CvB verwacht dat instroom eerstejaars gelijk blijft
Rector Frank Baaijens verwacht dat de instroom van eerstejaars bachelors het komend collegejaar gelijk blijft aan die van dit jaar. In oktober 2017 waren dat er 2.293. Volgens Baaijens is dat voor het eerst na zeven jaar sterke groei. Bij de vier TU/e-opleidingen die dit jaar een decentrale selectie hebben uitgevoerd om hun instroom te beperken, zullen alleen bij Industrial Design vooraanmelders op basis van hun ranking niet worden toegelaten.
Het College van Bestuur heeft het conservatieve groeiscenario definitief vaarwel gezegd en gaat vanaf nu uit van het progressieve scenario. Oftewel, “een realistisch scenario”, liet vice-voorzitter Jo van Ham gisteren weten aan de leden van de universiteitsraad. Het betekent dat de omvang van de totale studentenpopulatie - bachelors en masters - oploopt tot zo’n 14.500 studenten in 2022. In het conservatieve scenario was men uitgegaan van 12.900 studenten.
Een maatregel om de groei te beperken, was het instellen van een numerus fixus voor het komend collegejaar bij vier TU/e-opleidingen. Bij drie van die vier opleidingen kunnen in september alle vooraanmelders die deelnamen aan de decentrale selectie terecht. De instroomplafonds die voor Technische Informatica (250), Biomedische Technologie (225) en Technische Bedrijfskunde (240) waren vastgesteld, zullen zelfs niet volledig bereikt worden. Alleen bij Industrial Design, waar het plafond ligt op 150 eerstejaars, zullen mensen op basis van hun ranking niet worden toegelaten. Maar daar stroomden dit collegejaar dan ook nog 232 eerstejaars in.
Verschuiving
In de Voorjaarsnota 2019, die vooruitloopt op de begroting van komend jaar en die gisteren werd besproken met de U-raad, staat voor elke opleiding het maximale aantal eerstejaars dat men zou willen laten instromen. Volgens Baaijens zullen die instroomplafonds er in de nabije toekomst mogelijk toe leiden dat voor nog meer opleidingen een numerus fixus wordt aangevraagd. Baaijens vertelde verder dat er sprake is van een verschuiving van de instroomcijfers tussen de opleidingen, maar dat de samenstelling van de totale instroom niet wezenlijk anders is dan de jaren daarvoor. “We zien bijvoorbeeld dat er gelukkig nog steeds veel vrouwen voor onze opleidingen kiezen.”
Baaijens ging ook in op de nationale discussie die is ontstaan omtrent de toename van buitenlandse studenten. Die zouden in toenemende mate de Nederlandse student verdringen uit de collegebanken, en dan met name bij opleidingen met een numerus fixus. Volgens Baaijens zou een verhoging van het instellingstarief van de TU/e voor studenten van buiten de Europese Unie een beperkend effect kunnen hebben op die instroom (ligt nu voor bachelors op 10.000 euro en voor masters op 15.000 euro). Maar volgens hem is het op dit moment wettelijk niet toegestaan internationale studenten te weren als ze aan de vereiste criteria voldoen. Baaijens is echter wel zeer benieuwd wat minister Ingrid van Engelshoven daar in juni over gaat zeggen wanneer ze haar visie geeft op de internationalisering van het onderwijs.
Discussie