In het regeerakkoord is afgesproken dat er meer ruimte komt voor topsporters in het hoger onderwijs. “Die koppeling kan pittig zijn, omdat sportkalenders niet altijd te rijmen zijn met lesroosters”, staat in een nieuwsbericht dat het ministerie vrijdag rondstuurde.

De TU/e heeft jaren terug al een actieplan ondertekend dat flexibel onderwijs voor topsporters mogelijk moet maken. Topsportcoördinator Wim Koch: “Concreet is dat een afstemming tussen roosters van de colleges en tentamens en de trainingen en wedstrijden.”

Officieel kunnen universiteiten en hogescholen nu geen uitzondering maken voor topsporters in hun regelingen voor het bindend studieadvies. Dat kan eigenlijk alleen voor zwangere en zieke studenten, en voor studenten die bestuurswerk doen. Sommige onderwijsinstellingen hielden allang rekening met topsporters. Een kleine zoektocht op internet leidt naar de Universiteit Twente, Universiteit Utrecht en de TU Delft.

“Studenten met topsportstatus aan de TU/e kunnen hun BSA binnenhalen met 30 studiepunten, in plaats van 45", zegt Koch, die zelf een carrière als volleyballer combineerde met een studie aan de sporthogeschool in Tilburg. “Ik moest overal zelf achteraan”, herinnert hij zich.

Praktijk

Graag ziet hij dat iedere periode opnieuw bekeken wordt wat er nodig is voor een topsportende student. “Ik doe zelf de intake en na een inventarisatie van studie- en sportprogramma’s geef ik een advies aan studentendecaan en studieadviseur. Die laatste maakt in overleg met de student een programma op maat.”

De regels van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap volgen dus de praktijk. Minister Van Engelshoven haalt de ‘horden’ nu officieel weg. “Als onderwijsminister vind ik studeren uiteraard al topsport”, zegt ze. “Een studie koppelen met een topsportcarrière is natuurlijk helemaal een prestatie.”

Overigens hoeven universiteiten en hogescholen geen uitzondering te maken voor topsporters. Maar de onderwijsinstellingen die dat graag willen doen, hebben nu officieel toestemming van de minister.