Wetenschapspraatje met vlotte babbel en weidse gebaren
Een goede wetenschapper is niet vanzelf een kundig presentator. Wie verenigt de vlotte babbel van Matthijs van Nieuwkerk met de gebaren van vlogger Enzo Knol? Wie verkoopt zijn of haar onderzoek het beste met een boeiend verhaal? Famelab, een wedstrijd in pitchen, brengt dat dinsdag 12 maart aan het licht.
De TU/e introduceert met Famelab een nieuw podium voor ambitieuze wetenschappers en studenten die hun onderzoek over het voetlicht willen brengen. Iedere kandidaat krijgt drie minuten de tijd om publiek en jury te overtuigen dat de beste spreker voor hun neus staat.
Daarmee volgt de TU/e in het voetspoor van andere Nederlandse universiteiten die al sinds 2014 aan het internationale evenement deelnemen. Famelab draait om wetenschapscommunicatie en de competitie wordt gespeeld in 31 landen. Nederland doet dit jaar met zeven universiteiten mee. Zij houden ieder hun eigen selectieronde.
Aan de TU/e geven acht kandidaten een pitch (over twee van hen lees je hieronder meer). De onderwerpen lopen uiteen van duurzame energietransitie tot innovatieve oplosmiddelen. De twee beste kandidaten stromen door naar de landelijke finale op donderdag 9 mei in Tivoli Vredenburg te Utrecht. Welke spreker trekt vanaf de eerste seconde de aandacht en raakt deze niet meer kwijt? Wie straalt rust en kracht uit? Wie neemt het publiek bij de hand met een unieke beleving?
Oogcontact
Niet iedere wetenschapper of student zit elke dag voor de spiegel te oefenen op zijn mimiek. Het gebruik maken van oogcontact, de houding, de gebaren, intonatie en ademhaling is ook een kwestie van natuurlijk talent. En die zal hard nodig zijn om soms taaie, wetenschappelijke kwesties luchtig, begrijpelijk en vermakelijk over de bühne te brengen.
De winnaars van de landelijke finale worden uitgezonden naar het Cheltenham Science Festival in het Verenigd Koninkrijk. Ze krijgen bovendien een tweedaagse masterclass bij de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) in samenwerking met de British Council.
Famelab: dinsdag 12 maart, TU/e-gebouw Luna, Coronazaal. Van 19.00 tot 21.00 uur. Gratis toegang.
Wies Ruyters: "Balans zoeken tussen technologie en begrijpelijke taal"
Met haar twintig jaar is Wies Ruyters de jongste van alle kandidaten die meedoen aan Famelab. Na het vwo in haar woonplaats Eindhoven was het maar een kleine stap naar de campus van de TU/e. Net voor het derde jaar Technische Bedrijfskunde raakte ze in de ban van Team SOLID.
“Ik ben graag creatief bezig en daar leent Technische Bedrijfskunde zich niet echt voor. Als marketingmanager van Team SOLID kan ik mijn ei wél kwijt. We hadden bij het begin drie studenten die in deeltijd voor het subteam Marketing bezig waren. Dat schoot niet goed op. Daarom heb ik mijn derde studiejaar tijdelijk stopgezet. Eigenlijk uitstel van executie”, lacht ze. “Ik weet nog niet wat ik precies wil met mijn leven, dus stel ik de keuze voor de toekomst nog even uit. Ik werk nu met heel erg veel plezier voor het team.”
Terugkeren naar haar studie Technische Bedrijfskunde zal straks geen probleem zijn, verzekert ze. “Als ik nu soms langs de bieb in MetaForum loop en al die studerende mensen zie, dan begint het bij mij ook te kriebelen. Ik vind studeren erg leuk, dus dat komt goed.”
Ze omschrijft SOLID als een "hecht team waarbij je jezelf thuisvoelt". Een ideale combinatie met haar fascinatie voor duurzame technologie en energietransitie. Het multidisciplinaire studententeam draait rond de opslag van energie met behulp van ijzerpoeder. Het onderzoek loopt al een aantal jaren en volgens Wies zitten de ontwikkelingen in een stroomversnelling.
Publiciteit vinden
Als marketingmanager onderhoudt ze de relaties met de buitenwereld. Ze maakt posters, geeft interviews, overlegt met de (communicatie)partners van Team SOLID. Daartoe behoren de TU/e plus een aantal regionale midden- en kleinbedrijven. Wies probeert een optimale manier van publiciteit te vinden zodat iedere partij binnen het consortium ook de eer krijgt die het verdient. “Om dat te bereiken, moet de communicatie tussen de partners transparant zijn. Het verbetert ook de onderlinge samenwerking.”
Haar deelname aan Famelab ziet ze vooral als een leerproces. “Ik ben binnen ons team het enige fulltime bestuurslid zonder technische achtergrond, maar sta wel telkens vooraan om het verhaal te vertellen. Met Famelab krijg ik de kans om voor een groot publiek te spreken en daar ook feedback op te krijgen. Ja, dat is best wel spannend. Ik ben altijd wel een beetje zenuwachtig zodra ik spreek voor een publiek. Als ik iets gaaf vind, zoals team SOLID, heb ik daar minder last van. Dan vind ik het juist fijn om dat te delen en kan ik mijn enthousiasme niet verbergen.”
Wies gaat haar pitch vooraf een paar keer loslaten op haar teamgenoten. Ze hoopt dan half maart met een vlot en inspirerend verhaal voor de dag te komen. “Ik probeer de balans te zoeken tussen technologie en begrijpelijke taal. Als me dat lukt, ben ik dik tevreden.”
Dannie van Osch: "Alles is chemie"
Geboren en getogen onder de rook van DSM - dan wordt een studie als Scheikundige Technologie bijna in je schoot geworpen, toch? “Ja, geboren in Geleen, getogen in Urmond, fietste ik als klein manneke op weg naar school altijd langs de DSM, dat nu Chemelot Campus heet. Dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid. Wat gebeurt daar? Wat maken ze?”
De antwoorden op die vragen vond hij later als student aan de TU/e. Dannie van Osch begon in 2008 en haalde vier jaar later zijn bachelor in Scheikundige Technologie. Twee jaar later slaagde hij cum laude voor zijn masteropleiding. Tijdens zijn stage werd hij door Maaike Kroon (destijds hoogleraar scheidingstechnologie) gevraagd voor een promotie-onderzoek naar ‘deep eutectic solvents’ (DESs).
“In gewone mensentaal noem ik het liever ‘innovatieve oplosmiddelen’ die nieuwe scheidingsmethoden mogelijk maken. Ze bieden grote voordelen: minder energieverbruik en minder uitstoot van CO2”, zegt Dannie.
Zijn liefde voor scheikunde? “Alles is chemie”, verklaart Dannie terwijl hij een plastic kapje en pen van zijn bureau optilt. “Zonder chemie zouden we deze producten niet dagelijks kunnen gebruiken. We staan er vaak niet bij stil.”
Als PhD ging hij aan de slag om het recyclingproces van de Europese papierindustrie duurzamer te maken. De oplossing ligt volgens hem besloten in het ontwikkelen van niet wateroplosbare DESs. “Je mengt twee vaste stoffen in een bepaalde hoeveelheid. Het mengsel krijgt een nieuw smeltpunt waardoor het bij kamertemperatuur al kan veranderen in vloeistof”, vertelt Dannie enthousiast en in hoog tempo.
Voor hem is het gesneden koek, een prachtig banket waar hij dagelijks van kan genieten. “Er is nog veel onderzoek nodig, maar de mogelijkheden zijn enorm. We kunnen straks een bio based economy realiseren met natuurlijke componenten. We zien bovendien dat deep eutectic solvents een lagere vluchtigheid hebben. Ze verdampen minder snel en dat heeft een positief effect op de veiligheid aangezien ze niet zo snel branden.”
Innovatief veld
In een van zijn laatste projecten heeft hij meer dan vijfhonderd combinaties van vaste stoffen getest. Daarvan bleken er zeventien te functioneren. In 2015 verscheen de eerste publicatie over het onderzoek en dat is intussen 98 keer geciteerd. “Het is een geweldig oplosmiddel. Ik wil dat graag overdragen naar andere wetenschappers. Het is een heel innovatief veld. Veel chemische wetenschappers kennen het niet of nauwelijks. Dat wil ik met mijn pitch veranderen. Je kunt metaalionen verwijderen uit water, je kunt er CO2 in oplossen en er verontreinigingen mee uit water verwijderen.”
Lees verder onder de video.
Om al deze eigenschappen te tonen, zal Dannie op 12 maart een klein proefje aan het publiek tonen. Wat en hoe? “Dat blijft nog even geheim. Anders is de verrassing eraf”, lacht de chemicus. “Veel van de huidige oplosmiddelen die de industrie gebruikt, kunnen beter. Als ik daaraan mijn steentje kan bijdragen door onderzoek te doen en presentaties te geven, dan doe ik dat graag.”
Met publieke pitches en optredens is Dannie wel vertrouwd. Hij geeft regelmatig presentaties over scheikunde aan middelbare scholieren en lezingen voor hun docenten. “Wetenschap hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn”, vindt Dannie. Liefst deelt hij zijn enthousiasme voor chemie in simpele bewoordingen.
Zijn verlangen naar een groenere wereld blijft niet beperkt tot praatjes. Hij is van veld gewijzigd en werkt nu vier dagen per week als postdoc voor het LIBERATE-project van InSciTe, een project waarbij onder andere de TU/e en start-up Vertoro betrokken zijn. In dit Eindhovense bedrijfje, een spin-off van de TU/e, vult hij zijn vijfde werkdag. “We willen een ‘game changer’ ontwikkelen door een olie te maken van een van de bestandsdelen van houtachtige biomassa.”
Discussie