Sluitstuk | Vechten om de app-gebruiker
Meer dan twee miljoen applicaties zijn er te vinden in de appstores van Apple en Google, en hoewel de markt verzadigd begint te raken, komen er dagelijks nieuwe bij. Hoe zorg je als app-ontwikkelaar dat juist jouw product gekozen wordt? Promovendus Joey van Angeren onderzocht hoe belangrijk keuzes in het businessmodel zijn voor onderscheidend vermogen in de appstore.
Mensen besteden steeds meer tijd aan hun mobiele telefoon. Marktonderzoekers voorspellen dat we dit jaar zelfs voor het eerst meer op onze smartphone te vinden zijn dan voor de televisie. Het merendeel van onze telefoontijd gaat op aan app-gebruik. Per dag openen we gemiddeld zo’n tien selecte apps; maandelijks gebruiken we er een stuk of dertig.
Met meer dan twee miljoen apps in de appstores blijkt er toch nog steeds ruimte voor nieuwe applicaties, legt Joey van Angeren uit. Recent promoveerde hij aan de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences, nu is hij universitair docent Digitale Innovatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Kansen
“Puur economisch gezien liggen er in de app-markt nog steeds kansen, hoewel het aantal beschikbare apps in appstores het afgelopen jaar wel voor het eerst aan het afnemen was. Er zijn ontzettend veel applicaties, en veelal strijden ze om de aandacht van dezelfde gebruiker. Je kunt denken dat het succesvol zijn van een app een kwestie van geluk is, wanneer ze bijvoorbeeld door de eigenaar van een platform worden uitgelicht. Maar wij zien dat keuzes in het businessmodel essentieel zijn en ondanks dat het een volle markt is ze wel degelijk sterke invloed hebben op succes of falen.”
Over een periode van enkele jaren hield Van Angeren op continue basis de appstores bij. Hoe veranderen apps en hoe wordt er op elkaar gereageerd? Hij richtte zich op apps in drie categorieën - entertainment, utility en productivity - en bekeek per studie een ruime tweehonderdduizend apps. Een grondige aanpak, en uit zijn proefschrift komt dan ook een lijstje do’s en don’ts voor app ontwikkelaars naar voren. “Een stap verder richting de ideale app-ontwikkeling”, noemt Van Angeren het voorzichtig.
“Veel ontwikkelingen worden klakkeloos overgenomen zonder dat bekend is of het voor dat specifieke product werkt. We zien bijvoorbeeld dat er een enorme drang is om apps aan te bieden volgens zogenoemde freemium constructies. Daarbij wordt een basis-app gratis aangeboden en betaal je voor de meer geavanceerdere gebruikersmogelijkheden. Voor mass market apps kan dat prima werken, maar bij ‘kleinere’ apps - waarbij ontwikkelaars juist vaak denken dat gratis uitproberen de way to go is - zien we een averechts effect. Het lijkt erop dat ontwikkelaars doen wat gebruikelijk is, maar uit ons onderzoek komt naar voren dat dat zeker niet de juiste keuze hoeft te zien. Een goed doordacht businessmodel met de juiste keuzes is cruciaal.”
Kieskeuriger
Ook het extreme uit de band springen om op te vallen is volgens Van Angeren niet nodig. “Het klinkt droog, maar een gemiddeld niveau van onderscheidenheid werkt het best. Dat betekent dat je niet compleet moet imiteren, maar ook niet dusdanig anders moet zijn dat je buiten de overwegingssets van de consument valt. Die is vaak opvallend behoudend. En houd de gebruikersvoorkeuren van je doelgroep nauwlettend in de gaten. Want als er veel te kiezen valt, is de consument kieskeuriger.”
Dat merkt Van Angeren - hij classificeert zichzelf als zware gebruiker - bovendien aan den lijve. “Ik heb veel apps op mijn telefoon, dat maakt het voor mij als slechtziende veel makkelijker om mijn weg te vinden dan zo’n jaar of tien geleden. Maar ze komen er niet zo maar op, misschien ben ik daar mede door mijn werkveld heel kritisch in.”
Discussie