Seoraksan National Park, Dragon Ridge

En hoe is het in Daejeon?

Bijzonder, maar tegelijkertijd ook erg vertrouwd. Het campus leven op het Korean Advanced Institute of Science & Technology (KAIST) doet me veel denken aan de TU/e-campus, alleen woon ik er nu ook. In Korea wordt er weinig gefietst, maar gek genoeg ben je op de campus eerder een uitzondering als je niet op je racefiets of mountainbike rijdt. Wel is het opletten geblazen, want ze zijn hier zich niet erg bewust van verkeersregels.

Tijdens de colleges kun je de cultuurverschillen opvallend goed merken. De vakken worden vaak kleinschalig gegeven, en je wordt beloond voor interactie in de vorm van bonuspunten. Wanneer de professor een vraag stelt aan een Koreaanse student, volgt als reactie vaak een zacht gegiechel, een onzeker Engels antwoord of toch een reactie in het Koreaans. Ook al kunnen de Koreanen prima Engels schrijven, blijft het spreken achter doordat ze dit op school weinig hebben geoefend. Tegelijkertijd zijn de Koreaanse studenten erg bescheiden. Weten ze het antwoord op een vraag dan houden ze dat voor zich, omdat ze niet betweterig willen overkomen. Hebben ze een vraag, dan zullen ze die na de les vragen of mailen. Ze zijn bang om het college te verstoren of tijd in te nemen waarin de professor iets belangrijks had kunnen zeggen dat ze hierdoor zouden missen.

Doordat er weinig toeristen zijn in Korea, voelde ik mij meteen een inwoner van het land. De mensen zijn hier ontzettend vriendelijk, en willen je dan ook altijd graag helpen. Het is wel zo prettig om de basis te kennen van de Koreaanse taal, want dit maakt het reizen in Korea een stuk gemakkelijker. Ondanks de ontwikkelingen rondom Noord-Korea, heb ik me niet eerder zo veilig in Azië gevoeld als hier. De Koreanen maken zich er weinig druk om, waardoor de situatie gek genoeg langs ons heen lijkt te gaan.


Korea is een ontwikkeld land en het transport is dan ook erg goed geregeld. Tijdens de traditionele Koreaanse vakantie Chuseok ben ik met negen anderen langs de oostkust gereden met onze Hyundai Avante. Gelukkig voor ons was de navigatie ook te bedienen in het Engels waardoor we overal zonder teveel moeite konden komen. Onze tweede stop was Sokcho, wat gelegen ligt in het noorden en bekend staat om het nationale park Seoraksan. Hiken is een erg populaire sport onder de Koreanen, en het wordt hier dan ook erg serieus genomen. Waar wij met onze sneakers en korte broek de berg op lopen, vertrekken zij niet zonder wandelstokken, grove bergschoenen en bijpassende Northface outfit. Om ons succes te wensen, stopten ze ons vaak snoepjes of fruit toe. De oudere generatie kom je het vaakst tegen op de berg. Maar laat je niet misleiden door de leeftijd, ze halen je zo in!

Deel dit artikel