Decaan Emiel Hensen voor de entree van Helix. Foto | Bart van Overbeeke

CursorOnTour@ST | "Scheikundige Technologie staat er prima voor"

Decaan Emiel Hensen, zelf afgestudeerd en gepromoveerd aan de faculteit waar hij sinds 2016 leiding aan geeft, is zeer tevreden over de huidige stand van zaken bij Scheikundige Technologie. De instroomcijfers stijgen gestaag, de bachelor- en masteropleidingen worden hogelijk gewaardeerd, de faculteit herbergt diverse toponderzoekers, men is aangesloten bij grote landelijke onderzoeksprojecten en de contacten met het bedrijfsleven zijn prima.

Bij de ingrijpende reorganisatie die zijn voorganger Jaap Schouten zo’n zeven jaar geleden moest doorvoeren binnen de faculteit, wil Emiel Hensen niet te lang stilstaan; liever heeft hij het over het nu en de toekomst. Destijds moesten stevige beslissingen worden genomen: vakgroepen met goede beoordelingen voor hun onderzoek werden opgeheven, arbeidsplaatsen verdwenen en er werd gekozen voor twee nieuwe zwaartepunten, die beter aansloten bij het nationale Sectorplan Natuur- en Scheikunde.

Zeven jaar later zegt Hensen dat die periode succesvol is afgesloten en dat de getroffen wetenschappers uiteindelijk ook weer goed terecht zijn gekomen. “Maar de faculteit zat destijds financieel in zwaar weer, dus harde beslissingen waren onvermijdelijk.” Michiel Timmer, vice-directeur bedrijfsvoering, voegt eraan toe dat Scheikunde Technologie met haar labs en onderzoeksopstellingen ook een “kostbare operatie” is. Timmer: “Als dan geknepen wordt in de eerste-geldstroommiddelen, merkt een faculteit als de onze dat direct.” Het bestuur is dan ook blij met het nieuwe verdeelmodel van de TU/e, SAM 2.0, dat de faculteit veel meer slagkracht geeft op onderzoeksgebied.

Over het onderwijs is niet alleen het bestuur, maar ook de buitenwacht zeer tevreden. Bij visitaties, in de onderwijsspecial van Elsevier en in de Keuzegids doen zowel de bachelor- als de masteropleidingen het goed. In de onlangs verschenen Keuzegids Masters werd de masteropleiding wederom als de beste van Nederland aangemerkt. De faculteit laat zich echter ook al jaren internationaal de maat nemen, onder andere door de vakorganisatie IChemE. Bij de ingang van Helix hangt in de vorm van een plakkaat het bewijs dat ook die beoordeling goed is uitgevallen. “Internationaal opererende bedrijven als Shell en Dow verwachten ook dat we ons door dit soort instanties laten doorlichten”, zegt Hensen.

Infographic | Pascal Tieman
Digitalisering

En de faculteit wil meegaan in de nieuwste ontwikkelingen. “Digitalisering in de chemie is steeds meer een hot topic aan het worden”, aldus Hensen. “Belangrijk voor de industrie nu veel chemische processen steeds vaker op kleinere schaal worden uitgevoerd, wat resulteert in een enorme hoeveelheid data, die verwerkt moeten worden. Want op kleinere schaal produceren betekent minder materiaalverlies en minder energieverbruik."

"Maar het is ook belangrijk om processen binnen fabrieken straks goed te kunnen blijven reguleren als de toevoer van de energie die daarvoor nodig is, niet altijd continu wordt geleverd, omdat die komt uit duurzame bronnen, zoals wind en zon. Ook de nationale Sectorplannen zijn daar voor een groot deel op gericht. We zijn daarom bezig om dat als onderzoeksthema binnen de faculteit op te starten en daar ook binnen ons onderwijs aandacht aan te gaan besteden. Want dat is een van de sterke punten binnen deze faculteit; de hechte verwevenheid van onderzoek en onderwijs. We willen straks chemische ingenieurs afleveren met een duidelijke visie op duurzaamheid en energietransitie.”

Onze instroom heeft een 'gezonde' omvang, die goed te managen is en waar zeker geen numerus fixus voor nodig is

Emiel Hensen
Decaan Scheikundige Technologie

Wat is er wezenlijk veranderd sinds de tijd dat Hensen hier in 1989 zelf als eerstejaars in de collegebanken zat? “Toen was het nog echt chemische technologie wat de klok sloeg, een beetje hogeschool-achtig, erg lokaal georiënteerd en er werd maar weinig gepubliceerd. Dat is echt volledig veranderd. Nu zijn we zeker in Nederland, maar ik denk zelfs wereldwijd gezien, een unieke faculteit waar chemische technologie en chemie samenkomen, met sterke groepen op het gebied van chemische procestechnologie, katalyse, supramoleculaire chemie en polymeren. Daar lopen we ook internationaal mee voorop.”

Laurent Nelissen, directeur bedrijfsvoering, voegt daaraan toe dat de wetenschappelijke staf ook uiterst succesvol is qua earning power, het verwerven van financiële middelen. “We hebben onlangs berekend dat onze wetenschappelijke staf gemiddeld per persoon goed is voor het binnenhalen van zeshonderdduizend euro per jaar.”

Internationaal

Hensen wijst erop dat de sfeer de afgelopen jaren ook zeer internationaal is geworden. Vijfendertig procent van de studenteninstroom komt dit jaar op conto van internationals. Gemiddeld ligt de totale instroom op zo’n honderdtwintig eerstejaars, waar het in het verleden weleens op de helft zat. Hensen spreekt van een “gezonde” omvang die goed te managen is en waar zeker geen numerus fixus voor nodig is. “De verhouding docent-student ligt op 1 staat tot 15 à 16.” Een ideale verhouding en zelfs nog iets beter dan wat het College van Bestuur zegt na te streven voor de hele universiteit.

Infographic | Pascal Tieman

Hensen: “Op basis van matchingsgesprekken met studiekiezers slagen we erin zowel de goede Nederlandse studenten, maar zeker ook de goede internationale studenten in huis te halen. De uitvalcijfers zijn in het eerste jaar van de bachelor van veertig procent teruggebracht naar twintig procent. Binnen Helix lopen op dit moment zo’n 22 nationaliteiten rond. We houden ook goed in de gaten wat onze Nederlandse studenten vinden van die international classroom en van Engelstalig onderwijs. Ze vinden het een verrijkende ervaring en onze studievereniging Japie gaat daar ook goed in mee met het organiseren van allerlei activiteiten. Het bedrijfsleven wil ook graag dat die internationals, zowel de afgestudeerden als gepromoveerden, hier in de regio aan de slag gaan, en wij zien dat ze dat ook steeds meer doen.”

De gemiddelde studieduur van de master bij Scheikundige Technologie ligt nu op 27 maanden, iets waar Hensen ook trots op is. “We zien dus maar een minimale overschrijding van de nominale duur van 24 maanden.  Ik denk dat we het daarmee qua rendement heel mooi doen.”

Directeur bedrijfsvoering Laurent Nelissen wil nog even extra de aandacht vestigen op de STimuleringsbeurzen, die zijn faculteit jaarlijks verstrekt aan talentvolle nieuwkomers. Voor het zesde jaar al worden deze speciale beurzen, maximaal 25 stuks van elk 2.000 euro groot, uitgereikt aan studenten die op de middelbare school opvielen vanwege extra, niet-schoolgebonden bèta-activiteiten, maatschappelijke inzet en de originaliteit van hun profielwerkstuk.

Nelissen: “Ze zijn enorm succesvol, we betalen ze uit de middelen die we van spin-offs ontvangen voor het gebruik van onze labs, en het wordt echt als een eer gezien om er een te mogen ontvangen. Andere faculteiten zouden ook iets dergelijks op poten moeten zetten en ik heb begrepen dat men er aan de Universiteit van Amsterdam ook mee gaat beginnen.”

Zwaartekrachtprogramma’s

Het onderzoeksprogramma van Scheikundige Technologie sluit volgens Hensen goed aan bij de Nationale Onderzoeksagenda en bij de meer generieke probleemgebieden waar nationaal veel aandacht voor is, zoals energietransitie, circulaire economie en gezondheid. Binnen de TU/e haakt de faculteit aan bij twee van zes CRT’s (cross-disciplinary research themes): Smart Materials & Processes en Renewable Energy. Nelissen: “Emiel wil het niet hardop zeggen, maar mag ik dan toch opmerken dat onze faculteit daar echt het voortouw bij neemt. Bij de andere vier thema’s blijft het tot op heden bij mooie voornemens.”

Kersen op de taart zijn natuurlijk de twee Zwaartekrachtprogramma’s waarin Scheikundige Technologie al enige jaren participeert. Met de universiteiten van Utrecht en Twente werken de groepen Molecular Catalysis (van Hensen zelf), Chemical Reactor Engineering en Multi-phase Reactors samen in het Netherlands Centre for Multiscale Catalytic Energy Conversion, dat de overgang naar een duurzame energievoorziening moet ondersteunen. Daarnaast werken hoogleraar Bert Meijer en zijn collega’s van Molecular Science & Technology sinds 2012 met onderzoekers uit Groningen en Nijmegen aan het Zwaartekrachtprogramma Functionele Moleculaire Systemen.

Werving

Het werven van nieuw wetenschappelijk personeel probeert het bestuur zo flexibel mogelijk te benaderen. Hensen: “Het is moeilijk om nu al heel precies te kunnen inschatten welke richting het onderzoek de komende jaren opgaat, dus je hebt mensen nodig die kunnen meebewegen. We besteden ook extra aandacht en middelen aan het zoeken naar vrouwelijk talent. Daarbij staat excellentie wel voorop, vooraf vastgestelde quota’s werken niet. Onze eigen vrouwelijke wetenschappers, waar we er heel wat van hebben, zien daar ook niets in.”

Infographic | Pascal Tieman
Plan S

Een ander onderwerp dat sterk leeft binnen de faculteit, is de hevige weerstand tegen Plan S, het openbaar moeten publiceren van al het onderzoek en de bijbehorende onderzoeksgegevens. Eind februari ontstond daar tijdens een dialoogsessie met het College van Bestuur een heftige discussie over. Hensen: “Veel van de mensen hier binnen Helix denken dat daarmee veel verloren gaat en komen er tegen in het verweer.” Volgens Nelissen zijn scheikunde en natuurkunde ook juist twee disciplines waar veel belangrijke tijdschriften voor bestaan, waarvoor betaald moet worden om er in te kunnen publiceren en om ze te kunnen lezen. Dat is volgens hem een belangrijke reden dat er binnen Scheikundige Technologie zo heftig op gereageerd wordt. “Maar laten we eerlijk zijn, die 2,5 miljoen die we daar als TU/e op jaarbasis aan kwijt zijn, is op onze volledige begroting toch maar een zeer bescheiden bedrag. Maar daarvoor heb je wel toegang tot alle belangrijke kennisbronnen die je nodig hebt.”

Hensen: “Die bladen zijn voor onze onderzoekers ook van groot belangrijk om vooruit te komen in de wetenschappelijke wereld. Je kunt ze toch niet laten publiceren in de Donald Duck?” Hij verwacht dat er uiteindelijk een model uitrolt waar iedereen mee kan leven: uitgeverijen, subsidieverstrekkers en wetenschappelijke instellingen.

Maar deze discussie zal het mooie toekomstperspectief dat verder nog voor de faculteit in het verschiet ligt, zeker niet verduisteren. Daar is het voltallige faculteitsbestuur heilig van overtuigd.


Dit artikel maakt deel uit van de speciale reeks CursorOnTour@ST, met verslaggeving op locatie, dit keer vanuit de faculteit Scheikundige Technologie.

Deel dit artikel