“Het leuke aan uitvinden is dat je soms alleen, maar veel vaker met meerdere mensen een eurekamoment hebt”, vertelt Aarts, die nog heel wat patenten in de pijplijn heeft. Zijn lijst met vindingen is lang. Wereldwijd gezien heeft hij er zevenhonderd staan; die zijn echter nog niet allemaal goedgekeurd en soms gaat het om hetzelfde patent in verschillende landen. “De medaille krijg ik voor honderd werkelijk verleende patenten; als het in één land verleend is en daarna nog in een ander land telt dat als één.” Het kan overigens jaren duren voor een ingediend patent wordt goedgekeurd.

Indrukwekkende uitvindingen

In die lijst staan uiteenlopende en vaak indrukwekkende vindingen, zoals de cd. “Mijn eerste, Amerikaanse, patent uit 1983 gaat over het zelf schrijven van cd’s. Ik ben in 1977 begonnen bij Philips en mijn focus lag in het begin vooral op de akoestiek - denk aan het verbeteren van luidsprekers. Tegenwoordig richt ik me vooral op medische toepassingen.” Zo zijn er octrooien verleend aan Aarts voor ‘Het meten van stress’, ‘Het meten van copd’ en ‘Het meten van snurken’.

Volgens Aarts, die sinds 2006 een dag per week aan de TU/e werkt, heeft de universiteit ook zeker voordeel van zijn vindingen. “Ik heb veel gepubliceerd in wetenschappelijke journals en mijn studenten dragen ook bij aan bepaalde uitvindingen. Het draait voor mij om de vier P’s: people, patents, papers en products.”

Bij het TU/e-Innovation Lab, dat octrooi-aanvragen voor de TU/e registreert, is nooit eerder het aantal van honderd verleende patenten voor een persoon gehaald. Tussen de tien en twintig patenten voor een persoon is al aan de hoge kant, weten ze bij het instituut. De octrooien van Aarts staan daar echter niet vermeld: al zijn patenten staan bij Philips geregistreerd. “Ik heb begrepen dat ik bij Philips drie voorgangers heb met tenminste honderd patenten op hun naam.” De hoogleraar krijgt de medaille over een paar weken uitgereikt, wanneer precies weet hij nog niet.

Foto | Angeline Swinkels