TU/e maakt stevige duikeling in Keuzegids
De kwaliteit van het onderwijs lijkt een deuk te hebben opgelopen aan de TU/e. In de nieuwe Keuzegids Universiteiten duikelt de Eindhovense universiteit van een derde plaats in de overall ranking van vorig jaar naar een zevende plek nu. "Niet fijn, maar wel begrijpelijk", zegt collegevoorzitter Jan Mengelers, "en reden te meer om nu door te pakken met het invoeren van numeri fixi voor onze opleidingen, want de sterke groei is er de oorzaak van".
"Loop over de campus en je ziet direct dat het overal stukken drukker is dan jaren daarvoor." Voor voorzitter Jan Mengelers is de oorzaak van de terugval in de Keuzegids duidelijk. "Een verdubbeling van het aantal studenten in zeven jaar maakt dat er zoveel spanning op het onderwijssysteem is komen te staan dat de gevolgen niet konden uitblijven. Een numerus fixus voor bijna al onze opleidingen moet zorgen dat we weer beheersing krijgen over de situatie."
De TU/e staat overigens niet alleen. Bij meer snel groeiende universiteiten vallen dit jaar klappen op de ranglijst van de Keuzegids. Neem de Universiteit Leiden, waar het aantal eerstejaars sinds 2010 met maar liefst veertig procent is toegenomen: Leidse bachelorstudenten hebben tegenwoordig minder waardering voor hun docenten, de begeleiding en de haalbaarheid van het studieprogramma.
Aan de eveneens flink uitdijende Erasmus Universiteit heerst onvrede over de faciliteiten, de ict en het gebrek aan studieplekken. De Rotterdamse universiteit is in twee jaar tijd het sterkst gedaald in de ranglijst: zij heeft nu de op één na laagste score en laat alleen de drukbevolkte Universiteit van Amsterdam achter zich.
Vernieuwing
De TU/e daalt op de ranglijst van plaats 3 naar 7. Klachten zijn er over de studeerbaarheid en faciliteiten. De samenstellers van de Keuzegids denken dat, naast de sterke groei, ook de universiteitsbrede vernieuwing van het onderwijsprogramma debet is aan de teruggang. Toch behalen ook nu nog drie opleidingen het predikaat ‘topopleiding’: Technische Wiskunde (een score van 80 op een schaal van 100), Scheikundige Technologie (78) en Technische Natuurkunde (76).
Bouwkunde (46) en Industrial Design (54) zijn de opleidingen die het slechtst scoren. Toetsing, docenten, begeleiding en wetenschappelijke vorming worden hier als zwak beoordeeld. Volgens rector Frank Baaijens heeft ID net een stevige verandering van het onderwijsprogramma achter de rug, "dus is het niet vreemd dat daar wat onrust over ontstaat. Het slecht presteren van Bouwkunde is voor ons een vraagstuk dat we nader gaan bestuderen".
De Universiteit Twente maakt juist een aanzienlijke sprong omhoog: daar groeit het aantal studenten minder extreem en dat lijkt zich te vertalen in een derde plek in de overall score. In de ranglijst van beste TU’s staat Twente (67) nu tweede achter Wageningen (76). Eindhoven (62,5) en Delft (57,5) volgen.
Wonder van Wageningen
Wageningen University is de enige universiteit die grote groei combineert met het behoud van kwaliteit. Al meer dan tien jaar eindigt de ‘groene’ universiteit met stip bovenaan. En dat terwijl de hoeveelheid eerstejaars er in tien jaar tijd is verdubbeld. De Keuzegids spreekt dan ook van ‘het wonder van Wageningen’.
Van de ‘brede, klassieke’ universiteiten - die studies uit uiteenlopende disciplines aanbieden - wordt de Rijksuniversiteit Groningen door de Keuzegids het hoogst gewaardeerd. De Universiteit Utrecht, door weekblad Elsevier in die categorie tot nummer één bestempeld, eindigt in de Keuzegids op de derde plaats.
Voor het eerst buigt de Keuzegids zich over de internationalisering en het Engelstalig onderwijs aan de universiteiten. Vooral bij de TU’s loopt het nog niet op rolletjes, is de conclusie. Met name het steenkolenengels van docenten valt studenten weleens rauw op het dak. Aan de TU/e en de Universiteit Twente krijgen docenten een 6,3 voor hun Engels. De collega’s in Maastricht, Groningen en Tilburg spreken de taal vloeiender: zij scoren bijna een vol punt hoger.
De Keuzegids Universiteiten verschijnt elk jaar om aankomende bachelorstudenten te helpen met hun studiekeuze. Zowel studentenoordelen, afkomstig uit de Nationale Studenten Enquête, de mening van deskundigen en cijfers over uitval en contacturen tellen mee.
Discussie