Blue Jay focust ditmaal eerst op de techniek
Als een vooropgesteld businessplan gaat knellen en het innovatie in de weg zit, dan helpt alleen een radicale verandering. Dus gaat voor studententeam Blue Jay deze keer het meisje voor de zaken. De studenten richten zich volledig op de technologie die hun drone kan verbeteren. Daarna volgt pas de vraag waarvoor de drone kan worden ingezet. Gisteren verzorgde het team in de nieuwe grote collegezaal van Atlas een demonstratie.
Blue Jay is een opvallende hoogvlieger in de dronewereld. Hij beweegt autonoom door een binnenruimte en is ontworpen om mensen van dichtbij te helpen. Het studententeam dat werkt aan een nieuwe versie, kiest nu voor een radicale stijlbreuk. De vraag waartoe Blue Jay dient, is losgelaten. “Dat thema zit de verbetering van de technologie in de weg”, zeggen Rik Benoist en Emmie Schoutens van het studententeam. “Eerst zorgen dat de drone beter wordt, daarna zien we beter voor welke doelen hij geschikt is.”
Aan iedere eindpresentatie werd tot dusver telkens een businessmodel gekoppeld. Voorgaande drones serveerden een drankje (zorg), speelden boter-kaas-eieren (kunstmatige intelligentie) of signaleerden wanneer iemand dreigde te verdrinken (veiligheid). De nieuwe Blue Jay zou het zonder twijfel allemaal kunnen, maar daar is het de studenten niet om te doen.
Benoist: “Dergelijke businessmodellen kwamen te vroeg omdat de technologie niet zover was. Nu draaien we het om. Eerst een sterke focus op de techniek, dan krijgen we de ‘use case’ vanzelf scherper. Uiteindelijk moet het over twee tot drie jaar leiden tot de ultieme drone die als basisplatform kan dienen voor meerdere toepassingen.”
Singlecopter
Voor teammanager Benoist, pr-medewerker Schoutens en rest van het team was er donderdagmiddag 14 februari een soort vuurdoop; de eerste tussentijdse presentatie van de nieuwe drone in de grote collegezaal van Atlas. Waar het vorige exemplaar nog zes propellers telde, heeft de huidige variant er nog maar vier. “Ook slaan we een tweede weg in met het ontwikkelen van een ‘singlecopter’. Een drone met slechts één propeller kun je veel kleiner maken en veel stiller krijgen, wat ideaal is voor gebruik binnenshuis”, vertelt Schoutens.
Maar de focus op de drone met vier propellers zal hierdoor niet minder scherp zijn, zo wordt Cursor verzekerd. Schoutens: “Het team is groot en divers en bestaat uit negentien leden afkomstig van twaalf verschillende studierichtingen. We hebben dus voldoende mensen en middelen voorhanden.”
In aanloop naar de presentatie is het nog spitsuur in Momentum, het gebouw waar Blue Jay onderdak heeft. De inzet van de parttimers vloog in de laatste weken van zestien naar veertig uur per week en de fulltimers zien ook hun avonden en weekeinden verdampen. Maar de eensgezindheid en geestdrift houdt iedereen eenvoudig op de been, aldus Schoutens.
Subteams
Het studententeam is opgesplitst in vijf subteams: management, hardware, software, kunstmatige intelligentie en interaction design, waar onderzocht wordt hoe drone en mens optimaal kunnen communiceren. Met financiële steun van de TU/e sleutelt het team aan de gouden formule en wordt daarbij met kennis en faciliteiten ondersteund door bedrijven zoals Fortress, NXP en SAS. Op hun beurt delen de studenten hun data. Interesse bij de buitenwacht, zowel nationaal als internationaal, is er altijd volop, zegt Benoist, “want autonoom én indoor, dat zie je zelden.”
Nog andere opvallende wijzigingen aan de drone betreffen ditmaal het beschermende frame van kunststof dat nu is ingeruild voor een versie waarbij zeildoek is gebruikt. Het gewicht van Blue Jay is daarmee teruggebracht van 2,6 naar 2,2 kilo en ”still counting”, aldus Benoist. “Over een paar weken naderen we de twee kilo”, voorspelt hij. “Het streven is om onder de twee kilo te komen.” De ‘ogen’ van de drone zijn gemaakt in de vorm van een hartje, de led-lampjes stralen roze. Spraak is toegevoegd als extra vorm van communicatie tussen mens en machine. Daarover merkt Benoist op: “We maken de drone wel levendig, maar niet té menselijk, want dat is namelijk alleen maar eng.”
Interesse in het project? Neem vooral contact op met het team.
Discussie