“We worden toch geen R&D-afdeling van het bedrijfsleven?”
De tour met dialoogsessies waarmee het College van Bestuur deze maand over de campus trekt, is bijna voltooid. Vandaag troffen collegevoorzitter Jan Mengelers en rector Frank Baaijens in het IPO-gebouw een goed voorbereid publiek. De lounge zat vol medewerkers van voornamelijk de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences en zij stelden vraag na vraag.
Frank Baaijens opent met de hoogtepunten uit het document dat de vijftig-procentversie weergeeft van de zoektocht naar TU/e’s strategie voor 2030. Dat was misschien niet nodig, de aanwezigen hebben zich terdege voorbereid en het hele document gelezen en van vragen voorzien. Die vragen worden nu in thema’s besproken en door de rector zo goed als mogelijk beantwoord.
Anna Wieczorek, medewerker in de groep Technology, Innovation & Society (TIS), bijt het spits af en merkt op dat zij en meerdere collega’s geschrokken zijn van hoe het woord innovatie gebruikt is. Omdat nieuwe technologie technische én sociale aspecten kent, hoopt ze dat het College van Bestuur bij het schrijven van Strategie 2030 niet vergeet dat de TU/e social science in huis heeft. “Hoe kunnen we de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences laten helpen die visie te vormen?”
Krist Vaesen, medewerker Philosophy and Ethics, merkt op dat er veel nadruk ligt op samenwerking met de industrie. “We worden toch geen R&D-afdeling van bedrijven? Het is dan moeilijk om langetermijnonderzoek te kunnen doen.”
Andere problemen die door de aanwezigen worden aangedragen, gaan onder andere over de academische vorming van studenten en het gewenste profiel van het wetenschappelijk personeel. Frank Baaijens verzucht losjes dat het voelt als een dissertatie en zegt dat op nog niet alle vragen antwoorden te geven zijn.
Meer samenwerking
“Hebben wij de juiste mensen in de staf om tegemoet te komen aan de maatschappelijke uitdaging?” Baaijens antwoordt met een voorzichtig 'ja', en voegt toe dat de TU/e wel moet samenwerken met andere universiteiten en lokale ziekenhuizen. Het is de enige vraag waarbij Jan Mengelers uit zijn rol van toehoorder schiet. “Ik wil toevoegen dat we veel intensiever moeten samenwerken met partners zoals de Universiteit Utrecht. Het is niet meer realistisch om alles zelf in Eindhoven te doen.”
Een vraag die volgens Baaijens op iedere faculteit terugkomt, gaat over de keuzevrijheid van de studenten. “Kunnen onze studenten hun eigen leerpad maken dat past bij onze doelstellingen?” Baaijens peinst over een heel concreet voorbeeld dat hij zelf geeft: “Mag een student zijn calculusonderwijs ook op Cambridge volgen?” Wat hem betreft hoort bij dit soort keuzes heel goede coaching. Hij vraagt wat Lex Lemmens, de dean van het Bachelor College, ervan denkt. Lemmens: “Studenten moeten leren om verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leren, desnoods stap voor stap.” Baaijens voegt eraan toe: “Studenten vinden het echt moeilijk en wij moeten nog leren hoe we ze het kunnen leren.”
Ter afsluiting geeft collegevoorzitter Mengelers zoals gepland zijn observaties weer: “Ik vind het leuk om hier bij te zijn, ik vind het moeilijk om me buiten de discussie te houden, maar gelukkig heeft Frank dezelfde visie als ik. Over deze vijftig-procentversie hebben we driekwart jaar gedaan, de tweede helft zal sneller gaan. In juni ligt er als het goed is een compleet en leesbaar document.” Dat document zal dan bij de opening van het nieuwe academisch jaar worden gepresenteerd.
De laatste dialoogsessie in deze reeks vindt morgen, 28 februari, plaats in MetaForum in de Eurandom lounge op de vierde verdieping, van 12.15 tot 13.45 uur.
Discussie