Profpraat | Hitte in de stad
Tijdens de eerste tropische dagen afgelopen week werd het Nationale Hitteplan al weer uit de kast getrokken - belangrijkste boodschap: drink genoeg en doe rustig aan. Vooral steden hebben last van hittestress: zo is het in Eindhoven op een zomerse dag zo’n 4 tot 5 graden warmer dan het omliggende buitengebied. TU/e-bouwkundigen Marcel Musch en Bert Blocken pleiten voor meer groen en blauw in de stad; voor binnen is de ‘ouderwetse’ buitenzonnewering toch nog steeds het meest efficiënt om de hitte tegen te gaan.
Loop je op een warme dag van de TU/e-campus de stad in, dan is het al te merken: de zogenoemde hitte-eilanden. Verstening van het stedelijk gebied, minder wind die de hitte kan wegblazen en afwezigheid van veel groen zijn de belangrijkste oorzaken van deze ‘hotspots’. Vervelend, een plakkerig shirt en een rood hoofd - maar hittestress leidt tot serieuze gevaren die we niet moeten uitvlakken en is een groeiend probleem voor veel Nederlandse steden, waarschuwt hoogleraar Bouwfysica Bert Blocken.
“De effecten van hitte-eilanden zijn ’s nachts het grootst; het donkere asfalt, beton en stenen slaan veel warmte op die ze ’s nachts afgeven. Zo koelt de stad ’s nacht onvoldoende af. Ons lichaam heeft een goede nachtrust nodig, maar die wordt daardoor flink verstoord. Tel maar op: verhitting door de temperaturen overdag, slapen op een sterk isolerend matras dat nauwelijks ventileert, in een stad die niet afkoelt. Houdt dat een aantal dagen aan dan zie je het aantal sterfte- en ziektegevallen onder ouderen en andere kwetsbare groepen omhoog schieten. Hittestress is een probleem waar we steeds meer mee te maken krijgen. Waar lang werd gedacht dat het alleen een ‘hot topic’ was in mega-steden, tonen metingen de laatste decennia aan dat ook - op wereldniveau - kleine steden als Rotterdam en Eindhoven met hitte-eilanden kampen.”
Meer groen en blauw
De stad moet dus hittebestendiger. En dat is op zich helemaal niet zo ingewikkeld; gemeentes moeten zorgen voor meer groen en blauw, zegt stedenbouwkundige Marcel Musch. Vorig jaar richtte hij samen met waterschap De Dommel en de gemeente Eindhoven een OntwerpLab op dat moet helpen Eindhoven klimaatrobuust te maken. “De maatregelen die een gemeente kan treffen zijn eigenlijk heel eenvoudig, en hoeven ook niet altijd veel te kosten. Sinds de jaren zestig werd er vanuit gegaan dat bestrating met de klassieke 30x30 stoeptegel het goedkoopste was in aanleg en onderhoud en dat heeft voor veel grijs in de stad gezorgd. Maar de plantsoentjes hoeven helemaal niet zo strak en wanneer we vernatuurlijking van de stedelijke buitenruimte aanmoedigen - met meer bomen, struiken, gras en water - dan krijg je een heel ander kostenplaatje.”
Het mag dan eenvoudig klinken, toch is het hittebestendig maken van een stad in de praktijk een heel ander verhaal, verzucht Musch. “Er zijn veel verschillende partijen die verantwoordelijk zijn voor de buitenruimte. Ambtenaren groenbeheer, waternetwerken, energienetwerken, die allemaal vanuit een eigen organisatie werken. Met het OntwerpLab bekijken we hoe we de huidige werkwijze kunnen veranderen. We zien dat er aan het begin van een project veel meer aandacht besteed zou moeten worden aan ontwerpend onderzoek en dat systemen gekoppeld moeten worden zodat ze elkaar kunnen versterken. Zo wordt een leefomgeving tegelijkertijd robuuster en aangenamer. We moeten minder in hokjes denken: het hitteprobleem is groter dan een rode plek op een kaart en de oplossing breder dan een boom planten; het gaat om het totaalbeeld.”
Géén airco's
Hoewel de Nederlandse steden het besef hebben dat ‘klimaatadaptieve maatregelen’ noodzakelijk zijn om de stad leefbaar te houden, is voor de korte termijn focussen op gebouw-verkoeling mogelijk efficiënter, meent Blocken. “We hebben een heel scala van maatregelen onderzocht. Wat we vooral niet moeten doen is massaal airco’s aanschaffen; naast het feit dat ze energieslurpers zijn, pompen ze juist nog meer warmte de buitenlucht in. Ook de groene daken vallen tegen qua efficiënte afkoeling. Verdampingskoeling waarbij verdamping van minuscule waterdruppels voor verkoeling zorgt is nog relatief onbekend, maar heeft zeker potentie. Maar juist de traditionele manieren - tevens het goedkoopst- werken eigenlijk het best. Zorg voor goede buitenzonwering en doe aan piekventilatie: ’s nachts of vroeg in de ochtend de ramen tegenover elkaar openzetten. En wordt het je binnen echt te warm, dan kom je met een ventilator en bevroren waterflesje ook een eind.”
Bouw je eigen buitenzonwering van karton en aluminiumfolie
Wil je zelf aan de slag om je hoofd koel te houden deze zomer? Bert Blocken geeft een simpele doe-het-zelf beschrijving voor studenten met beperkte (financiële) middelen om de warmte effectief én goedkoop buiten te houden.
Benodigdheden:
- Grote doos (tip: vaak kan je gratis bananendozen halen in de supermarkt!)
- Aluminiumfolie, lijmstift, schaar, schilderstape. Indien je karton heel stevig is, dan zal je ook een meetlat, balpen (of potlood) en een mesje of een schaar nodig hebben om zelf naden te ritsen.
Werkwijze:
- Vouw de doos voorzichtig los en leg het karton plat neer. Open stukken kan je overplakken met schilderstape, zodat je nadien een egaal karton hebt om te bekleven met zilverpapier.
- Vorm een zigzagpatroon. Indien je karton flexibel is, dan lukt dit zonder problemen. Is je karton echter steviger, dan kan je met een lat en een pen lijnen trekken, waarlangs je met een mesje of een schaar oppervlakkig kerft. Zo maak je een ‘naad’.
- Leg het karton plat, smeer het in met een plakstift en kleef er zilverpapier op. Maak het zilverpapier aan de randen vast met schilderstape, en zorg dat losse stukjes vastgemaakt zijn.
- Nu moet je scherm op de buitenkant van jouw raam komen te zitten. Indien jouw karton groot genoeg is om neer te zetten en enkel ter ondersteuning vastgemaakt te worden met schilderstape, dan is dat de beste optie. Moet je het toch vastkleven op het raam zelf, dan is het moeilijker om het zigzagpatroon ook stevig op te hangen, afhankelijk van de grootte van het raam en het karton. In dat geval kleef je het best vast op het glas met duct tape.
Over Profpraat
Onze wetenschappelijke staf is dé vraagbaak om actuele kwesties aan voor te leggen. Of het nu gaat om de energietransitie, automatisering of het gevaar van hackers; zij geven duiding aan zaken die in het nieuws spelen. Trump zou zeggen: “Dat is ook maar een mening”, maar wij waarderen die ten zeerste en brengen daarom elke drie weken een nieuwe aflevering van Profpraat.
Discussie