"De TU/e Innovation Space moet een bruisende plek worden waar studenten, studententeams, student-ondernemers en onderzoekers samenwerken in multidisciplinaire teams. Het doel is om met een wetenschappelijke benadering innovatieve oplossingen te bedenken voor hedendaagse vraagstukken. Die kunnen te maken hebben met engineering design, maar ook gericht zijn op ondernemerschap. Bedrijven en andere maatschappelijke organisaties nodigen we nadrukkelijk uit zich hierbij aan te sluiten.”

Isabelle Reymen, universitair hoofddocent Entrepreneurship and Technology, somt aan het begin van het interview kort de uitgangspunten op van de 'hotspot' waar ze over ruim een jaar leiding aan gaat geven. De belangrijkste reden voor dit initiatief, dat door het College van Bestuur is geïnitieerd, is de nadrukkelijke wens om een plek te hebben waar studenten aan de slag kunnen met hands-on activiteiten.

Reymen verduidelijkt: “Dat betekent niet alleen bezig zijn met de theorie, maar ook met uitvoering, samenwerken, en prototypes maken. Weg achter je bureau. Daarmee leiden we ingenieurs op met extra vaardigheden, die nu en in de toekomst sterk in trek zijn bij bedrijven.” Om die reden legt Reymen dit jaar al veel contacten met de grote spelers in de regio, zoals Philips, ASML en Océ, “maar zeker ook met bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf."

Het speelveld beperkt zich niet enkel tot de Brainportregio. Reymen: “Ook met het European Space Agency (ESA), gevestigd in Parijs, en het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) uit Noordwijk zijn al contacten gelegd voor toekomstige samenwerking. Daar zijn ze er zeer enthousiast over. Op dit moment loopt al een promovendus bij ons rond die onderzoek doet met ESA. Dat is niet puur technisch, maar op het gebied van innovatiemanagement.”

Prototypes

Het inspireren en faciliteren van bachelor- en masterstudenten en ontwerpers in opleiding en het ondersteunen van studenten in multidisciplinaire projecten, staat voorop. “Het is belangrijk dat die groepen prototypes maken en die uiteindelijk omzetten in tastbare producten en werkende diensten voor de maatschappij”, vertelt Reymen. “Het werk moet in Matrix zichtbaar zijn, zodat ze er onderling over praten. Onder meer de studententeams van Blue Jay (huisdrones), VirTue (bouwers van zelfvoorzienend huis) en Bright Lab (een living lab op het gebied van duurzame energie) krijgen er een plek."

De Innovation Space is straks ook een plek voor 'toevallige ontmoetingen'. "Die contacten kunnen bij wijze van spreken ontstaan bij de koffieautomaat", aldus Reymen, "maar we gaan ook een site opzetten, waarop iedereen kan zien waar alle groepen mee bezig zijn. Dat moet mensen aanzetten tot samenwerking. Daarnaast willen we lezingen en korte pitches organiseren, die mensen op ideeën moeten brengen.”

De Finse Aalto University heeft al bijna tien jaar een vergelijkbaar initiatief lopen, de Design Factory, en voor Reymen fungeert het als een goed voorbeeld voor de Eindhovense Innovation Space. Zelf is ze er nog niet geweest, maar een student heeft enige tijd terug ter plekke zeer veel informatie verzameld over de Finse aanpak en daar uitvoerig verslag van gedaan.

"Miguel Bruns, opleidingsdirecteur van Industrial Design en lid van ons opstartteam, is er al meerdere malen geweest”, zegt Reymen. "Hij heeft in 2015 tijdens een studiereis van de opleidingsdirecteuren naar Helsinski, zijn collega's weten te overtuigen om een bezoek te brengen aan de Design Factory. Het werd door hen allen als zeer inspirerend ervaren."

Mix

Naast de Design Factory, die vooral geleid wordt vanuit de universiteit, bestaat er aan de Aalto University de Startup Sauna, die voornamelijk door studenten wordt bestierd. Reymen: “Die twee organisaties opereren los van elkaar, maar wij gaan het mixen; reguliere studenten en studenten die bezig zijn met het opzetten van een bedrijfje, werken bij ons straks samen. Dat is een redelijk unieke aanpak. Zo blijft de link met het onderwijs sterk."

Reymen gaat onderzoeken of een deel van de basisvakken, bijvoorbeeld van het vak Engineering Design, is in te passen in het programma. "De Innovation Space stellen we dan beschikbaar aan een beperkte groep van zeer gemotiveerde studenten uit dat vak, maar het staat ook open voor projecten in een beperkt aantal USE-leerlijnen, en bijvoorbeeld voor multidisciplinaire bachelor eindprojecten. Ook de honorsstudenten willen we naar Matrix halen en daar faciliteren. Daarover ben ik al in gesprek met hoogleraar Paul Koenraad, die het honors program leidt.”

Experimenten

Wellicht nog het laatste kwartiel van dit collegejaar, maar zeker in de eerste twee kwartielen van het nieuwe studiejaar vinden er, vooruitlopend op de komst van de Innovation Space, verschillende experimenten plaats. Reymen: “We willen in het Gaslab aan de slag gaan met enkele teams en projecten. Dienst Huisvesting kijkt begin februari naar ons programma van eisen voor de inrichting van de TU/e Innovation Space en op basis daarvan gaat een architect aan de slag met een ontwerp.”

Studenten en staf moeten in het voorjaar van 2018 terecht kunnen in Matrix en Reymen bespreekt nog met het College van Bestuur welk budget daarvoor noodzakelijk is. “Daar is op dit moment nog geen definitief besluit over genomen. We gaan ook kijken of we extern middelen kunnen binnenhalen, bijvoorbeeld uit het bedrijfsleven of via de provincie.”

Het Equipment & Prototype Center (EPC), dat nu in het oude gebouw van TNO zit en daar eind 2017 uit moet, krijgt straks ook een plek in Matrix. “De studenten kunnen een beroep doen op de technici van het EPC, bijvoorbeeld bij de vervaardiging van prototypen”, zegt Reymen. “Studenten moeten op een veilige en verantwoorde manier leren omgaan met apparaten en daar kan vanuit het EPC toezicht op zijn.”

Donderdag 19 januari was de kick-off van het twintigkoppige team dat met de voorbereidingen aan de slag gaat. Reymen: “Voor de ene helft bestaat dat uit studenten en voor de andere helft zijn het medewerkers, waaronder opleidingsdirecteuren, maar ook mensen die kijken naar de communicatie, de veiligheid, de huisvesting, business development en de financiën. Deze hele groep heeft nu voor het eerst met elkaar kennis gemaakt.”