Marissa Damink op de Vragenbank – 2000 kilometer verderop
Het is weer eens wat anders, de Vragenbank op 2000 kilometer afstand. Maar ook vanuit het Finse Tampere kan Marissa Damink (23), master studente Human Technology Interaction, prima vragen beantwoorden en zijn er genoeg fotogenieke bankjes. De goede prestaties van de atlete werden vorige week beloond, toen ze werd uitgeroepen tot ‘Beste sportvrouw 2018’ bij het studentensportgala.
“Die prijs was de kers op de taart van een goed seizoen”, vertelt Marissa, die de afgelopen twee jaar uitstekende prestaties neerzette op háár onderdeel, de 800 meter. Afgelopen jaar en vorig jaar werd ze derde op het NK en enkele maanden geleden liep ze het Nederlands studentenrecord. En dat terwijl ze pas sinds 2014 aan atletiek doet. “Ik heb eerst gehockeyd, maar ben daar mee gestopt toen mijn knieschijf uit de kom was. Bij atletiek kun je gewoon rechtdoor, ik moet alleen oppassen in bochtjes.” Ze hoopt in de zomer mee te doen aan de Universiade. “Een ambitieus doel, dan moet ik nog twee seconden van mijn pr aflopen.”
De vragen uit onze hoge hoed trekken gaat moeilijk op afstand, maar de Cursorredactie heeft haar daar, zo eerlijk mogelijk, een handje bij geholpen. En zo leren we dat de vijfjarige Marissa Jan Smit als crush had en dat ze bungeejumpen niet eng zou vinden, maar dat lieveheersbeestjes haar wel de stuipen op het lijf jagen.
Van welke fout heb je het meest geleerd?
“Ik zie het niet als fout, maar ik heb veel geleerd van het overdoen van 6-VWO. Vooral over mezelf; ik ben zelfstandiger geworden en kon beter beslissingen nemen. Daarna was ik veel gemotiveerder om te gaan studeren aan de universiteit. Ik vat mijn fouten in het algemeen niet als fouten op en zie het als leermomenten. Ik train in Eindhoven bij Asterix en onze trainer, Ton van Hoesel, vindt het erg belangrijk dat we ook plezier hebben. Dat sluit prima aan bij hoe ik zelf in mijn sport sta.”
Je gaat back to basic, en mag één apparaat houden. Welk apparaat wordt dat?
“Dan ga ik toch, heel saai, voor mijn telefoon. Daar kun je alles mee; van Netflixen tot aan contact met iedereen houden. Ik gebruik mijn telefoon best vaak, maar ik zou wel zonder kunnen. Al zou het wel wennen zijn en ik zou ´em zeker missen. Het valt me op dat de Finnen minder vaak op hun telefoon zitten dan Nederlanders. Ze zijn bewuster met de natuur bezig, gaan veel meer naar buiten. Ik ben hier ook veel buiten, sowieso omdat ik dagelijks train, maar mijn telefoongebruik verandert er niet door. Ik heb een Asus, een minder bekend merk. Ik hecht daar niet zoveel waarde aan. De prijs/kwaliteitverhouding was goed en ik wilde een leuke camera.”
Wie was je eerste grote liefde?
(Lacht. Lacht nog een keer, harder.) “Dat was Jan Smit. Ik was een jaar of 5/6 en dan zette ik zijn cd op en ging ik meezingen en dansen op zijn liedjes. Verder dan dat ging het niet hoor, ik had geen dekbed of dat soort dingen. Ik houd nu helemaal niet meer van Nederlandstalige muziek.
Mijn eerste vriendje had ik op de middelbare school, in Roosendaal. Ik was 15. Of ik hem nog zie? Nee, eigenlijk niet meer.” Grappend: “Blijkbaar ben ik helemaal klaar met mijn eerste liefdes. Ik heb nu al bijna vier jaar een relatie met Koen van der Meijden. Hij komt in december naar Finland en dan gaan we samen naar Lapland.”
Geloof je in geluk of is alles een keuze?
“Het is volgens mij van allebei een beetje. Je moet geluk hebben met de dingen die op je pad komen, maar het hangt ook heel erg af van je eigen instelling. Je moet niet te hoge verwachtingen hebben, dan kan het ook niet te zwaar tegenvallen. Ik probeer niet al te hoge eisen te stellen. Wel in mijn sportprestaties, maar ik merk dat ik er soms een andere kijk op heb omdat ik het niet van jongsafaan heb gedaan. Ik weet al dat er meer is naast de sport, zoals studeren en met vrienden leuke dingen doen. Bij het hardlopen zit zeker ook een geluksfactor. Je wordt het liefst ingedeeld in een serie met mensen die precies even hard lopen. Daar valt weinig in te kiezen.”
Wat is je grootse angst?
“Ik ben bang voor lieveheersbeestjes. Ik weet ook niet waarom, ze doen niks. Sommige mensen zijn bang voor spinnen, ik heb dat dan bij andere kleine beestjes. Ik heb ze altijd al eng gevonden, en of het er nu eentje is of meerdere zijn maakt niets uit. Ik maak ze niet dood, dat vind ik zielig, maar als ze binnen zijn moeten ze wel het raam uit. En ja, daar moet iemand me dan bij helpen. Als ik in een grote groep ben en ik zie ze, dan probeer ik stiekem weg te lopen. De meeste mensen vinden het toch een beetje raar. In Finland heb ik ze nog niet gespot.
Ik ben in het algemeen niet bang uitgevallen. Ik zoek niet per se extreme activiteiten op, maar ik ben wel avontuurlijk ingesteld. Met een leuke vriendengroep van Nederlanders, Duitsers en Spanjaarden gaan we er hier ieder weekend op uit. We zijn in de bergen gaan klimmen, hebben gekanood en zijn in Rusland geweest. Ik zou ook eens best graag willen bungeejumpen.”
In onze rubriek de Vragenbank laten we studenten en medewerkers vijf kaartjes uit onze hoge hoed met vragen trekken. Eén vraag mag worden geruild. Het volgende interview verschijnt over drie weken.
Discussie