De meeste mensen om me heen zijn bezig met promoveren of hebben een postdocplaats. Iedereen is dus een stuk ouder, en de meeste mensen zijn al getrouwd. Je merkt wel dat deze mede-onderzoekers in een andere fase van hun leven zitten. Wel is de groep vrij actief. Ze spreken een paar keer per week af om buiten de universiteit om samen iets te doen, bijvoorbeeld samen darten, borrelen of een bordspel spelen. Op die manier leer je elkaar toch beter kennen, en omdat de meeste mensen niet oorspronkelijk uit Noorwegen komen krijg je ook nog wat mee van elkaars cultuur.

Buiten mijn contacten op de universiteit om, trek ik ook veel op met mijn huisgenoten. Ik woon in een appartement met twee Noorse studenten. Dit is erg fijn, omdat ik op deze manier het Bergse studentenleven mee krijg. Aangezien wij een vrij grote woonkamer hebben, komen er regelmatig vrienden van hen langs, waardoor er altijd wel iets te beleven is.

Ook zijn er in Bergen veel activiteiten voor studenten gepland. Men heeft hier “Det Akademiske Kvarter”, wat in mijn ogen een soort Noors equivalent is van het voormalige Gaslab (RIP), alleen dan een stuk groter. Elke week zijn hier culturele activiteiten, van concerten tot lezingen, en quizzen tot feesten. Helaas wordt er bij de lezingen vaak in het Noors gesproken, maar dat schijnen ze hier wel vaker te doen.

Al met al bevalt het hier goed, hoewel de verschillen soms wel verwarrend zijn. Zo mag er bijvoorbeeld op zaterdagavond na zes uur geen alcohol verkocht worden in een supermarkt, wat inhoudt dat een deel van de winkel wordt afgesloten met een rolhek. Erg verwarrend als je niet van deze wet op de hoogte bent. Gelukkig zijn de verschillen niet onoverkoombaar groot, en daarom denk ik dat ik me hier tot juli prima kan vermaken.