- De universiteit , Onderwijs
- 12/09/2018
Discussie over numerus fixus loopt nog volop
Bij Bouwkunde en Werktuigbouwkunde zijn de bestuurders overtuigd van de noodzaak om komend collegejaar een numerus fixus in te voeren. Maar voor Innovation Sciences en Wiskunde ligt het allemaal gecompliceerder en is nader onderzoek en overleg nodig om te bepalen wat uiteindelijk het beste is. Decaan Johan Lukkien verwacht voor komend collegejaar nog geen cap voor Wiskunde. Op 1 oktober moet het College van Bestuur een definitieve beslissing nemen.
De aangekondigde numerus fixus voor Bouwkunde komt wellicht wat uit de lucht vallen. Door de bouwcrisis kende de opleiding in de afgelopen jaren qua instroom enkele magere jaren; zo kwamen er in 2016 slechts zo’n 100 à 110 eerstejaars naar Eindhoven. Alle reden dus om verheugd te zijn met de groei.
Maar volgens opleidingsdirecteur Jan van der Meulen is met het opkrabbelen van de markt ook de instroom bij zijn opleiding met een versneld tempo toegenomen. “Er circuleerde op een gegeven moment een scenario waarbij we dit jaar rekening moesten houden met 500 eerstejaars. Dan houd je je hart vast. Dat is gelukkig niet uitgekomen, maar het zijn er uiteindelijk toch nog zo’n 320 geworden. We hadden een noodscenario beschikbaar, waarbij we met 400 eerstejaars uit de voeten hadden gekund. Maar daar was veel kunst- en vliegwerk bij nodig geweest.“
Vooral het moeten opgeven van het gebouw Matrix, dat met een loopbrug direct is verbonden met het faculteitsgebouw Vertigo, zorgde enige jaren terug voor capaciteitsproblemen. Van der Meulen: “Matrix was zo’n beetje onze eigen speeltuin en verschafte ons enorm veel flexibiliteit. Dat zijn we kwijt en dat had direct een flinke impact op het gebruik van Vertigo.”
De ruim 320 eerstejaars die dit collegejaar instromen, zijn volgens de opleidingsdirecteur een recordaantal en vandaar ook dat een cap nodig is. Op korte termijn wordt vastgesteld hoeveel eerstejaars komend jaar nog kunnen instromen, aldus Van der Meulen. Wel zorgt het volgens hem voor scheefgroei in de studentenpopulatie bij zijn faculteit. “Door de magere instroom in de jaren van de crisis, stromen er straks minder studenten door naar de master. Daar zouden we er juist wat meer kunnen gebruiken.”
Engelstalige bachelor
Bij Werktuigbouwkunde is het instellen van de numerus fixus mede ingegeven door het feit dat de faculteit volgend jaar overstapt op een Engelstalige bachelor, zegt decaan Philip de Goey. Een limiet op de instroom moet dan voorkomen dat de opleiding wordt overlopen door buitenlandse studenten.
De Goey: “We zijn de afgelopen jaren al gegroeid van rond de 200 eerstejaars naar nu net onder de 300. De limiet komt op 330, dat kunnen we wel accommoderen, maar daarboven wordt het echt lastig. Ik hoop alleen niet dat we door het instellen van de numerus fixus komend jaar een stevige dip te verwerken krijgen - al is dat voor één jaar niet zo erg.”
Een grens aan de instroom moet er ook voor zorgen dat er voldoende begeleiding blijft voor alle studenten. “Die begeleiding is niet alleen nodig tijdens de periode dat de bachelors bezig zijn met hun eindproject en tijdens de masterfase, wanneer de begeleiding één-op-één is”, stelt De Goey. “In de bachelorfase hebben we namelijk ook veel OGO-projecten en die zorgen nu al voor veel druk op onze wetenschappelijke staf.”
Complicerende factoren
Bij Wiskunde is er het probleem dat een behoorlijk aantal studenten kiest voor het parallel volgen van twee majoren, waarvan Wiskunde er vaak één is, bijvoorbeeld in combinatie met Technische Natuurkunde. “Een numerus fixus op Wiskunde compliceert deze combinatie”, aldus rector Frank Baaijens, “en dus is er nadere studie nodig om precies uit te zoeken hoe hiermee om te gaan”.
Decaan Johan Lukkien sluit zich aan bij de uitleg van Baaijens en zegt dat vorige week binnen zijn faculteit onrust was ontstaan omdat collegevoorzitter Jan Mengelers tijdens de opening van het Academisch Jaar vertelde dat mogelijk ook voor Wiskunde een numerus fixus zou worden ingevoerd. Een interne mail is inmiddels rondgestuurd om die boodschap te nuanceren.
Lukkien: “Er ontstaan beperkingen wanneer een student zich wil inschrijven voor een dubbele bachelor en er één een numerus fixus heeft - en het wordt nog gecompliceerder als beide opleidigen dat hebben. Omdat het hier gaat om de betere studenten, willen we deze mogelijkheid - zonder inschrijfcomplicaties - behouden. Tevens is het niet ondenkbaar dat deze instroom als gevolg van een numerus fixus fors inzakt.”
Volgens Lukkien zit Wiskunde de laatste jaren rond de 100 inschrijvingen, “met een uitschieter van 117 eerstejaars in 2016 die we niet goed begrijpen. Dit jaar lijken we ook rond de 100 uit te komen, wat ook ons streven is.”
Lukkien zegt dat zijn faculteit op dit moment niet zoveel mogelijkheden heeft om de instroom bij te sturen, behalve met de hoogte van de cap. “Om bovengenoemde redenen denken we dat de cap fors hoger moet zijn dan 100 om een stabiele instroom te bewerkstellingen die rond dat aantal ligt, en waarmee we de effecten van een mogelijk inzakken kunnen opvangen. Daarnaast willen we in komend jaar zien of de dubbele propedeuses beter beschermd kunnen worden onder een numerus fixus. We zijn er, net als het College van Bestuur, van overtuigd dat we onze kwaliteit en onze mensen moeten beschermen tegen explosieve groei. Maar zoals we er nu voorstaan, zitten we nog behoorlijk ver af van wat wij zien als de cap.”
CROHO-positie
Bij Innovation Sciences is het probleem van een andere aard, aldus Baaijens. “We kunnen op dit moment helaas nog geen numerus fixus zetten op verschillende majors binnen één bacheloropleiding, want die heeft een exclusieve CROHO-positie. Binnen de opleiding Innovation Sciences zijn twee majors: Psychology & Technology en Sustainable Innovation, en bij de decentrale selectie kunnen we geen onderscheid maken tussen beide majoren.”
Het is met name de major Psychology & Technology, waar dit jaar zo'n 100 eerstejaars begonnen zijn, die qua instroom aan het maximum zit, legt opleidingsdirecteur Eric van der Geer-Rutten-Rijswijk uit. "Bij de major Sustainable Innovation bedraagt de instroom zo'n 60 eerstejaars en die willen we zeker niet lager hebben. Beide majoren zouden eigenlijk elk hun eigen CROHO-positie moeten krijgen. Maar om dat te bereiken, heb je minimaal een jaar nodig. De vraag is nu dus of je toch een numerus fixus invoert, waarbij je het risico loopt op een afschrikwekkend effect wat ten koste zou kunnen gaan van Sustainable Innovation, of dat je nog een jaar wacht en dan bij Psychology & Technology ruim over de gewenste limiet gaat."
De komende weken zal hierover nauw overlegd worden met het College van Bestuur, aldus Van der Geer-Rutten-Rijswijk, "want op 1 oktober moet duidelijk zijn of je wel of niet gaat communiceren dat jouw opleiding in het collegejaar 2019-2020 een numerus fixus krijgt".
Discussie