Symposium Team FAST over 'hydrozine'
Studententeam FAST houdt donderdag 11 mei in het Evoluon een symposium over mierenzuur, door de studenten gezien als de milieuvriendelijke brandstof van de toekomst. Het Formic Acid Symposium heeft als voornaamste doel om mierenzuur – of hydrozine, zoals Team FAST de brandstof noemt - te introduceren bij wetenschappers, bedrijven en overheden in aanloop naar de presentatie van een op mierenzuur rijdende bus, die gepland is voor 6 juli.
Er worden 250 tot 300 bezoekers verwacht in het Evoluon, vertelt Lucas van Cappellen van Team FAST. Een mooi aantal, vindt hij. “Vooral ook omdat de deelnemers afkomstig zijn uit allerlei verschillende sectoren, variërend van energieproductie tot automotive.” Dat is belangrijk, legt hij uit, aangezien het succes van mierenzuur als nieuwe brandstof afhankelijk is van een hele keten. Alleen aantonen dat de brandstof werkt, is niet voldoende: “Je moet het bijvoorbeeld ook kunnen produceren en distribueren via tankstations”.
Het team, gevormd door een dertigtal studenten van de TU/e en Fontys, gebruikt een recent aan de TU/e ontdekte chemische reactie om mierenzuur bliksemsnel te kunnen splitsen in waterstof en CO2. Met de waterstof kan vervolgens via een zogeheten brandstofcel een elektromotor worden aangedreven.
Die technologie bestaat al, maar heeft als nadeel dat waterstof normaal gesproken in grote tanks, onder hoge druk, moet worden vervoerd. Mierenzuur, dat vloeibaar is bij kamertemperatuur, is zodoende een makkelijk en goedkoop alternatief om waterstof op te slaan in voertuigen. Bovendien zou je volgens het team verder op een tank mierenzuur moeten kunnen rijden dan op een volle accu van de meeste elektrische auto’s.
Begin vorig jaar presenteerden de studenten als eerste stap een rijdend schaalmodel van één meter groot. Op 6 juli presenteren ze in samenwerking met fabrikant VDL een systeem dat een volledige bus kan voorzien van brandstof en als trailer achter een bus gezet kan worden.
Als het aan Team FAST ligt, spreken we in de toekomst overigens over hydrozine: de naam die ze zelf voor ‘mierenzuur als brandstof’ in gedachten hebben. “We merken namelijk dat de term mierenzuur vaak voor verwarring zorgt”, zegt Van Cappellen. “Mensen denken dat het uit mieren wordt gewonnen, of dat het een erg gevaarlijk zuur is, en dat is het niet. Bovendien denken we momenteel na over specifieke toevoegingen die de brandstof efficiënter kunnen maken en ervoor zorgen dat het minder snel bevriest. Dan zouden we het sowieso niet meer kunnen verkopen als mierenzuur.”
Mierenzuur bevriest namelijk al bij een temperatuur van acht graden Celsius. Hoewel een lager vriespunt gunstiger zou zijn, is dat volgens Van Cappellen een minder groot probleem dan het lijkt. Dat komt doordat ze de brandstof toepassen in een hybride systeem met batterijen, legt hij uit. “Die leveren de energie voor het opstarten en daarbij komt genoeg warmte vrij om de brandstof op temperatuur te krijgen.”
Sprekers op het symposium zijn onder anderen meer Richard van de Sanden (TU/e-hoogleraar en directeur DIFFER), Martijn de Graaf (Voltachem, werkt aan een reactor om mierenzuur te produceren), Ton Schouten (Hamer Nederland, bouwer van tankstations) en Menno Kleingeld (VDL ETS).
Discussie