Ook het internationale karakter werd geroemd. Vera Pijnenburg (Industrial Design): “Dat mijn studie Engelstalig was ingestoken, zag ik voor mijn cv als groot voordeel en bepaalde deels mijn keuze voor de TU/e.” Echte stadsspecifieke eigenschappen als het Stratumseind of de geringe afstand tussen binnenstad en campus werden minder genoemd als trekpleister.

Onderscheidend vond men wel de manier waarop het verenigingsleven in Eindhoven georganiseerd is. Zonder grote en haast onvermijdelijke corpsen, zoals je in veel andere steden ziet, maar juist op kleinschalige en versnipperde leest geschoeid. Hierdoor kun je als student je eigen route uitstippelen en via verschillende stations - op cultureel, sportief of studiegerelateerd gebied - aan je trekken komen.

Voor TU/e-alumnus Marc Hummelink (Biomedische Technologie) was die kleinschaligheid van grote waarde. “De lijnen met de beleidsmakers zijn hier kort. Je kunt hier bij wijze van spreken zo de kamer van de bestuursvoorzitter binnenlopen. Toestanden zoals op de UvA twee jaar terug zul je hier niet snel zien gebeuren.”

Verbeterpunten bleken er ook nog voldoende. De stad is rijk aan interessante uitvalsbases als Strijp-S en het NRE-terrein, maar de wegen ernaartoe zijn donker en onaantrekkelijk. Volgens student Reijn van den Burg (student Bouwkunde) zou de gemeente er goed aan doen die verbindingen met licht en horeca op te knappen: “Je zal zien dat ze dan veel populairder worden onder studenten.”

Met oud-TU/e-secretaris Harry Roumen en oud-wethouder Marriët Mittendorff werd nog even kort teruggeblikt op tien jaar Eindhoven Studentenstad. Roumen: “Het is ons in ieder geval gelukt om de student ook buiten de campus zichtbaarder te maken. De meeste Eindhovenaren weten wel wat de Dies Natale of het Tuna-festival zijn.” Scheidend voorzitter Theo Bemelmans sprak de hoop uit dat het zijn opvolgers lukt om een Internationale Week in de stad te organiseren, die expats en studenten van buiten het land in de schijnwerpers zet.