- Mensen
- 18/09/2018
Al dertig jaar strak in de lak
Het kunstwerk ‘Objet Mathématique’ staat er weer picobello bij. Het is onder handen genomen door Ton Hoeks en Henk van Heeswijk. Die twee schilders lopen al meer dan dertig jaar op de campus rond en hebben behalve de metamorfoses van vele gebouwen ook een gedaanteverwisseling van de TU/e als geheel meegemaakt.
Objet Mathématique glanst en schittert als in de eerste dagen. Het hoorde bij het project ‘Le Poème Electronique’ dat kunstenaar Le Corbusier maakte voor het Philips-paviljoen bij de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Na veertig jaren opslag bij Philips Lighting kreeg het een plekje op het KOE-veld.
En sindsdien staat het in weer en wind. Dat vergt onderhoud. Afgelopen week werd het kunstwerk in drie dagen voorzichtig overgeschilderd met RAL 6000 (groen), 5003 (blauw), 3020 (rood), 1013 (geel) en een glimmend grijs. “De constructie was gaan roesten na beschadiging”, zegt Henk van Heeswijk (54). Hij en zijn maat Ton Hoeks (50) hebben deze klus nu al voor de derde keer gedaan. Het is een beetje lastig kruipwerk met al die stangen, maar Van Heeswijk noemt het “uitdagend en weer eens wat anders”.
Lees verder onder de foto.
Eentonig is hun werk trouwens nooit geweest. Behalve kunstwerken oververven, schilderden zij complete verdiepingen van Traverse, Laplace en waar al niet. Ze plaatsten glas, bedekten muren in MetaForum met posters van gele bloemen, hingen wegwijzers op en trokken gele strepen op plekken waar geen auto’s mogen parkeren. En schilderden de parkeervakken ook, sommige met een rolstoelsymbool uit de losse pols met witte verfkwast.
Huisschilders
“Als zestienjarig jochie kwam ik hier voor het eerst”, zegt Hoeks. “De TU/e voelt als thuis. Tot 2015, toen er een nieuwe Europese aanbesteding werd uitgezet, was onze baas Van Vonderen de huisschilder van de TU/e. In hoogtijdagen waren we met dertig schilders in de zomer en vijftien schilders in de winter aan het werk. Op het laatst konden we het met ons tweeën af. Bij renovaties van gebouwen is het schilderwerk inclusief, daar zijn wij niet bij betrokken.” Nu komen Van Heeswijk en Hoeks nog maar gemiddeld eens per maand op de campus.
En ze vinden het hier leuk! “Niet iedereen wil hier werken, we hebben genoeg collega’s die liever werken in de nieuwbouw. Daar zijn geen bewoners en gebruikers, lekker rustig”, zegt Hoeks. “Het belangrijkste hier is dat je rekening houdt met de studenten en het personeel. Zij moeten kunnen doorgaan met hun colleges en onderzoeken.” “Het werk is niet het mooiste, maar het omgaan met de mensen hier is het mooiste”, vult Van Heeswijk aan.
We hebben genoeg collega’s die liever zonder studenten om zich heen werken
Aanvullen kunnen ze elkaar met de ogen dicht. Ze werken langer dan 25 jaar als team en zien elkaar vaker dan hun eigen vrouw. Ze carpoolen ook nog vanuit Bergeijk, daar wonen ze slechts vijftig meter van elkaar af. Dat samenwerken vinden ze echt fijn. “Ton hoeft maar achterom te kijken of ik weet al wat ik hem moet aangeven. Sterker: dan heb ik het al in mijn hand”, zegt Van Heeswijk.
Geintjes
Hoe houden ze het leuk? “Humor. Ooit hebben we een stagiaire zó laten schrikken dat ie de benen nam naar het station en daar de trein naar zijn moeder.” Ze lachen opnieuw. Ander voorbeeld: “Traverse had eerder terracotta muren van zachte porusosteen. Die moesten wij wit schilderen en daar hadden de medewerkers zo hun mening over. Te ziekenhuisachtig, klinkt hol, enzovoort. Toen heb ik uitgelegd dat de witte muren tegen ongedierte beschermden en was alles oké.” Hoeks haalde daarbij een schilderij van een nog niet geschilderde wand en inderdaad kropen daar zilvervisjes weg. Probleem opgelost!
Ton hoeft maar achterom te kijken of ik weet al wat ik moet aangeven
De humor is wel minder geworden. “Alles moet sneller, er is geen tijd meer voor een lolletje.” Minder tijd misschien, maar meer mensen, vooral meer meisjes en internationale studenten. Hoeks: “Toen ik hier voor het eerst kwam was er grote afstand tussen wetenschappers en studenten. ‘Meneer de professor’ was een gangbare aanspreekvorm. Als iemand maar een radio zág, dan werd er al gebeld dat de radio uit moest. ”
Groene Loper
Een andere verandering is de bereikbaarheid van de gebouwen. “We kunnen niet meer overal komen met ons busje. Als we een werk in Gemini hebben is het een behoorlijk eind lopen met onze verfblikken”, klaagt Hoeks bij wijze van voorbeeld, maar hij klaagt niet echt. Een positieve verandering die hij heeft opgemerkt is dat de TU/e-gebouwen onderhoudsvriendelijker en duurzamer zijn geworden. Hoewel dat voor zijn professie misschien juist minder gunstig is.
Waar de schilders echt niet tegen kunnen? Als het in hun ogen niet mooi genoeg is. Als ze vanwege het budget maar de helft van een kozijn mogen schilderen. Of geen tweede laag mogen aanbrengen. Dan is het niet mooi “en daar kijken ze ons op aan”.
Onlangs hebben de gouden letters in Mens Agitat Molem, zichtbaar vanaf de Kennedylaan, ook weer een likje verf gekregen. Net als het spierwitte ‘Bolplastiek met zadel’ van Frans Peeters. Dat kunstwerk op de tweede verdieping in Auditorium was beschadigd, maar daar zie je na tussenkomst van Van Heeswijk en Hoeks niets meer van.
Discussie