Soup & Stuff | “Ik heb ruimte nodig, mijn eigen leven, een eigen plek”
Al is deze rubriek nog maar koud van start - of we voor een volgende reeks niet iets met zóet kunnen doen. Want Giovanni de Almeida Calheiros neemt weliswaar met plezier deel aan deze rubriek, maar soepen zijn bepaald niet zijn specialiteit. Voor het bereiden van zoetigheid mogen we de Braziliaan, net klaar met zijn PDEng aan de faculteit Wiskunde en Informatica, echter altijd bellen.
Giovanni vindt het geweldig in Nederland. Twee jaar is hij nu hier en vooralsnog piekert hij er niet over om weg te gaan. Al is het maar omdat het hier een stuk veiliger is dan in Brazilië en hij dol is op het Nederlandse weer. Wacht, wat? Hij lacht. “Die reactie krijg ik altijd, maar in Brazilië is het echt veel te heet.”
Gevraagd naar zijn indruk van de Nederlandse keuken kijkt hij moeilijk. “Daar zeg ik maar niks over.” Of misschien toch maar wel. Bijvoorbeeld over de eeuwige boterham met kaas of kipfilet waarop zijn Nederlandse collega’s tussen de middag teren, terwijl hijzelf geniet van rijst, salade en bonen. Giovanni benóemt alleen, wil niet hardop oordelen, maar schudt niettemin meewarig zijn hoofd.
Hij kookt graag, vertelt de 37-jarige Braziliaan. Liefst niet al te braaf volgens recept, “tenzij het recept heel goed is”. En het liefst dus zoet. “We kennen in Brazilië de Dutch Pie, met onder andere donkere chocolade en mascarpone. Het recept is ontzettend bewerkelijk, het duurt zo acht uur om te maken.” Maar Giovanni is niet voor niets een ingenieur: “Ik dacht: dat kan ik sneller. Nu maak ik ‘m in twee uur.”
Op oma’s verjaardag kwamen, alleen al aan directe familieleden, meer dan vierhonderd mensen
Koken en vooral eten waren in zijn jeugd al prominente thema’s. “Mijn overgrootmoeder had tweeëntwintig kinderen, mijn oma ‘slechts’ vijftien. Je kunt je voorstellen hoe gigantisch onze familiebijeenkomsten waren. Op oma’s verjaardag kwamen, alleen al aan directe familieleden, meer dan vierhonderd mensen - dan waren daar nog niet eens partners bij. Mijn herinneringen daaraan bestaan vooral uit veel mensen, veel kinderen en gigantische tafels met heel veel eten.”
Nadrukkelijke familierecepten die van generatie op generatie worden doorgegeven, herinnert hij zich niet - met uitzondering van bepaalde toetjes, maar daar zal zijn eigen voorliefde voor zoet zeker een aandeel in hebben. Bovenal herinnert hij zich onder meer hoe zijn oma altijd zelf koffie maakte. Met de hand, met behulp van wat zich nog het best laat beschrijven als een soort immense vijzel, maar dan van hout. “Dat beeld zie ik zo nog voor me.”
En hij herinnert zich de kaas die zijn oma maakte. Een “heel ander soort kaas” dan we hier in Europa kennen, al omarmt de volwassen Giovanni verrassend genoeg alle soorten. “Oude kaas, nieuwe kaas, blauwe kaas - gewéldig.” Minder geweldig vindt hij uien: “Met uien heb ik altijd een probleem gehad. Als kind al”.
Voor chocolade, in welke samenstelling, vorm of combinatie dan ook, kun je hem daarentegen altijd wakker maken. “Ik koop altijd grote repen en probeer me vervolgens thuis te beheersen om niet alles in één keer op te eten. Ik ben in Aken in de winkel van Lindt geweest en liep met drie kilo chocola weer naar buiten.”
Lees meer over Giovanni onder het recept.
Soup
Bonensoep met laurier van Giovanni - deze hele week verkrijgbaar in de kantine van MetaForum en op sommige dagen ook op de andere locaties.
Voor 6 borden soep
Bereidingstijd: 20 minuten
Benodigdheden
-2 blikken kievitsbonen
-6 laurierbladeren
-8 koppen water
-1 beker pasta
-4 teentjes knoflook (fijngehakt)
-1 tl olie
-200 gram gerookte Portugese worst (in plakjes)
-snelkookpan
-keukenmachine of staafmixer
Bereidingswijze
Doe de bonen, de laurierbladeren en zes koppen water in een snelkookpan. Laat 30 minuten koken (vanaf het moment dat de pan begint te sissen) of tot de bonen zacht zijn. Haal de pan van het vuur.
Meng de bonen, de laurierbladeren en de bouillon met een staafmixer of keukenmachine tot een dik geheel. Doe dit in een pan, voeg de resterende 2 koppen water toe en breng op smaak met peper en zout. Breng het geheel op een middelhoog vuur aan de kook. Voeg daarna de pasta toe en kook nog eens 10 minuten.
Bak intussen de knoflook in olie goudbruin. Voeg de in plakjes gesneden Portugese worst toe en bak deze 5 minuten. Voeg de worst met knoflook toe aan de soep, meng en breng aan de kook. Eet smakelijk!
Klik hier voor het originele recept van deze ‘Sopa de feijão com louro’.
& Stuff
Tot slot: drie prikkelende persoonlijke vragen voor Giovanni uit Cursors glazen voorraadpot, terwijl aan het aanrecht de culinaire puntjes op de i worden gezet.
Wat is het grootste verschil tussen jou en je ouders?
“Ik denk vooral dat ik wat dapperder ben dan mijn vader (Giovanni’s moeder overleed toen hij 21 was, red.). Mijn vader woont al nagenoeg zijn hele leven op dezelfde plek, in dezelfde stad, in hetzelfde huis. Hij had dan ook het liefst gezien dat ik bij hem was gebleven en bij hem was komen werken. Maar dat wilde ik niet. Ik heb ruimte nodig, mijn eigen leven, een eigen plek.
Ik ben opgegroeid in Maceió in het noordoosten van Brazilië, een stad met 1,3 miljoen inwoners - klein, voor onze begrippen. Ik ben het middelste kind in ons gezin, ik heb een broer en een zus. Ook zij zijn eigenlijk altijd op dezelfde plek gebleven, zijn dezelfde dingen blijven doen. Ik wilde eropuit, naar de grote stad, dingen gaan ontdekken, fouten maken. Ik denk dat ik zestien jaar was toen ik naar Sao Paulo ging om te werken. Dat beviel me meteen.
Sinds twee jaar ben ik in Nederland, ik heb net mijn PDEng afgerond en werk inmiddels bij Thermo Fisher, voorheen FEI. Sindsdien ben ik ook niet meer in Brazilië geweest, maar ik probeer elke week even te bellen of appen met mijn vader. Hij wil nog steeds dat ik terugkom naar Brazilië, maar ik voel me thuis hier. Voorlopig wil ik hier niet weg.”
Wat heb je vandaag geleerd?
“Dat ‘tot straks’ iets anders is dan ‘tot ziens’. Ik nam vanmiddag afscheid van de begeleider op mijn werk en zei ‘tot straks’ - waarop mijn begeleider zei: ‘Ehh, ik weet niet of wij elkaar vandaag nog gaan zien hoor’. Nederlands is een moeilijke taal. Ik doe mijn best om het te leren, heb onder andere een cursus Nederlands gedaan aan de TU/e. Inmiddels ken ik de basiswoorden, maar als mensen om me heen Nederlands praten, vang ik misschien twee of drie woorden op die ik herken. Dus dat kan nog een heel stuk beter. Ik hoop binnen twee of drie jaar echt Nederlands te leren via mijn inburgeringscursus - nog zo’n moeilijk woord.”
Welk vooroordeel hebben mensen over jou?
“Dat ik kan voetballen, kan dansen en carnaval vier. Als kind heb ik wel gevoetbald op een veldje vlakbij mijn huis. Maar toen ik een keer hard tegen een berg stenen in plaats van de bal trapte en daarmee mijn voet bijna verbrijzelde, was het over. Dansen? Ik zou niet weten hoe. Ik heb, toen ik twaalf jaar of zo was, wel een poosje dansles gehad. Iederéén kon dansen, dus dat wilde ik ook proberen. Maar ik heb gewoon geen dansgenen. Als ik uitga, dan ga ik liever ergens eten met vrienden, wat kletsen.”
Over Soup & Stuff
Elke drie weken interviewen we een TU/e’er in de keuken; over eten, over wat hem of haar beweegt en bezighoudt, of wat er verder ter tafel komt. Ook deelt hij of zij zijn of haar favoriete soeprecept, dat in de week dat het interview verschijnt, te koop is in één of meerdere kantines van cateraar VITAM op onze campus. Alle interviews en recepten vind je hier.
Discussie