Het onderwijsniveau van partners speelt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek een belangrijke rol in de duur van relaties. Vroeger bleven stellen waarvan de man hoger opgeleid was dan de vrouw, langer bij elkaar. Had de vrouw echter het hoogste diploma, dan nam de stabiliteit van de relatie af. Een betere economische positie van de vrouw deed afbreuk aan de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw en zorgde voor instabiliteit, was de veronderstelling.
Rollen omgedraaid
Dit alles gold in de tweede helft van de twintigste eeuw, toen het gebruikelijk was dat mannen een hoger onderwijsniveau hadden. Tegenwoordig zijn de rollen omgedraaid en heeft 35 procent van de vrouwen uit de onderzoeksgroep een hbo- of wo-diploma, tegen 29 procent van de mannen.
Dat zie je ook terug in relaties: in 20 procent van de gevallen is de vrouw nu hoger opgeleid dan de man en bij 13 procent is het andersom, aldus het CBS. Bij iets meer dan twee derde van de stellen hebben beide partners een gelijkwaardig diploma.
Verandert dat ook iets aan de relationele verhoudingen? Het scheidingsrisico is het grootst wanneer geen van beide partners hoogopgeleid is. Van deze koppels is na 12 jaar 31 procent uit elkaar. Zijn allebei de wederhelften hoogopgeleid, dan is na 12 jaar 19 procent uit elkaar. Als één van de partners hoogopgeleid is, ligt het risico op een scheiding daar ergens tussenin.
Schipbreuk
Opmerkelijk genoeg maakt het volgens het CBS nog steeds verschil of de man of de vrouw hoogopgeleid is. Is dat alleen de vrouw, dan lijdt de relatie vaker schipbreuk. Het gegeven dat het onderwijsniveau van vrouwen de afgelopen decennia aanzienlijk harder is gestegen dan dat van mannen, heeft daar geen verandering in gebracht.
Een relatie heeft de grootste kans van slagen als allebei de partners hoogopgeleid zijn, concludeert het CBS. Zij zouden beter gewapend zijn tegen onvoorziene gebeurtenissen als werkloosheid en zijn het sneller met elkaar eens over belangrijke zaken in het leven.
Discussie