- De universiteit
- 22/02/2018
TU/e gaat werkdruk gericht aanpakken
Een mogelijke verdere uitbreiding van het aantal numerus-fixusopleidingen, aannemen van extra personeel en trainingen voor leidinggevenden. Het is een greep uit de maatregelen die staan opgesomd in het Werkplan Werkdruk, dat het College van Bestuur deze ochtend presenteerde. De invoering van het plan strekt zich uit over heel 2018 en met de eerste maatregelen wil men snel van start gaan.
Werkdruk en werkstress staan al geruime tijd hoog op de agenda van het College van Bestuur en in samenspraak met de gezamenlijke vakbonden is een Plan van Aanpak opgesteld om die terug te dringen.
Gisteren in de Dialoogsessie over de koers van de TU/e richting 2030 kwam het onderwerp ook ter sprake. Vier opleidingen kennen voor het komend collegejaar al een studentenstop. Rector Frank Baaijens meldde dat inmiddels voor alle opleidingen de maximale instroomcijfers zijn bepaald en dat bij overschrijding daarvan de aanvraag voor een numerus fixus serieus wordt overwogen. “We weten dat het een controversieel onderwerp is, maar als we de door ons gewenste docent-student-ratio van 1:17 willen halen, sluiten we het zeker niet uit”, aldus Baaijens. “Want in tien jaar tijd is aan de TU/e het aantal studenten verdubbeld, maar onze wetenschappelijke staf (WP) is nagenoeg gelijk gebleven.”
Gerard Verhoogt, die namens de gezamenlijke vakbonden meewerkte aan het plan, is ervan overtuigd dat de voorgestelde maatregelen gaan helpen om de werkdruk te verlagen. Verhoogt zegt dat de bonden stevig, “maar constructief”, onderhandeld hebben om ook voor het ondersteunend personeel (OBP) aandacht te vragen. De afgelopen jaren benadrukte het CvB meermaals dat extra middelen vooral geïnvesteerd zouden worden in het onderwijs en het aanstellen van docenten. Verhoogt: “De groei van het aantal studenten drukt echter ook sterk op het OBP. Daar heeft men andere problemen dan bij het WP. Meer studenten betekent hier ook gewoon meer werk en men klaagt vaak over onduidelijkheid over wat er precies moet gebeuren. En vergeet niet de impact die de reorganisatie van de onderwijsondersteuning heeft gehad op een grote groep OBP’ers.”
Trainingen
De bonden zijn blij dat het plan er nu ligt en Verhoogt zegt dat men ook veel verwacht van de trainingen voor leidinggevenden. “Die trainingen zijn erop gericht om teams beter te laten functioneren. De leidinggevende moet open zijn over wat er van het team verwacht wordt, hij of zij moet meer overleggen binnen het team en ook nee durven te verkopen als een taak er echt niet meer bij kan. Want dat komt nu regelmatig voor: mensen nemen er extra taken bij, raken overbelast en zitten uiteindelijk met een burn-out thuis. De taken van die persoon moeten echter wel overgenomen worden en vervangers moeten worden ingewerkt. Dat kost ook weer tijd en resulteert in meer werkdruk.”
Research Support Network
Voor het verlagen van de werkdruk bij WP’ers is een belangrijke maatregel de ondersteuning die het Research Support Network gaat bieden bij het schrijven van projectvoorstellen. Andere maatregelen zijn de opwaardering van onderwijstaken en de verlaging van de administratieve werkdruk. Bij de Risico Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) van twee jaar terug werd als een belangrijke oorzaak van hoge werkdruk ook de combinatie van onderzoek en onderwijs genoemd. Daarbij ging het dan vooral om activiteiten die verband houden met de organisatie van het onderwijs. Het nieuwe WP-beleid van de TU/e is er op gericht om medewerkers in te zetten op datgene waar ze goed in zijn, uitgaande van de onderdelen onderwijs, onderzoek, valorisatie en organisatie. Volgens het plan zijn op dit gebied bij diverse faculteiten al initiatieven ontplooid. ‘Wat daarvan de vruchten zullen zijn, moet binnen enkele jaren blijken’, zo staat te lezen.
Collegelid Jo van Ham zegt dat er al de nodige maatregelen bestonden om werkdruk aan te pakken, “maar het ontbrak soms nog aan samenhang. Dit plan bundelt al die activiteiten, en er komen veel goede nieuwe initiatieven bij. We hebben er vertrouwen in dat de aanpak op maat gaat leiden tot een substantiële verbetering.” Verhoogt rekent erop dat bij een goede invoering van de maatregelen bij de eerstkomende RI&E een duidelijke verlaging van de werkdruk zichtbaar moet zijn.
Discussie