- Student
- 02/10/2017
Het nieuws komt niet helemaal als een verrassing. In de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting die Kences vorig jaar uitbracht stond dat het aantal uitwonende eerstejaars in 2015 was gehalveerd. In dat jaar werd het leenstelsel ingevoerd.Maar uit de steden zelf klonk verbazing. Die merkten weinig van de verandering. Zou dat grote verschil niet kunnen komen doordat het voor studenten minder noodzakelijk is om zich op hun nieuwe adres in te schrijven, opperde een medewerker van een Wageningse woningcorporatie. Eerstejaars studenten kregen namelijk geen beurs voor uitwonenden meer.Dat zou best kunnen, beaamt Kences en het nam deze overweging in het nieuwe onderzoek mee. Daarin werden gegevens gecombineerd van het CBS en DUO over eerste- en tweedejaars studenten vóór en na de invoering van het leenstelsel in 2015.Het klopt inderdaad dat eerstejaars studenten zich minder vaak inschrijven op hun nieuwe adres, stelt Kences, maar zelfs dan is er nog sprake van een daling met negen procentpunt onder uitwonenden. Dat scheelt maar twee procentpunt met de eerdere meting.Onder tweedejaars is dat verschil er niet. Blijkbaar schrijven veel studenten zich na verloop van tijd toch op het juiste adres in.Het onderwerp ligt politiek gevoelig. Het kabinet probeert al jaren om studenten uit de spits te weren. Als dat lukt, hoeft het ministerie de ov-bedrijven tweehonderd miljoen euro minder te betalen voor de ov-studentenkaart. Maar het is de vraag of dat lukt nu blijkt dat steeds meer studenten thuis blijven wonen en meer gebruikmaken van het openbaar vervoer.Een ander punt van zorg is dat studenten misschien wel een verkeerde studiekeuze maken als ze om financiële redenen niet op zichzelf kunnen wonen. Maar volgens het nieuwe onderzoek van Kences is dat niet het geval. Althans, niet vaker dan vroeger. Studenten kiezen toch al vaak voor opleidingen om de hoek en de gemiddelde afstand tot het ouderlijk huis is niet veranderd sinds de basisbeurs is afgeschaft. Universitaire bachelorstudenten wonen nog altijd vaker op kamers dan hbo’ers. Maar het zijn er volgens de monitor wel minder sinds de invoering van het leenstelsel: was in 2014-15 nog zo’n zestig procent van de universitaire studenten uitwonend, in 2016-17 was dit 44 procent. In het hbo daalde dit aandeel van 34 naar 24 procent.
Bij de masterstudenten heeft de invoering van het leenstelsel nauwelijks invloed gehad op de huisvesting: driekwart woont op zichzelf. Dat percentage is nauwelijks veranderd tussen 2013 en 2016.
Discussie