Solar Team Eindhoven werkt toe naar eerste meters met ‘Stella X’
Solar Team Eindhoven hoopt komende week de eerste meters te maken met ‘Stella X’, zoals de nieuwe vierde zonnegezinsauto van het TU/e-studententeam voorlopig wordt genoemd. De échte naam wordt, samen met de bolide zelf, op 4 juli onthuld op het 18 Septemberplein in de binnenstad.
Het was een bijzonder moment voor Solar Team Eindhoven (STE) op maandag 17 juni. Die middag kwam de carbon body van de auto - na een maandenlang productieproces bij Brainport Industries Campus in Eindhoven en een uitstapje naar de autospuiter - dan eindelijk ‘thuis’. “Zo voelt het wel een beetje ja”, zegt teamwoordvoerster Marije Sesink met een lach. “Al hebben sommigen van onze engineers zoveel tijd op de BIC doorgebracht, soms zelfs ’s nachts, dat dat voor hen óók een beetje ‘thuis’ is.”
Op de eigen TU/e-campus, in het onderkomen van het team in Momentum, worden de komende weken alle onderdelen ingebouwd. “Onze electrical en computer science engineers, voor wie de uitvoering nu echt gaat beginnen, hebben alles hier liggen. Dit gebouw is bovendien makkelijker bereikbaar voor betrokken alumni die willen helpen. De werkplaats bij BIC was vooral voor het werktuigbouwkundige werk, heel groot en stoffig ook - niet heel handig als je met elektrische componenten aan de slag gaat.”
Twaalfhonderd kilometer op één lading
Een van de nadrukkelijke uitdagingen voor ‘Team 2019’ schuilt in nieuwe regels vanuit de World Solar Challenge, waaraan Eindhoven dit najaar voor de vierde keer meedoet: deelnemende auto’s in de Cruiser-klasse mogen tussen de start in Darwin en de finish in Adelaide nog maar twee keer bijladen. Dat betekent dat de teams straks in één ruk zo’n twaalfhonderd kilometer moeten kunnen overbruggen. Of dat de Eindhovenaren gaat lukken? “Als het goed is wel. Maar vooralsnog heeft de auto natuurlijk nog geen meter gereden”, zegt Sesink met een gezonde dosis realisme. “Hopelijk kunnen we komende week de eerste rij-remtesten doen.”
“Ons ontwerp en onze strategie zijn natuurlijk afgestemd op die regels. En onze auto is daar grotendeels op gebouwd, in een nauw samenspel van massa, ruimte en gewicht”, vervolgt Sesink. Maar er is ook een samenspel tussen die van bovenaf opgelegde bepalingen en de visie van het team - dat niet alleen een energiepositieve auto wil bouwen, maar dit jaar vooral ook de overtollige energie die de auto oplevert ten volste wil benutten. Een powerbank op wielen, zo beschouwt het team zijn nieuwe auto.
Hoe die powerbank precies werkt, “dat vertellen we op 4 juli”, zegt Sesink met mysterieuze blik. Ook andere nieuwe features waarmee ‘Stella X’ het publiek opnieuw moet gaan verrassen, worden de komende weken nog even strak onder de pet gehouden. Een uitzondering is er voor de partners die het team steunen, die doorlopend worden bijgepraat over de plannen, alle specs en het proces.
Vloeibare planning
Grote problemen is Solar Team Eindhoven volgens Sesink gedurende dat proces tot dusver niet tegengekomen. “Natuurlijk zijn er altijd kleine tegenvallers, pakken dingen soms net anders uit dan initieel gedacht, of moet je soms samen tot compromissen komen.” Lachend: “De planning wordt gedurende het proces ook steeds vloeibaarder. Maar er komt altijd een oplossing, al is het maar omdat het móet.”
En al is het maar omdat de onthulling van de auto op 4 juli hard nadert: “We zitten in zo’n rollercoaster nu. Iedereen werkt en leeft er hard naartoe.” De komende weken opereert het team in twee shifts en wordt er letterlijk dag en nacht doorgebuffeld aan het klaar en rijdend krijgen van de auto.
Intussen hoopt STE het Eindhovense publiek de komende weken alvast warm te maken voor zijn auto-onthulling. Op verschillende plekken in de stad zal een mysterieuze black box opduiken, “die te maken heeft met ons concept van energie delen”, verklapt Sesink. Genoemde box gaat ook een rol spelen tijdens de onthulling zelf.
Voordat het team een maand later afreist naar Australië, staat eerst nog een RDW-keuring op de agenda. “We horen onder anderen van alumni dat die keuring steeds strenger wordt. We hebben bovendien weer de nodige nieuwigheden in onze auto, dus dat wordt spannend.” Niet dat het een ramp is als ‘Stella X’ onverhoopt geen officiële kentekenregistratie zou krijgen, "maar we gaan daar natuurlijk wel voor - we willen juist laten zien dat dergelijke zonneauto’s ook echt de weg op kunnen”.
Financiering nog niet rond
Ook nog spannend is de financiering voor de uiteindelijke trip naar Australië, die op dit moment nog niet helemaal rond is. Bedragen wil Sesink niet noemen, “maar we zijn nog op zoek naar partners”. Volgens haar is het sowieso altijd een uitdaging om de begroting rond te krijgen. “De auto is bovendien wat duurder vanwege diverse nieuwe features, we hebben een groter team, er moeten dus meer mensen mee. Maar we gaan er vanuit dat alles en iedereen straks in Australië komt.”
De eerste teamleden vliegen half augustus, een week later gevolgd door de rest van de ploeg. Ook de auto reist per vliegtuig. Onder meer het accupakket heeft er dan overigens al een reis van zo’n twee maanden opzitten; de batterij gaat dit jaar namelijk over zee, nadat de vliegreis twee jaar geleden forse vertraging opleverde. “Er zijn nog maar twee luchtvaartmaatschappijen die lithiumbatterijen vervoeren en de regels zijn sowieso ontzettend streng. Met een zeevracht lopen we minder risico”, verklaart Sesink.
Ook verdeelt het team alle materialen horend bij de auto dit jaar over meerdere kleine boxen, in plaats van nagenoeg alles in één grote kist te vervoeren (die twee jaar terug, alle communicatie vooraf ten spijt, eenvoudigweg niet in het vliegtuig bleek te passen). “Hopelijk geeft ook dat iets meer zekerheid.”
Veertig-voets racecontainer
Een item dat ook overzees reist, is een grote racecontainer die momenteel door het team zelf wordt verbouwd en ingericht. Het betreft een veertig-voets container die in Australië op een vrachtwagen wordt gezet, waarin de auto kan worden vervoerd en waarin werkplekken worden ingericht. Voorgaande teams gebruikten hiervoor een zogeheten bakwagen, een lichte vrachtwagen, maar straks heeft het team dus zijn eigen racecontainer. “Die kan nog jaren mee”, vertelt een zichtbaar trotse Sesink.
Het 26-koppige studententeam maakt vanuit Adelaide eerst de inmiddels traditionele ‘trip up’, waarbij de route van de World Solar Challenge omgekeerd wordt afgelegd en diverse protocollen en procedures alvast een keer in de praktijk kunnen worden geoefend. De zonnerace zelf start vervolgens op 13 oktober.
Dit jaar verschijnt voor het eerst ook Groningen aan de start in Darwin; niet in de Cruiser-klasse, maar in de snellere Challenger-klasse waarin ook Delft en Twente al jaren uitkomen. In de eerste categorie doen dit jaar 20 teams mee, bij de Challengers 29.
Sesink vindt het tof dat de Groningers aanhaken. “Zonneauto’s worden een groot deel van onze toekomst, ik vind het heel goed dat er nog meer teams gaan meewerken aan de ontwikkeling daarvan. Maar persoonlijk had ik wel gehoopt dat ze aan de Cruiser-klasse zouden meedoen; was toch leuk geweest, wat onderlinge Nederlandse concurrentie.”
Discussie