Special Diversity | De invloed van netwerken
Sociale netwerken zijn best belangrijk: zelfs de kennissen van relaties van je vrienden hebben namelijk nog invloed op je eigen leven. Universitair docent Gerrit Rooks doet hiernaar al meer dan twintig jaar onderzoek. Met een diverser netwerk krijg je meer gedaan, weet hij, en vrouwen netwerken anders dan mannen.
Je wordt meer beïnvloed door de mensen om je heen dan je zelf wellicht beseft. Bepaalde eigenschappen blijken zich bijvoorbeeld door sociale netwerken te verbreiden, vertelt Gerrit Rooks. “Dan moet je denken aan roken en zwaarlijvigheid, maar ook geluk en eenzaamheid. De kans dat je zelf last van overgewicht krijgt als zwaarlijvigheid voorkomt in je netwerk, kan oplopen tot tientallen procenten. En dat gaat door tot in de derde graad: dus contacten van contacten van contacten hebben nog een effect op je gedrag - hoewel die beïnvloeding met elke stap wel snel afneemt.”
Rooks, afgestudeerd als psycholoog en gepromoveerd als socioloog, doet ook onderzoek naar perceptie van netwerken: in hoeverre zijn mensen zich bewust van de onderlinge verhoudingen tussen mensen in hun netwerk, bijvoorbeeld. “In het algemeen kun je zeggen dat vrouwen daar meer inzicht in hebben dan mannen. Wat daarbij opvalt, is dat ze met name beïnvloedingsrelaties goed herkennen, terwijl men altijd denkt dat vrouwen juist goed zijn in het beoordelen van affectieve relaties - ofwel wie elkaar leuk vindt.”
Vrouwen netwerken anders dan mannen
Vrouwen netwerken sowieso gemiddeld anders dan mannen, vertelt de universitair docent uit de groep Human Technology Interaction. “Je ziet dat mannen zich makkelijker in groepen bewegen, terwijl vrouwen meer één-op-één relaties onderhouden, met alle wrijving die dat mogelijk met zich meebrengt. Dat zie ik ook terug bij mijn eigen zoon en dochter.”
Er zijn ook aanwijzingen, formuleert Rooks voorzichtig, dat vrouwen meer moeite hebben met ‘instrumenteel’ netwerken. Contacten leggen uit strategische carrièreoverwegingen, in plaats van met puur vriendschappelijke bedoelingen, wordt door veel mensen als ‘vies’ ervaren, legt hij uit. “Relaties moeten authentiek zijn, die mag je niet inzetten om ervan te profiteren - dat morele gevoel lijken vrouwen sterker te hebben dan mannen.” Dat is misschien ook wel een van de redenen - opgeteld bij het feit dat mensen zich van nature aangetrokken voelen tot mensen die op ze lijken - dat vrouwen slecht doordringen tot het ‘old boys network’. “Dat hoeft niet alleen kwade opzet te zijn vanuit die mannen.”
Netwerken in Oeganda
Niet alleen mannen en vrouwen verschillen in hoe ze omgaan met netwerken, ook de etnische achtergrond en woonomgeving doen ertoe. Rooks geeft al jaren regelmatig les aan een universiteit in Oeganda, en heeft daar ook veel onderzoek gedaan. “Je ziet daar vooral een groot contrast tussen netwerken in de hoofdstad, Kampala, en het platteland. In Kampala is het leven relatief westers, individualistisch en dynamisch, terwijl het platteland heel collectivistisch en traditioneel is. Ondernemers in de stad gebruiken hun netwerk min of meer zoals hier, maar op het platteland zou je zelfs kunnen zeggen dat de netwerken, in de praktijk de ‘extended family’, eerder een negatieve invloed hebben. Alle winst wordt namelijk geacht gedeeld te worden met iedereen uit die kring, waardoor er geen geld overblijft om in het bedrijf te investeren.”
Ook in Kampala zijn er wel verschillen met ‘westerse’ netwerken, maar die zijn voor een buitenstaander niet altijd direct duidelijk, aldus Rooks. “Pas na jaren werd me duidelijk dat ook aan de universiteit nog veel scheidslijnen tussen stammen lopen. De prinicipal van de universiteit is een Musoga uit Oost-Oeganda. Dat is in zijn personeelsbeleid te zien, hij omringt zich bij voorkeur met stamgenoten. Dat is vanuit zijn optiek verstandig, denk ik. De automatische loyaliteit van stamleden maakt het een stuk makkelijker om staande te blijven bij ‘couppogingen’. Een ander voorbeeld is een promovendus die ik begeleidde. Leden van een rivaliserende groep probeerden zijn promotie - tijdens de verdediging nog wel! - te blokkeren, terwijl zijn onderzoek gepubliceerd was in goede journals.”
Vanuit economisch oogpunt kun je beter over een zo divers mogelijk netwerk beschikken
Een netwerk als vriendenclub waarin iedereen dezelfde achtergrond en interesses heeft, is wellicht gezellig, maar vanuit economisch oogpunt kun je beter over een zo divers mogelijk netwerk beschikken, zodat het makkelijk is om bronnen van kennis aan te boren en ingangen te vinden bij uiteenlopende organisaties. De plek die je inneemt in een netwerk bepaalt mede hoe je in je werk functioneert, legt de expert uit. “Mensen die in zogeheten structurele gaten zitten - hier op de universiteit bijvoorbeeld tussen verschillende vakgroepen in - blijken het creatiefst te zijn. Die hebben toegang tot inzichten vanuit allerlei hoeken. Maar als je bijvoorbeeld een startup wilt beginnen, dan is het ook weer belangrijk om veel mensen om je heen te hebben met wie je een sterke band hebt en op wie je kunt bouwen.”
In zijn vakgebied zijn er feitelijk twee stromingen, legt hij uit: één die zegt dat je geen dubbelingen in je netwerk moet hebben - één persoon van de tennisclub en carnavalsvereniging is genoeg, net als één advocaat en één arts - terwijl de andere school juist de nadruk legt op cohesie: hoe goed kennen de mensen uit je netwerk elkaar, ben je ‘close’ genoeg om elkaar bijvoorbeeld strategische informatie toe te vertrouwen? “Je moet streven naar echte nabijheid, naar ‘strong ties’, stelt die stroming.”
Over die nabijheid, daar wil Rooks nog wel iets over kwijt. Die is volgens hem namelijk echt van belang, zowel binnen teams in organisaties als voor persoonlijk geluk. “Je ziet dat teams beter functioneren als er meer face-to-face-contact is. Alle digitale hulpmiddelen, zelfs videoconferences, lijken dus juist averechts te werken. We zijn sociale wezens en krijgen energie uit persoonlijk contact - je moet bij wijze van spreken dezelfde lucht kunnen inademen bij een overleg.” Ook in het privéleven geldt dat volgens hem. “Je kunt misschien wel makkelijk contact houden met je netwerk via sociale media, maar toch zien we steeds meer eenzaamheid, ook bij jongeren. Dat vind ik erg verontrustend. Blijkbaar kunnen we niet zonder dat persoonlijke contact.”
Bel de directeur van het bedrijf waar je zou willen werken
De socioloog doet niet alleen onderzoek naar netwerken, maar hij geeft ook trainingen en colleges over dit onderwerp. “In colleges gaf ik opdracht om een directeur te bellen van een bedrijf waar ze ooit wel zouden willen werken, om kennis te maken. Dat blijkt gewoon te lukken - die mensen vinden het leuk dat een student belangstelling voor hen toont.”
Volgens hem is het klassieke idee van netwerken, waarbij je je neus laat zien op zoveel mogelijk bijeenkomsten en iedereen een visitekaartje in handen drukt, ook lang niet altijd de beste manier. “Het moet wel bij je passen. Zelf ben ik een relatief introvert persoon en ik heb geen behoefte aan een heel groot netwerk. Dan kun je beter heel doelgericht netwerken en mensen benaderen aan wie je nu of in de toekomst iets denkt te hebben. Ik bel af en toe een buitenlandse collega op om te vragen of die misschien samen een artikel met mij wil schrijven. Zo heb ik een bescheiden internationaal netwerk opgebouwd dat bij mijn ambities past. Daar gaat het om.”
Dit artikel komt uit de Cursor-special over Diversiteit.
Discussie