Windtunnel moet in oktober operationeel zijn
Aan de oostkant van het TU/e-terrein is begonnen met het bouwrijp maken van het terrein waar de windtunnel van de faculteit Bouwkunde komt te staan. Bert Blocken, hoogleraar Building Physics, hoopt er in oktober van dit jaar de eerste tests te kunnen uitvoeren. Met het binnenhalen van commerciële opdrachten kan nu ook begonnen worden.
De plannen voor een windtunnel op het TU/e-terrein bestaan al een tijdje. In eerste instantie zou die direct naast Vertigo, het onderkomen van de faculteit Bouwkunde, komen, maar die locatie werd al snel verplaatst naar de oostkant van terrein.
Nu, na tweeëneenhalf jaar, is de eerste spade de grond ingegaan. Hoogleraar Bert Blocken, initiatiefnemer en straks een belangrijk gebruiker van de zogeheten atmosferische grenslaagtunnel, hoopt er in oktober zijn eerste tests te kunnen uitvoeren. De oplevering van het gebouw is gepland voor juli, maar het inregelen van de installatie zal dan nog enige maanden in beslag nemen.
Blocken laat weten dat in deze windtunnel straks onderzoek kan worden uitgevoerd dat in de meeste andere windtunnels ter wereld niet mogelijk is. De tunnel krijgt een lengte van vijftig meter en daarmee kunnen de windstromen voor grote stukken aardoppervlak worden nagebootst. Windhinder, windbelasting en andere windeffecten zijn daarmee nauwkeurig te meten.
De kosten voor het gebouw waarin de installatie wordt ondergebracht, komen uit de centrale middelen, want volgens Blocken wil de universiteit eigenaar van het pand blijven. De windtunnel zelf en de bijbehorende meetapparatuur gaan ongeveer 1,4 miljoen euro kosten, een bedrag dat op het conto van de faculteit Bouwkunde komt.
Commerciële opdrachten van externe partijen moeten voor een belangrijk deel gaan bijdragen aan de exploitatiekosten. Blocken: “Over een aantal jaren moet de verdeling van eigen onderzoeksprojecten en projecten van buitenaf ongeveer fifty-fifty zijn. Dat is wel iets wat we nog moeten opbouwen en waar we nu pas echt werk van kunnen maken, nu we weten wanneer de windtunnel operationeel is.”
Blocken, die op dit moment 32 promovendi onder zijn hoede heeft, hoopt dat hij in oktober van dit jaar zelf de eerste tests kan gaan uitvoeren. Op commercieel vlak ziet hij vooral mogelijkheden op het gebied van bouwkundige projecten, binnen de maritieme sector en voor aerodynamisch onderzoek bij sportbeoefening. In het verleden maakte hij al naam met onderzoek naar de invloed van wind op wielrenners. Op dit moment ligt er ook onderzoek binnen de schaatswereld in het verschiet, aldus Blocken.
Discussie