“Nederland moet kweekvijver blijven voor wetenschappelijk talent”
Minister Ingrid van Engelshoven wil de werkdruk van het wetenschappelijk personeel terugdringen. Ze wil dat onderzoekers vaker een vaste aanstelling krijgen en dat ze niet langer alleen worden beoordeeld op hun hoeveelheid publicaties.
De minister schrijft dit in haar wetenschapsbrief ‘Nieuwsgierig en betrokken - de waarde van wetenschap’ die ze deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Ze zet daarin haar wetenschapsvisie en -beleid voor de komende vier jaar uiteen.
Dialoog
Een van haar drie grote ambities is het versterken van de band tussen wetenschap en samenleving. Ze vindt het belangrijk dat onderzoeksresultaten de samenleving bereiken en stelt 1 miljoen euro beschikbaar aan NWO om een pilot te ontwikkelen om onderzoekers te belonen die “actief met de samenleving in dialoog gaan”.
Binnen deze ambitie past ook een verhoging van het budget van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA), waarin wetenschappers een antwoord proberen te vinden op grote maatschappelijke vraagstukken. Het budget gaat van 70 naar 130 miljoen euro per jaar vanaf 2020. Het geld is bedoeld voor vernieuwend onderzoek en bevordert de samenwerking tussen wetenschappers van verschillende disciplines. In 2022 wordt de reisgids voor de Nederlandse wetenschap, zoals de NWA wel genoemd wordt, herzien, “met brede betrokkenheid van burgers”, aldus de minister.
Radiotelescoop
Van Engelshoven wil dat Nederland blijft meedoen met de wereldtop van de wetenschap. Dat vraagt om state of the art onderzoeksfaciliteiten. Ze investeert bijvoorbeeld 30 miljoen euro in de Square Kilometre Array (SKA), de grootste radiotelescoop ter wereld, waaraan 11 landen meewerken.
De strategische samenwerking tussen faculteiten van dezelfde discipline vindt ze van groot belang. Ze kiest, zoals al in het regeerakkoord stond aangekondigd, voor een versterking van de sectoren bèta en techniek (oplopend tot jaarlijks 60 miljoen euro vanaf 2020) “omdat deze sectoren te maken hebben met hoge kosten”.
Maar ze ziet ook de waarde van de sociale en geesteswetenschappen en heeft hun gevraagd een ‘sectorplan’ op te stellen (oplopend tot jaarlijks 10 miljoen euro vanaf 2020). Rond de zomer beslist ze over de verdeling van de middelen over de disciplines voor de komende zes jaar.
Haar derde grote ambitie is dat Nederland een “kweekvijver en haven blijft voor wetenschappelijk talent”. Ze wil de werkdruk van het wetenschappelijk personeel verlagen, onder meer door met onderzoeksfinancier NWO en universiteitenvereniging VSNU de vele aanvragen voor onderzoekssubsidies te verminderen. Tegelijkertijd wil ze met instellingen afspraken maken over het terugdringen van tijdelijke dienstverbanden.
Stormloop
Van Engelshoven is met name benieuwd naar het effect van de zogeheten ‘inbeddingsgarantie’ waarmee NWO de stormloop op onderzoeksfinanciering hoopt te beteugelen. Wetenschappers die een gooi willen doen naar een NWO-subsidie, moeten sinds vorig jaar een verklaring op zak hebben van een universiteit waarin staat dat de aanvrager daar ook daadwerkelijk aan de slag kan, mocht hij of zij de beurs in de wacht slepen. In februari komt NWO met een evaluatie van de maatregel. De Jonge Akademie is kritisch en doet eveneens onderzoek.
Verder steunt de minister het voornemen van universiteiten en onderzoeksfinanciers om wetenschappers anders te waarderen en belonen. Op dit moment worden ze ook volgens Van Engelshoven nog te veel beoordeeld op hun aantal publicaties, de hoogte van de impactfactor en het aantal binnengehaalde beurzen. Ze vindt dat wetenschappers ook moeten worden beoordeeld op het verzorgen van goed onderwijs en het overdragen van kennis aan de samenleving. In 2019 en 2020 stelt ze in totaal een half miljoen euro beschikbaar om pilots en experimenten te ontwikkelen.
Diversiteit
Het aantal vrouwelijke hoogleraren groeit nog lang niet hard genoeg vindt Van Engelshoven. Ook onderzoekers met een migratieachtergrond zijn volgens haar sterk ondervertegenwoordigd in de wetenschap. Ze wil jaarlijks vijf miljoen euro steken in het vergroten van de diversiteit binnen de wetenschap. Dat geld komt met name ten goede aan onderzoeksloopbanen van vrouwen in de bètawetenschappen en van onderzoekers met een migratieachtergrond.
Discussie