Sydney is één van de meest veelzijdige steden waar ik ooit ben geweest. Pak een bus naar het noorden en je kunt de Harbour Bridge en Sydney Opera House zien. Een bus naar het oosten brengt je tot het strand. Neem een bus naar het zuiden en je kan walvissen spotten van de klif en een trein naar het westen brengt je naar één van de grootste natuurparken in de wereld. Ook al ben ik hier al vijf maanden, het voelt alsof ik nog maar een fractie heb gezien.

Mijn stage bij het Centre for Quantum Computation and Communications Technology (CQCCT) aan de University of New South Wales gaat over het vinden van bepaalde atomen die uiteindelijk gebruikt kunnen worden voor efficiëntere quantumcomputers. Het meest Australische wat ik tijdens het werk heb meegemaakt was een Huntsmanspin in het lab vinden. We noemden hem Steve en hij is inmiddels weer in de natuur losgelaten.

Ze zeggen dat alles in Australië doodsgevaarlijk is. Meestal denken mensen dan aan spinnen, slangen, schorpioenen, krokodillen, haaien, kwallen, et cetera, et cetera. Het enige waar ik tot nu toe door ben aangevallen is echter een vogel. Tijdens “swooping season” maken de magpies hun nesten in bomen door heel de stad heen en zij doen alles om hun nesten te beschermen, inclusief iedereen aanvallen die volgens hen te dicht in de buurt komt. In de eerste dag van swooping season dit jaar had een magpie al de dood van een fietser veroorzaakt.

Het is relatief gezien erg goedkoop om in Sydney (en Australië) te duiken en ik maakte daar graag gebruik van om mijn duikbrevet te halen. Een paar maanden geleden gebruikte ik dat brevet om te duiken in de Great Barrier Reef en het was fantastisch. Overal waar je kijkt is koraal en het is allemaal bewoond door een enorm aantal verschillende vissen (waaronder natuurlijk Nemo’s en Dory’s) en andere dieren. Dat was in Queensland. Daar staan overal aan de kant van de weg borden die aangeven dat er krokodillen in het water zijn, die op zoek zijn naar jou als snack.