Vragenbank | “De momenten waarop ik wél mijn mond opentrok, zijn me bijgebleven”
Ze was een beetje huiverig voor de Vragenbank. “Ik weet niet of ik zulke diepe vragen on the spot kan beantwoorden.” Maar toch; ze zit er. Marit Loonen (21) is een vierdejaars Psychology & Technology-student, ze combineert haar studie met het voorzitterschap bij Intermate. Na haar bachelor gaat ze aan de master Human-Technology Interaction beginnen. Ze is geen type dat spijt heeft van haar keuzes en herinnert zich vooral de goede momenten in haar leven. Met haar positieve kijk op het leven heeft ze vijf vragen voor de Vragenbank beantwoord.
Wie was je eerste grote liefde?
“Ik had nooit een crush op de middelbare school. Al die meisjes in mijn klas hadden elke week een andere liefde, dat vond ik zo stom. Mijn eerste liefde is mijn vriend Colin, met wie ik al drie jaar een relatie heb. Daarvoor ben ik eigenlijk nooit verliefd geweest, ik sta daar te nuchter in, denk ik. ”
“We kennen elkaar van het studentenhuis, ik ontkende eerst dat ik verliefd was en ik was vooral bang dat het gevoel niet wederzijds was. Bij de eerste zoen ging ik toch geloven dat hij me misschien wel leuk zou vinden. Sindsdien zijn we bij elkaar. Hij studeert ook aan de TU/e en is zelfs lid van Intermate.”
Wat heb je vandaag geleerd?
Ze trekt een bedenkelijk gezicht. “Ik heb weinig gedaan vandaag. Ik heb anderhalf uur geleden de kruiswoordpuzzel van de NRC gemaakt, maar daar kan ik me nu al niet meer zoveel van herinneren, dat is een beetje verontrustend”, grapt ze. “Ik denk dat ik deze vraag maar wegleg, mijn dag is tot nu toe niet heel noemenswaardig.”
Wanneer zweeg je toen je eigenlijk je mond had moeten opentrekken?
“Zo’n situatie kan ik me niet herinneren. De momenten waarop ik wél mijn mond opentrok, blijven me bij. Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid. Iemand zei bijvoorbeeld laatst tegen me over vluchtelingen: “Ze zijn gevlucht, maar hebben wel een smartphone!” Dan word ik boos. Wat is het eerste wat jij mee zou nemen in zo’n situatie? Precies, je telefoon.”
“Een moment van vroeger is me altijd bijgebleven. Op de basisschool hadden we elke week zo’n televisie-uurtje, maar omdat een paar kinderen druk waren, liet de juffrouw dat uurtje niet doorgaan. Dat was, toen ik jonger was, een moment van onrechtvaardigheid. Ik ben toen met de juffrouw in gesprek gegaan. We kregen uiteindelijk alsnog ons televisie-uurtje. Daar ben ik nog steeds een beetje trots op.”
Aan welke klus heb je de grootste hekel?
“Huishoudelijke klusjes zijn natuurlijk niet leuk, maar dat hoort erbij. Ik heb een enorme hekel aan mijn band plakken, ik krijg dat maar niet voor elkaar. Gelukkig heb ik een vriend die heel erg van klussen houdt, die ‘passie’ deel ik niet. Hij plakt al drie jaar mijn banden, en ik sta er dan bij en kijk ernaar. Na al dat kijken, kan ik het helaas nog steeds niet zelf.”
Waarvan heb je het meeste spijt?
“Ik heb niet snel spijt van dingen, een diepzinnig antwoord heb ik daar in ieder geval niet op. Ik vind het wel jammer dat ik niet meer sport, een beetje een cliché, hè? Ik ben namelijk lid van Asterix, maar door de drukte die bij het bestuursjaar komt, ga ik er eigenlijk nooit meer heen. Terwijl het maar vijf minuten lopen is vanaf Intermate. Ik heb atletiek altijd al leuk gevonden, maar vroeger zat er geen club bij mij in de buurt. Toen ik bij Asterix begon, vond ik het ontzettend leuk! De mensen zijn daar zo aardig en het is altijd gezellig. Ja, daar heb ik eigenlijk wel spijt van.”
Blind of doof zijn?
“Geen van beiden is zeker geen optie? Ik denk dat ik liever doof ben. Bij blindheid neemt je vrijheid volgens mij enorm af. Ik zou het wel erg vinden als ik geen muziek meer zou kunnen luisteren, maar niet kunnen zien lijkt me nog erger. Het is kiezen uit twee kwaden.”
In onze rubriek de Vragenbank laten we studenten en medewerkers vijf kaartjes uit onze hoge hoed met vragen trekken. Eén vraag mag worden geruild. Het volgende interview verschijnt over drie weken.
Discussie