Wat leer je van de Dommeldoop?
Dit jaar staat de wip voor de vakwerkconstructiewedstrijd aan de andere kant van de oever van de Dommel dan de voorgaande decennia. Dat is een aanpassing vanwege de verandering van de loop van de Dommel. Maar wat als het ook daar niet meer zou mogen? Kan Werktuigbouwkunde zonder de Dommeldoop?
Zet aan de ene kant een team Werktuigbouwkundestudenten en aan de andere kant een grote bak met water. Die bak houdt het geheel, zo’n drie meter boven de Dommel, aanvankelijk in balans, maar omdat er water verdwijnt uit twee grote gaten, komt er steeds meer kracht te staan op de constructie. In 2015 brak het sterkste werkstuk pas bij vijfduizend newton.
Hoe sterker de vakwerkconstructie die de eerstejaars hebben gebouwd, hoe langer ze het droog houden - maar uiteindelijk worden alle studenten gedoopt.
Lees verder onder de foto's.
Dit feestje, want dat is het óók, bestaat al sinds docentenheugenis. Medewerker Onderwijs en Onderzoek Willie ter Elst schat het op zo’n vijftig jaar. Wij van Cursor vragen ons af waarom er al zo lang dezelfde ‘les’ wordt gegeven. Gaat het onderwijs bij Werktuigbouwkunde wel met z’n tijd mee?
Lees verder onder de video.
“Zeker wel, maar dit vak is een introductie op de Werktuigbouwkunde”, zegt Ter Elst. Hij vond een krantenartikel uit 1998 van het Eindhovens Dagblad over de wedstrijd. Toen was hij er al als medewerker bij betrokken, maar sinds 2003 was hij de wedstrijdorganisator van de vakwerkconstructie, zoals hij Introduction mechanical engineering and truss structures noemt. Dit jaar draagt hij dat stokje over aan collega Jaap de Hullu. Samen met de constructiewedstrijdcommissie van studievereniging Simon Stevin wordt de bijbehorende Dommeldoop georganiseerd.
“In de loop der jaren is de wip steeds meer verfraaid”, zeggen De Hullu en Ter Elst. “Het begon met een bouwwerk van steigerpijpen en bestaat nu uit een professioneler onderstel waarbij ook dempers zijn toegepast om een fiasco als in 2013 te voorkomen.” Wanneer de wip niet aan de Dommel staat, ligt ie in opslag in de kelders van Gemini Noord.
Lees verder onder de foto's.
De grootste aanpassing is de locatie van de wip als ie in gebruik is. In 2013 kreeg de Dommel door ingrijpen van het waterschap een meer natuurlijke loop en al meanderend heeft ze aan de zuidoever zand afgezet. “Dat werd te ondiep en daardoor gevaarlijk. We hebben het opgelost door de wip met I-balken drie meter richting water te verschuiven.” Maar daarmee is niet alles opgelost. Het probleem herhaalt zich. “Het water komt op de oorspronkelijke plek nauwelijks tot mijn knie”, zegt De Hullu. “Nu is de fundering voor de wip geheid op de noordkant, bij het sportcentrum.”
Grote krachten
Wat als Waterschap De Dommel de hele exercitie verbiedt omdat bijvoorbeeld het water vervuild is of er een beschermde kikker wordt ontdekt? “Dan moeten we op zoek naar een alternatief water”, zegt De Hullu onmiddellijk. “Misschien de Ijzeren Man of zelf een waterbak bouwen. Want het kan niet zo zijn dat deze opdracht verdwijnt. Het moet groots. De eerstejaars werken voor het eerst met staal en dat is geen klein werk. Je moet zien dat het ijzer doorbuigt als de berekening niet klopt.”
De leerdoelen zijn divers: samenwerken, staal bewerken, verbindingen met staal maken, schets maken, tekening maken. Kortom; inzicht krijgen in het vertalen van theorie naar praktijk. Ter Elst besluit: “Dit valt ook te leren met een werkstuk op tafelgrootte, maar dit kan bij geen enkele doelstelling tippen aan de huidige opzet. En we willen ook laten zien hoe leuk Werktuigbouwkunde is.”
Lang was de vakwerkconstructie een van de weinige momenten dat Werktuigbouwkundestudenten hun handen uit de mouwen moesten steken. Nu is er ieder kwartiel een OGO met praktische opdracht. In het eerste jaar bouwen ze ook nog een katapult, een pomp en een zonnecollectorsysteem.
Lees verder onder de foto's.
“Het hele vak dient ervoor Werktuigbouwkunde te leren kennen”
Thijs Verfuurden zit in de constructiewedstrijdcommisie van W.S.V. Simon Stevin om dit jaar de Dommeldoop te organiseren. De tweedejaars student heeft heel goede herinneringen aan de allereerste OGO die hij en zijn medestudenten voor hun kiezen kregen. “Het is eigenlijk een kennismaking met het vak Werktuigbouwkunde, dat je op de middelbare school nooit gehad had. Tegelijk leer je hoe OGO’s in elkaar steken. Je leert samenwerken en theorie toepassen. De opdrachtjes en sommetjes bij de zes bijbehorende colleges waren simpel, maar heel leuk. En iedereen keek naar de Dommeldoop uit. Toch wel een beetje spannend of wat je gebouwd hebt ook echt werkt. Je bent trots als het lukt.”
Discussie