Het onderwijs van de toekomst is al gestart bij MIT
Hoe houd je je studenten gemotiveerd? Niet alleen nu, maar ook in de toekomst? Een vraag die universiteiten wereldwijd bezighoudt. Bij het prestigieuze MIT zijn ze met een pilot gestart met een heel andere manier van onderwijs. Amitava Babi Mitra, directeur bij het instituut, vertelde er gisteren over tijdens een bijeenkomst in het Auditorium, waarbij verschillende medewerkers van de vier Nederlandse technische universiteiten zijn publiek waren. Lex Lemmens, dean van het Bachelor College aan de TU/e, ziet aanknopingspunten voor ons toekomstige onderwijs.
“Waar lig je ’s nachts wakker van?”, wil Amitava Babi Mitra van zijn publiek weten, dat vooral uit docenten en beleidsmedewerkers bestaat. Aarzelend volgen enkele reacties. Volgens Mitra, directeur New Engineering Education Transformation, moet het haast wel zijn dat je studenten niet meer komen opdagen en hun interesse verliezen in je vak. En dat is precies een van de redenen dat het pilotprogramma is opgetuigd. “We staan hoog in de rankings, we trekken genoeg studenten, dus daarom hoeven we het niet te doen”, vertelt de MIT-directeur. Het antwoord uit het publiek ‘omdat jullie het beste voor de student willen’, blijkt het schot in de roos te zijn.
“Vooral het eerste jaar is voor veel studenten een ramp. Ze raken verveeld en ze zien niet met welk doel ze iets moeten leren.” Met afbeeldingen van een vliegtuig en een drone laat hij zien hoe studenten vooral nog over de ‘oude’ machines leren en nog niet over de nieuwe. Het pilotproject dat is opgestart (“Ik noem het geen experiment, dat klinkt zo eng”) moet de studenten weer enthousiaster krijgen, uitval voorkomen en hen beter voorbereiden op de toekomst. De studenten, die het project kunnen inpassen in hun curriculum, leren onder meer hoe ze zelfstandig en kritisch moeten denken. Verder doen ze kennis op over nieuwe machines en gaan ze projectmatig en studieoverstijgend met bepaalde cases aan de slag. Daarbij kun je denken aan het maken van een robot vanaf scratch, illustreert Mitra. Tot nu toe zijn de ervaringen positief en zijn de studenten vooral enthousiast over het werken met anderen en de tijd die in hen wordt gestoken, volgens de directeur. Een grotere mate van flexibiliteit en meer projecten zijn voorstellen voor verbetering.
Na de MIT-directeur komen vertegenwoordigers van de verschillende Nederlandse technische universiteiten aan het woord over de onderwijsvisie aan hun instituut. Interdiscipliniar werken en digitalisering zijn de woorden die veelvuldig terugkomen. Lex Lemmens, dean van het Bachelor College, schetst de ambitie om in 2030 totaal nieuw onderwijs aan de TU/e te hebben. “En dat wordt een grotere verandering dan toen we naar het Bachelor College gingen”, voorziet hij. Volgens Lemmens moet het doel worden dat de engineers of the future hun talenten ontdekken en dat er meer met vraagstukken als ‘Hoe los je het klimaatprobleem op’ en ‘Hoe maak je de zorg goedkoper’ wordt gewerkt en minder binnen disciplines. “We hebben de stip op de horizon, maar die kan nog wat verschuiven. Door te experimenteren moeten we uiteindelijk bij die stip uitkomen.”
Lemmens is gecharmeerd van de aanpak van MIT en ziet daarin mogelijkheden voor de TU/e. “Het mooie aan de pilot is dat het zo gedurfd is en dat ze het binnen het bestaande programma hebben opgezet. Ik sta er van te kijken dat al elf procent van de MIT-studenten eraan meedoet. Wij kunnen elementen pakken waar we zelf goed in zijn. Denk aan onderwerpen op het gebied van fotonica. Mitra gaf ook een mooi voorbeeld met robots ontwikkelen, iets vergelijkbaars doen we hier eigenlijk al. “
Aan het eind van de bijeenkomst, die is georganiseerd door het 4TU Centre for Engineering Education, is nog wat tijd ingeruimd voor debat. Daaruit blijkt dat het niet gemakkelijk is om studenten bepaalde vaardigheden aan te leren en dat ook nog eens meetbaar te maken. Want hoe stimuleer je kritisch denken en hoe ga je na of studenten dat doen? Met food for thought verlaat iedereen de bijeenkomst.
Discussie