- Onderzoek , Student
- 20/07/2017
'Scheikunst' in chemielab
Soms raken wetenschap en kunst elkaar. Toevallig kwamen twee studenten van creatieve opleidingen de afgelopen maanden onafhankelijk van elkaar terecht bij het Laboratory of Materials and Interface Chemistry van TU/e-faculteit Scheikundige Technologie. Eva Leenen van het Sint-Joost in Breda om synthetische okertinten te maken en Giorgio Gasco van de Design Academy om kristallen te laten groeien van calciumcarbonaat.
Eva Leenen studeerde Ruimtelijk Ontwerp aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda. Voor haar afstudeerproject raakte ze geïnspireerd door een bezoek aan Antelope Canyon in Arizona, vertelt ze: “Ik vond de okertinten van het gesteente daar prachtig. Om de beleving die ik daar had op te roepen, en als het ware weer even terug te zijn op die plek, besloot ik om een stoffencollectie te maken met die kleuren.”
De natuurlijke okerkleur is in poedervorm te koop, zegt Leenen. “Ik heb pigmentpoeder uit Frankrijk gebruikt, gemaakt van gesteente van die kleur. Daar kun je textiel mee verven door het poeder op te lossen in water.” Maar de studente wilde meer: “Het leek mij leuk om ook een synthetische verfstof te maken, om het effect daarvan op verschillende materialen met de natuurlijke kleurstof te vergelijken. Toevallig kende ik scheikundehoogleraar Nico Sommerdijk en kon ik terecht in zijn lab.”
Een halfjaar lang kwam Leenen regelmatig naar Eindhoven om daar met ijzerchloride en calciumhydroxide te experimenteren om de juiste okertinten te maken voor haar textiel. Dat proces mondde uiteindelijk uit in een expositie die in de eerste week van juli op het St. Joost te bezichtigen was. De geverfde materialen – katoen, suèdine en papier - verwerkte ze hiervoor tot wandbekleding, voor het juiste effect van achteren belicht met led-panelen. “Ik heb veel positieve reacties gehad; ook mijn school waardeerde het dat ik kennis van buiten mijn vakgebied heb gebruikt voor mijn afstudeerexpositie.”
Gaudí en Archimedes
Onafhankelijk van Leenen startte ook de Italiaan Giorgio Gasco met een experiment in het scheikundelab. De student van de Design Academy haakte aan bij een belangrijk thema binnen de groep van Sommerdijk: biomineralisatie, het natuurlijke vormingsproces van botten, tanden en schelpen. In het lab dient dit proces als inspiratie voor het maken van allerhande nieuwe materialen met bijzondere eigenschappen.
Gasco liet zich op zijn beurt weer inspireren door Gaudí en Archimedes. De Catalaanse architect Antonio Gaudí gebruikte bij zijn ontwerpen – zoals die van de Sagrada Familia in Barcelona – stukken touw in zijn maquettes, om zo vormen te vinden waarin de krachten op een natuurlijke wijze in balans zijn. Daardoor had hij slechts een minimale hoeveelheid bouwmateriaal nodig voor zijn ontwerpen.
De student van de Design Academy verplaatste Gaudí’s methode van lucht naar water: door zware (zinkende) en lichte (drijvende) bolletjes te verbinden met stukjes touw en deze onder water hun natuurlijke positie te laten vinden, creëerde hij in een structuren die onderworpen zijn aan minimale spanningen. De volgende stap was het vastleggen van die vormen door mineralisatie. Daartoe stopte hij zijn creaties in een bekerglas met een oplossing van calciumchloride en plaatste die in een bak met ammoniumcarbonaat. Onder invloed van hieruit gevormde koolstofdioxide ontstaat op de bolletjes en touwtjes na verloop van tijd een laagje calciumcarbonaat.
Het idee van Gasco was dat de gevormde ruimtelijke structuur via mineralisatie wordt vastgelegd in een soort kalksteen. “Een heel leuk concept”, vindt Ingeborg Schreur van het Laboratory of Materials and Interface Chemistry. “Het principe werkt ook, alleen gaat het nog veel te langzaam. Je hebt eigenlijk een geavanceerdere opstelling nodig.” Wellicht komt die er nog. Hoewel Gasco zijn project voor de Design Academy inmiddels officieel heeft afgerond, is hij nog steeds bezig om zijn methode te perfectioneren.
Discussie