Foto | Shutterstock

Kamer stelt vragen over omvang onderwijsbudget

Is het geld dat de regering apart heeft gezet voor het hoger onderwijs wel voldoende en wordt het goed besteed? Regeringspartij D66 wil dat zeker weten en vraagt minister Ingrid van Engelshoven om onderzoek. CDA-Kamerlid Harry van der Molen wil dat de commissie-Van Rijn ook onderzoekt of de toestroom van buitenlandse bachelors zou worden afgeremd door Engelstalige bachelors minder bekostiging te geven.

door
foto Shutterstock

Een commissie onder leiding van voormalig PvdA-staatsecretaris Martin van Rijn, bekijkt momenteel hoe de bekostiging van het hoger onderwijs kan worden verbeterd. Bij de benoeming van deze commissie benadrukte minister Van Engelshoven dat het simpelweg verhogen van het budget geen oplossing was. De commissie heeft alleen de opdracht gekregen om te onderzoeken hoe de huidige ‘taart’ het best kan worden verdeeld.

Maar D66-Kamerlid Paul van Meenen, partijgenoot van de minister, wil toch wel graag weten of het macrobudget voor het hoger onderwijs voldoet en of het past bij de verschillende beleidsdoelen. Er wordt momenteel al onderzocht of het primair en het voortgezet onderwijs voldoende geld hebben en Van Meenen vindt dat dit onderzoek er ook moet komen voor het mbo en het hoger onderwijs.

Hoger bekostigen

Volgens de online nieuwssite ScienceGuide kwam van CDA-Kamerlid Harry van der Molen het verzoek of de commissie-Van Rijn ook wil onderzoeken of de maatregel om Nederlandstalige bachelors hoger te bekostigen dan Engelstalige bachelors, ertoe bijdraagt om op die manier de financiële prikkel voor internationalisering uit de bekostiging te halen. Van der Molen stelde dat het hoger onderwijs er in de eerste plaats is om Nederlandse jongeren voor te bereiden op een toekomst.

Volgens ScienceGuide wees de minister het voorstel van het CDA niet op voorhand van de hand, maar ze wilde Martin van Rijn hier niet mee belasten. Van Engelshoven: “Dat zou ik graag op een andere manier willen doen, ook omdat ik hier weer het bezwaar heb dat we de commissie-Van Rijn niet met allerlei extra opdrachten op pad moeten sturen.”

De minister verwees Van der Molen naar het Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) internationalisering dat dit voorjaar verschijnt. “We hebben op dit moment een IBO naar de internationalisering van het onderwijs lopen. Dat rapport wordt in het voorjaar van 2019 afgerond. Het is een rapport dat de kansen, de risico’s en de consequenties van internationalisering in het hoger onderwijs in kaart brengt, zeker ook in financiële zin. Naar aanleiding van dat IBO-rapport kunnen we hier een debat voeren.” Met dit commentaar in het achterhoofd ging Van der Molen zich beraden of hij de motie zou aanpassen, zodat die volgende week dinsdag 19 februari in stemming kan worden gebracht in de Kamer.

Iets moois

Ook de oppositie onder aanvoering van GroenLinks diende dinsdag een motie in die de regering opriep om de toereikendheid van de financiering van het hoger onderwijs en onderzoek alsnog te verkennen. Van Engelshoven gaf de voorkeur aan de motie van D66, “maar misschien kunt u samen tot iets moois komen”. 

Universiteitenvereniging VSNU is blij dat de Tweede Kamer nader onderzoek wil. Volgens haar maakte eerder onderzoek duidelijk dat de knelpunten in de bekostiging 'niet louter voortkomen uit de systematiek ervan, maar vooral uit een structureel gebrek aan middelen'.

Deel dit artikel