Marwan, Arun en Jaap. Foto | Bart van Overbeeke

Special Diversiteit | Geloof in God, Allah en Mata Amritanandamayi Devi

Jaap Schouten gelooft in God, Marwan Mrait in Allah en Arun Babu aanbidt Mata Amritanandamayi Devi. De drie TU/e-studenten kenden elkaar van tevoren niet, maar hun achtergronden en religies bieden voldoende aanknopingspunten voor een interessant en geanimeerd gesprek.

Belangstellend, nieuwsgierig en soms met verbazing - bijvoorbeeld als Jaap en Marwan horen van Arun hoeveel goden het hindoeïsme kent (zo’n slordige 33 miljoen), luisteren de drie studenten naar elkaar hoe ze hun religie beleven. Die beleving zit hem voor alle drie niet alleen in de rituelen, zoals bidden, Diwali vieren of naar de moskee gaan, maar vooral ook in hun manier van leven en in de omgang met anderen. Zo staat voor Jaap, bachelorstudent Mechanical Engineering, het christendom symbool voor naastenliefde. “Behandel een ander zoals je zelf wilt worden behandeld. En houd van andere mensen.”

Als Jaap vertelt dat hij protestant is, wil Arun (bachelorstudent Electrical Engineering) weten wat het verschil is met een katholiek. Na zijn uitleg (‘protestanten kennen geen hiërarchische structuur en katholieken wel’) vult Marwan (masterstudent Industrial Engineering) spontaan aan dat ‘katholieken vooral in het zuiden wonen’. Jaap bidt dagelijks en leest elke dag een stuk uit de bijbel, discussieert geregeld met andere leden van christelijke studentenvereniging Ichthus en je vindt hem bijna elke week in de kerk.

Drie kwartier lang de 108 namen van je goeroe zingen

Ook bij de andere twee studenten zit hun geloofsbeleving in het dagelijkse leven verweven. Arun begint de dag om 06.30 uur met Integrated Amrita Meditation; een yoga-sessie van twintig minuten. Na het douchen ‘zingt’ hij drie kwartier de 108 namen van zijn goeroe, gevolgd door een Mahishasura Mardini stotram, een lofzang van de goddelijke moeder. Een paar keer per dag herhaalt hij mantra’s, meestal als dank voor een maaltijd. Op de vraag van Marwan of hij dan hardop zingt, antwoordt hij ontkennend. “Je ziet mijn mond wel bewegen, maar ik herhaal de woorden in mezelf.”

Het blijkt lastig om uit te leggen wat nu de kern van het hindoeïsme is, vooral omdat het zoveel varianten kent. Een hindoevereniging aan de TU/e wordt om die reden volgens Arun lastig. “Er zijn veel te veel verschillen. Vergelijk het met studenten die allemaal verschillende studies doen en de enige gemeenschappelijke factor is dat ze hier studeren. We hebben bepaalde regels, geschriften en gebruiken, maar die veranderen. Vorige week was het Diwali-feest, maar dat wordt in het noorden van India op een andere dag gevierd dan in het zuiden.”

Geen geloof? “Atheïsten missen wat”

Ook voor Marwan begint de dag op tijd; bij zonsopgang is zijn eerste gebed. Daarna volgen er later op de dag vier, van elk ongeveer twee minuten. Op de universiteit gaat hij daarvoor meestal naar de stilteruimte. Jaap wil weten of er dan altijd iemand in gebed voorgaat en dat blijkt zo te zijn. Marwan bezoekt een paar keer in de week de moskee en spreekt de leden van de pas opgerichte Islam-studentenvereniging Salaam. Rustig legt hij de andere twee studenten uit hoe vijf zuilen de basis vormen voor de islam. Daaronder zijn de gebeden, maar ook de pelgrimstocht naar Mekka, die elke moslim geacht wordt eens in zijn leven te ondernemen. Marwan maakt hem misschien volgend jaar.

Het geloof in ‘hun’ god is voor de drie studenten een bewuste keus. Jaap: “Als kind ging ik met mijn ouders mee naar de kerk, dan denk je er nog niet zo over na. Rond mijn zestiende heb ik grote twijfels gehad. Toch ben ik na die periode weer actief met mijn geloof aan de slag gegaan. Het voelt zo leeg zonder, het leven heeft dan zo weinig betekenis.” Marwan voelt meteen aan wat hij daarmee bedoelt. “Atheïsten missen wat. Geen geloof in het leven na de dood, geen spiritualiteit.”
Arun heeft de overtuiging dat ieder mens een zoektocht moet ondernemen naar en ook binnen een religie. “Je moet niet blind geloven omdat anderen dat doen. Dat zie ik veel te vaak binnen het hindoeïsme, en dat maakt me geen trotse hindoe.” Hij bewandelt zelf nu het pad om monnik te worden en daarin - op afstand - te worden begeleid door zijn goeroe.

“Je zou verwachten dat ik vragen krijg over wat er wereldwijd speelt met moslims”

De drie gelovige studenten krijgen geregeld vragen uit hun omgeving over hun geloof en soms is die belangstelling leuk, maar gaat het in hun ogen veel over details. Marwan: “Met wat er allemaal wereldwijd speelt met moslims, zou je verwachten dat ik daar allerlei vragen over krijgen. Misschien komt het doordat studenten met een ruimere blik kijken, maar dat is nooit gebeurd. Wel over allerlei andere zaken, die volgens mij totaal niet belangrijk zijn. Dan willen ze weten of ik de ramadan niet zwaar vind. En of ik ook geen water mag drinken overdag. Maar dat is het punt niet. Het gaat niet om die details, het gaat om de essentie van mijn religie. In plaats van te vragen ‘hoe’ kun je beter vragen ‘waarom’.

Arun is het daar volledig mee eens. “Dan willen ze weten of ik als hindoe geen rundvlees eet. Nee, eet ik niet. Maar ook andere dieren niet.” Arun beschrijft hoe hij wel eens heeft gezien dat er achter de rug om van een student honend werd gedaan over het feit dat die met de ramadan bezig was. Dat heeft Marwan nooit zo ervaren.
Arun begrijpt wel dat zijn waterfles, sleutelhanger en andere accessoires met afbeelding van een hindoe-godin veel vragen oproepen. “Het is goed om erover in gesprek te komen en alleen maar mooi om te zien dat tradities als Diwali en de Holi-run ook hier worden gevierd.”
Jaap vindt juist dat hij weinig vragen van medestudenten krijgt. “Op mijn middelbare school deden mijn medescholieren in de praktijk weinig met het geloof, terwijl het een christelijke school was. Daarin voelde ik me anders. Hier krijg ik nauwelijks vragen of opmerkingen en kan ik veel meer mezelf zijn.”

Toestemming van je goeroe als je iemand op het oog hebt

Waar ze elkaar tot dan toe goed begrijpen en rustig naar elkaar luisteren, blijken Jaap en Marwan niet op dezelfde lijn te zitten met Arun als het gaat om het kiezen van een partner. De christelijke en moslimstudent geven overduidelijk de voorkeur aan een partner met hetzelfde geloof. “Niet omdat het vanuit het geloof moet”, haast Jaap zich te zeggen. “Maar het is wel zo gemakkelijk. Je begrijpt elkaar beter, je hoeft je minder aan elkaar aan te passen.” Marwan: “Ook als je kinderen krijgt, is het belangrijk dat je dezelfde waarden en normen hebt. Dat je allebei op dezelfde manier bidt bijvoorbeeld en met je rechterhand eet. Het is niet fijn om over dat soort zaken onenigheid te hebben met je partner.” Arun ziet dat net anders. “Het zou voor mij niet uitmaken als mijn kind vijf keer per dag zou bidden net als jullie, zolang het maar een bewuste keuze is.” “Maar zit je dan niet met bepaalde grenzen binnen je geloof”, wil Marwan weten. “Wij kunnen als moslims niet over die grenzen heen.” Voor Arun speelt iets anders. “Ik moet eerst toestemming aan mijn goeroe vragen als ik iemand op het oog heb.”

De drie studenten zouden nog uren door kunnen praten over elkaars geloof en de verschillen en overeenkomsten, maar het is tijd om naar colleges te gaan en te studeren. Want moslim, christen of hindoe; in alle religies is kennis belangrijk.

Deel dit artikel