‘Zoek het maar uit’: praktijkles bij Technische Natuurkunde
Samenwerken, overleggen, experimenteren, vindingrijk zijn. De persoonlijke vaardigheden van tweedejaars studenten Technische Natuurkunde worden op de proef gesteld tijdens de praktijkles regeltechniek. Maar spieken is toegestaan. “Het gaat om de totale performance”, zegt decaan Gerrit Kroesen.
De faculteit Technische Natuurkunde (TN) brengt onderwijsvernieuwing letterlijk in de praktijk. De tweedejaarsstudenten gaan de komende zeven weken proberen een balletje te laten zweven. Alles wat ze daarvoor meekrijgen, past in een schoenendoos. Een magnetische spoel, een printplaatje, wat stekkers en kabeltjes en uiteraard een metalen balletje. Onder het motto: zoek het maar uit.
Vrijblijvend knutselen? Absoluut niet, bezweren decaan Gerrit Kroesen en docent Rudie Kunnen. Zij begeleiden samen de 160 studenten die aan de opgave werken. Het is een andere vorm van onderwijs. Een vertaalslag tussen theorie en praktijk. “Kleinschalig, challenge based en hands-on”, omschrijft Kroesen. “Bij theorielessen zitten studenten vaak te wachten tot iemand ze helpt. Ze steken hun hand op en stoppen met denken. Nu moeten ze zelf oplossingen vinden.”
Kunnen: “We hebben met opzet de opdracht open geformuleerd. Er is een collegedictaat met theorie en enige monitoring voor het geval dat een groepje vastloopt. Maar dat hebben we tot dusver niet meegemaakt.”
Organisch
De praktijkles regeltechniek is verplichte kost en maakt deel uit van het Ontwerpgericht Onderwijs (OGO). “Het was voor ons een sprong in het diepe”, bekent Kunnen. “En er is heel nog wat werk te doen, maar dat ontwikkelt zich vrij organisch”, vult Kroesen aan. Ze vinden het allebei goed om de lesstof eens op een heel andere manier aan te bieden. Kroesen: “We zijn een technische opleiding en onze ‘klanten’, zoals ASML, willen mensen die regeltechniek ook in de praktijk realiseren. Ze zoeken medewerkers die het systeemdenken beheersen. Dat is logisch, want op één machine van ASML zitten ongeveer tweehonderd regelkringen.”
Technische Natuurkunde heeft de praktijkles al eerder geprobeerd. Op kleine schaal eerst in Flux, later nog een keer in het Gaslab. In een enquête reageerden studenten positief, vooral de geboden vrijheid viel in de smaak. Wel bleek dat zij aan zij werken in een rij het overleg niet bevorderde. Ook was er enige drempelvrees om de begeleiders aan te spreken omdat zij in een aparte ruimte zaten. Met de keuze voor grote groepstafels, een werktafel voor Kroesen en Kunnen, en de ruimte van Innovation Space is dat nu opgelost.
Spieken
Vanwege de omvang van de groep is de lichting tweedejaars opgedeeld in twee groepen van tachtig personen. Twee ochtenden in de week leren studenten nu in de praktijk over regeltechniek. Ze doen dat in groepjes van zes tot zeven personen. Spieken mag. “Daar leer je juist van”, merkt Natuurkundestudent Rik Heinemans lachend op. “Als je vastloopt, kun je bij een ander groepje vragen hoe zij het aanpakken.”
Heinemans is volop bezig met studiegenoot Chris van der Heijden. Die vindt de praktijkles minder aansluiten bij zijn studie die in zijn ogen vooral is gevuld met theorie. “Je leert wel programmeren en andere praktische vaardigheden.”
Hints
Wat ze allebei goed bevalt, is de vrijheid van onderzoek en experimenteren. Van der Heijden: “We hielden op een bepaald moment meer stekkers over dan aansluitingen. Toen we vroegen om een splitter, kregen we te horen dat het ook zonder kan. Hoe? Dat zeggen Gerrit en Rudie niet. We krijgen hooguit wat hints van ze en voor de rest moeten we het zelf uitdokteren.” De twee zijn pas begonnen aan hun eerste praktijkles, maar ze zijn ervan overtuigd dat hun balletje straks zal zweven.
Voeten in de klei
De studenten oefenen op drie professionele vaardigheden: presenteren, samenwerken en plannen. Aan de hand van een toets, een presentatie en peer-review rolt daar een beoordeling uit. De kans dat minder presterende studenten meeliften op de inzet van andere groepsleden, achten de begeleiders niet groot. “Daar zorgen de studenten zelf wel voor met hun peer-review”, zegt Kunnen.
Hoewel andere decanen hem soms voor gek verklaren, kan Kroesen ondanks zijn volle agenda erg genieten van het praktijkonderwijs. ‘Met de voeten in de klei’ volgt hij vier keer per week de studenten van dichtbij. Zo houdt hij optimaal voeling met het onderwijs. “Onderwijsvernieuwing is niet iets waar je alleen last van hebt”, glimlacht hij.
Discussie