Vroeger behaalden studenten minder snel hun diploma. Van de lichting 2005 was slechts 53 procent binnen vier jaar klaar. De stijging is deels te verklaren door de invoering van de ‘harde knip’ in 2012, waarbij studenten pas aan een master mogen beginnen als ze hun bachelor hebben afgerond.

Ook andere maatregelen als meer begeleiding, meer contacturen en de invoering van het bindend studieadvies zorgden ervoor dat het studiesucces omhoogging, stelt universiteitenvereniging VSNU.

De VSNU kijkt alleen naar studenten die het eerste studiejaar al hebben overleefd: de herinschrijvers na één jaar. Om de vergelijking zuiver te houden, tellen alleen de studenten mee die van het vwo komen. Buitenlandse studenten en hbo’ers vallen erbuiten.

De uitval van eerstejaars is met zeven procent gelijk gebleven aan vorig jaar: sommigen gaan in het hbo studeren, terwijl drie procent het hoger onderwijs voorlopig vaarwel zegt. Nog eens vijftien procent switcht naar een andere opleiding of andere universiteit.

VSNU-voorzitter Karl Dittrich is blij met de cijfers. “Universiteiten werkten de afgelopen jaren hard aan een goede match tussen opleiding en student”, zegt hij. De zeventig procent noemt hij “een goede score”.