Rector twijfelt aan nut trainingen genderbias bij cum laude
Misschien zouden vrouwen vaker cum laude promoveren als promotiecommissies trainingen krijgen tegen genderbias, overweegt Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven. TU/e-rector Frank Baaijens denkt niet dat dit gaat helpen. “Wat feitelijk nodig is, is dat iedereen zich bewust is van een mogelijke impliciete genderbias, dus ook wetenschappers.”
De minister reageert op Kamervragen van haar eigen partij (D66) over een artikel in NRC Handelsblad. Daarin staat dat mannen anderhalf tot ruim twee keer meer kans hebben om cum laude te promoveren dan vrouwen. Of de cijfers kloppen, kan Van Engelshoven niet bevestigen. Maar verontrustend vindt ze die wel, omdat een misgelopen cum laude vrouwelijke wetenschappers “mogelijk al direct op achterstand zet op de carrièreladder”.
De minister vermoedt dat genderbias de oorzaak is: vrouwen worden, al dan niet bewust, minder hoog aangeslagen. Daarom gaat ze met universiteitenvereniging VSNU in gesprek “over de positieve effecten die training kan bieden wat betreft impliciete associaties en genderbias voor promotiecommissies”.
Cum laude aan de TU/e
Tussen 2008 en 2017 promoveerden 2.145 personen aan de TU/e (553 vrouwen en 1.592 mannen). De doctorstitel werd cum laude gehaald door 127 personen (17 vrouwen en 110 mannen), dat is 6 procent. Dit geldt voor 3 procent van de vrouwen en 7 procent van de mannen.
Het judicium ‘cum laude’ wordt sinds 1999 toegekend aan promoties binnen de TU/e. Een commissie van negen hoogleraren - op dit moment allen mannen - geeft advies over het toekennen van deze toevoeging. Rector Frank Baaijens is voorzitter van dit gezelschap, dat één keer per jaar samenkomt om over algemene zaken en procedures rondom cum laude te spreken. Komende vrijdag staat deze bijeenkomst gepland en voor het eerst staat de gender-imbalans in het aantal cum laudes aan onze universiteit op de agenda.
Procedures
Baaijens benadrukt dat er een zorgvuldige procedure gevolgd wordt bij het aanvragen van een cum laude. “Van belang is daarbij dat de promotor geruime tijd voor de promotiedatum het initiatief neemt, dat de promotiecommissie het voorstel van de promotor moet delen, en dat vervolgens ook nog eens externe deskundigen om een oordeel wordt gevraagd. Verder wordt ieder voorstel ook door een lid van de commissie in detail bekeken en wordt het voorstel ter goedkeuring aan de hele commissie voorgelegd. Elk cum laude-voorstel wordt apart bekeken.”
Baaijens denkt niet dat het helpt om een promotiecommissie te trainen op impliciete genderbias. “Het initiatief ligt bij de promotor en de commissie kan alleen maar reageren op het voorstel van de promotor. Wat feitelijk nodig is, is dat iedereen zich bewust is van een mogelijke impliciete genderbias, dus ook wetenschappers."
De rector wijst op Athena's Angels, een initiatief van vier vrouwelijke hoogleraren die willen opkomen voor de belangen van vrouwen in de wetenschap. "Het is een structurele uitdaging, die op veel plaatsen binnen de wetenschap speelt. Dat vraagt om een structurele aandacht, en als daar effectieve en efficiënte hulpmiddelen bij zijn, dan wil ik dat graag met minister bespreken.”
Discussie