'Kijk naar de TU/e door de ogen van je dochter'
Zet meer vrouwen in benoemingscommissies, besef dat diversiteit binnen een onderzoeksgroep goed is, en waardeer ook de wat meer vrouwelijke eigenschappen van wetenschappers. Dat zijn enkele tips van TU/e-hoogleraren om meer vrouwen in hoge wetenschappelijke posities te krijgen. Op 27 juni houdt de TU/e in De Zwarte Doos een evenement over genderdiversiteit.
Wat moet er veranderen om meer vrouwen in hoge wetenschappelijke posities te krijgen? Een vraag waar de TU/e mee worstelt. Een van de doelstellingen van het College van Bestuur is om het aantal vrouwelijke hoogleraren, universitair hoofddocenten en universitair docenten te vergroten. Om met medewerkers en studenten hierover het gesprek aan te gaan, heeft het Communicatie Expertise Centrum een programma gemaakt waarin Naomi Ellemers, hoogleraar organisatiepsychologie aan de Universiteit van Utrecht, een van de sprekers is.
Ter voorbereiding op de bijeenkomst is aan hoogleraren Kitty Nijmeijer, Bert Meijer, Wijnand IJsselsteijn en anderen gevraagd om 'door de ogen van hun dochters' naar de universiteit te kijken. Daarvan zijn filmpjes gemaakt die op 27 juni getoond worden. De drie genoemden hebben overigens geen dochters, behalve 'wetenschappelijke dochters', zoals Bert Meijer het stelt. Weinig dochters, wel veel ideeën, waarover tijdens de bijeenkomst zal worden gediscussieerd.
In een van de filmpjes geeft Meijer een concreet verschil tussen mannen en vrouwen in de vorm van co-auteurschap bij wetenschappelijke publicaties. “Er komen wel eens mensen op mijn kamer die vinden dat ze op de lijst van auteurs horen te staan. Er komen ook wel eens mensen die daar juist van af willen. De eerste categorie is bijna altijd een man, de tweede categorie is bijna altijd een vrouw.”
Meijer ziet hierin de druk die mannen voelen om een heel lange publicatielijst te hebben, terwijl vrouwen het volgens hem belangrijker vinden dat ze er alleen op staan als de kwaliteit goed is en ze er echt aan hebben bijgedragen. “Als een beoordelingscommissie voornamelijk uit mannen bestaat, dan worden die oorzaken niet gezien”, zo legt universitair hoofddocent Patricia Dankers het gevaar hiervan uit.
Wijnand IJsselsteijn wijst op verschillen in taalgebruik door mannen en vrouwen. “Vrouwen beschrijven zichzelf in termen als teamplayer en hardwerkend, terwijl mannen woorden als 'talent' en 'excellent' gebruiken. En in onze, op dit moment door mannen gedomineerde, organisatie komen die laatste termen ook voor in advertentieteksten en missie-omschrijving. De TU/e wil een excellente universiteit zijn. Ik heb niks tegen excellentie, maar bedenk wel waarin je excellent wilt zijn en hoe je overkomt.”
De bijeenkomst op 27 juni is van 10.30 tot 12.30 uur in De Zwarte Doos op het TU/e-terrein. Rector Frank Baaijens doet het openingswoord, Naomi Ellemers presenteert haar eigen onderzoeksresultaten en aansluitend is de discussie met hoogleraren en studenten onder leiding van presentatrice Isolde Hallensleben. Hoogleraren die hebben toegezegd aanwezig te zijn, zijn Kitty Nijmeijer, Bert Blocken, Wijnand IJsselsteijn, Paul van den Hof, Eva Demerouti en Yvonne de Kort.
Discussie