is beschamend!” bij iemand in het publiek.
Een studie die Van Veelen uitzette onder meer dan vierduizend Nederlandse onderzoekers laat zien dat mannelijke stereotypes het beeld van een succesvolle wetenschapper domineren. Mannen worden gezien als agentic - competitief en resultaatgericht - en vrouwen als communal, waar de termen ‘verzorgend, warm en bescheiden’ bij horen.
Op de vraag welke eigenschappen belangrijker zijn voor een ‘superwetenschapper’, scoorde agentic het hoogste. Tegelijkertijd achtten de meeste wetenschappers die de enquête invulden zichzelf hoger in de communal eigenschappen - dat gold voor zowel man als vrouw. “Vrouwen denken wel dat je meer agentic moet zijn”, aldus Van Veelen. Dit noemt ze lack of fit, dat vooral vroeg in de carrière gevoeld wordt door vrouwen en ervoor zorgt dat ze sneller uit de academische wereld stappen.
Oplossingen
Wat zijn oplossingen? Volgens Van Veelen is het belangrijk dat mensen zich om te beginnen bewust zijn van negatieve genderstereotyperingen. Ze gelooft niet in aparte programma’s om het ‘vrouwenprobleem’ op te lossen: “Pas op dat je het niet overdrijft. Zorg dat je een klimaat creëert dat goed is voor man, vrouw, international; iedereen.”
Moderator Bert Meijer, universiteitshoogleraar en werkzaam bij Scheikundige Technologie, onderschrijft dit: “Ik ben van mening dat het heel belangrijk is om een goede genderbalans te hebben binnen onze universiteit. Daar moeten we hard aan werken. Maar quota stellen om meer vrouwen binnen te halen, daar geloof ik niet in. Als er maar een beperkt aantal posities beschikbaar is, discrimineer je daarmee de mannen weer.”
Er niet bij horen
Vanuit de zaal zegt iemand dat bewustwording heel belangrijk is. Van Veelen: “Dat klopt, maar er moet wel meteen een gevoel volgen dat er iets aan wordt gedaan. Bewustwording alleen geeft vrouwen juist het gevoel er niet bij te horen.”
Na de lezing volgde een paneldiscussie met daarin - naast Van Veelen - TU/e’s Chief Diversity Officier Evangelia Demerouti, hoogleraar Wijnand IJsselsteijn en studenten Ana Xambre Pereira en Hugo Bezombes. Aan de hand van diverse stellingen werd met de zaal verder gepraat over het onderwerp.
IJsselsteijn betoogde dat er meer diversiteit in opinie nodig is aan onze universiteit. “Hier worden de producten van de toekomst gemaakt, dat kun je niet alleen overlaten aan een klein deel van de samenleving.” Demerouti zei een beetje gefrustreerd te raken na het verhaal van Van Veelen. “Ik doe zelf altijd net alsof er geen genderissues zijn. Feit is dat we allemaal een beetje uit onze comfortzone moeten stappen.”
Common grounds
Ana Xambre Pereira zei te hopen common grounds te vinden. “Het gaat niet om mannen of vrouwen, maar om mensen.” Van Veelen haakte aan: “Praten over genderdiversiteit is altijd wat bedreigend, zowel voor mannen als vrouwen. Het gaat juist om professionele diversiteit, die iedereen inbrengt. Ik hoop dat de discussie zich uiteindelijk op dat vlak gaat afspelen.”
Meijer sloot de avond af met de vraag hoelang we deze discussie nog moeten voeren. Demerouti is pessimistisch, waar Van Veelen het jaar 2040 noemt. Student Bezombes denkt dat er nog twee generaties nodig zijn om het recht te trekken, en ook studente Ana Xambre Pereira denkt aan nog twintig jaar. Hoogleraar IJsselsteijn hoopt dat de discussie nooit verdwijnt: “Het is zo nuttig om hierover te blijven praten met elkaar.”
Meer lezen? Zie het recente rapport over verborgen beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen in de wetenschap.
Discussie