- Campus
- 09/11/2017
'Visie Bedrijfsvoering moet geen molensteen worden'
Hoe zorgen de ondersteunende diensten ervoor dat met een nagenoeg gelijkblijvend budget hun dienstverlening nog beter gaat aansluiten op de wensen van de wetenschappelijke staf? De Visie Bedrijfsvoering, waarvoor de universiteitsraad onlangs een positief advies afgaf en dat dinsdag werd besproken in de Dienstraad, gaat daarbij dienen als leidraad. Volgens collegelid Jo van Ham wordt het geen “alomvattende veranderagenda”.
“Er lopen aan onze universiteit WP’ers rond die vinden dat het OBP nog best gehalveerd zou kunnen worden”, zei Jo van Ham twee weken terug in de vergadering met de universiteitsraad. Hij haastte zich vervolgens om te verzekeren dat het College van Bestuur die mening niet is toegedaan, maar hij wil er maar mee zeggen hoe ver deze beide groepen soms uit elkaar staan.
Volgens Van Ham zijn de ondersteunende diensten op dit moment al uiterst lean and mean en de cijfers ondersteunen die bewering. Het OBP maakt aan de TU/e 34 procent van het totale personeelsbestand uit en de verhouding WP/OBP ligt op 1,87. Daarmee klopt de TU/e alle andere Nederlandse universiteiten ruimschoots.
Het is volgens het visiestuk dan ook niet de bedoeling om nog leaner en meaner te worden. Maar men wil wel door ‘benutting van beschikbare professionaliteit en eigentijdse voorzieningen en werkprocessen’ verbeteringen doorvoeren. De komende jaren is er voor het OBP nagenoeg geen extra budget beschikbaar, want vanwege de groei van de studentenaantallen moet extra geïnvesteerd worden in het onderwijs.
Leidende principes
In het stuk worden negen leidende principes en waarden genoemd die dat proces moeten gaan ondersteunen. Zo moet er door het OBP gezocht worden naar ‘een goede informele dialoog met het WP en studenten’ en over en weer moet er vertrouwen zijn in elkaars kennis, vaardigheden en commitment. Ook staat in het stuk dat geaccepteerd moet worden ‘dat op sommige zaken tachtig procent ook genoeg is’ en dat er binnen het OBP behoefte is aan hooggekwalificeerd personeel.
In de U-raad ging het positieve advies vergezeld van enkele aanbevelingen. Werkdruk voor zowel het OBP als WP zou voor 2018 als een specifiek actiepunt benoemd moeten worden en de focus zou van lean and mean naar lean and meaningfull verlegd moeten worden.
Daarmee bedoelt de U-raad dat er ruimte moet blijven om het OBP uit te breiden waar dat nodig is, maar ook de raad is van mening dat het OBP niet automatisch hoeft mee te groeien met een stijging van het WP. Voor de ‘borging van privacy en cyberveiligheid’ zou ook meer aandacht moeten komen. Van Ham merkte zelf nog op dat dit visiedocument “zeker geen molensteen moet worden”.
Werkvloer
Bij de bespreking van stuk dinsdag in de Dienstraad, die volgens DR-lid Erik Geelen geen formeel advies hoeft af te geven, werd de vraag gesteld of het niet teveel is geschreven in samenspraak met directeuren en managers, en of er niet meer inbreng vanaf de werkvloer mogelijk was geweest.
Volgens Geelen liet Van Ham weten dat er bij het opstellen van het document weliswaar geen mensen van de werkvloer zijn betrokken, maar dat behalve met directeuren ook overleg geweest is met managementteams waarin mensen zitten die direct contact hebben met de werkvloer. Uit het overleg zijn volgens het collegelid ook punten overgenomen, zoals bijvoorbeeld het streven naar een makkelijker contact tussen het OBP en de wetenschappelijke staf en bestuur, via kortere lijnen.
Bij de veronderstelling dat bij een gelijkblijvend personeelsbestand en een groei van de studentenaantallen door toepassing van moderne en gestandaardiseerde technische applicaties de dienstverlening op peil kan blijven, plaatste de Dienstraad dinsdag vraagtekens. Dit omwille van de haalbaarheid hiervan.
Geelen: ”Dit omdat bij de ondersteunende diensten de modernste technische hulpmiddelen veelal al worden gebruikt. Van Ham vertelde ons dat bij diensten waarbij dit echt nodig is, bijvoorbeeld Education and Student Affairs en ICT Services, wellicht toch het aannemen van extra personeel tot de mogelijkheden behoort.”
Ook het verminderen van de werkdruk staat bij de Dienstraad hoog op de agenda. Geelen: “Goede communicatie tussen medewerkers en leidinggevenden en op zijn tijd het geven van blijken van waardering voor goed werk, kan vaak al stressverminderend werken.”
Discussie