- Student
- 11/01/2017
Bijzondere bijbanen | Daan draagt kisten
Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken? Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben. Deze keer: Daan draagt kisten.
Je hoeft niet eens het verschil te weten tussen een pastoor en een dominee om te kunnen meewerken aan een mooie uitvaart. Dit geldt voor Daan Hommersom (20), die drager is bij Draagkracht, een uitzendbureau van uitvaartassistenten. Al twintig maal heeft de derdejaars Industrial Designstudent geholpen - vaak in Brabant, maar ook in Zeeland en België. “Wij staan er vooral voor de sier.”
Na een oproep trekt Daan zijn zwarte sokken, zwarte pantalon, een wit hemd en nette zwarte schoenen aan en gaat dan naar Draagkracht. Daar trekt hij na een kop koffie een dragersjas aan en eventueel handschoenen en een hoed. Hij knoopt er zelf zijn das (geleerd bij SSRE), hoewel hij ook kan kiezen voor “een voorgeknoopt ding, zoals de mensen van Thêta doen”. Zo rijdt hij dan met - meestal drie - collega-dragers in een aftandse Fiat Panda naar de plaats van de uitvaart.
Daar aangekomen wachten ze op de rouwwagen en brengen ze de doodskist van daar op een baar naar de ingang van de kerk, of ze doen dat op hun schouders. Daan is 1.76 meter, collega Johann Slabber (achteraan op de foto) is 21 centimeter langer. Toch geeft dat geen problemen. Ooit heeft Daan bij het schouderen met zes dragers de hele kist niet geraakt.
Het dragen van de kist is niet de enige taak. Ook deuren openen en sluiten, het klaarleggen van condoleanceregisters en pennen, muziek aan- of uitzetten, kaarsen aansteken, collecteren en bidprentjes uitdelen kunnen op de werkbon staan. Wat de familie wil. “En als de familie bij nader inzien dingen toch zelf wil doen, dan doen wij een stap opzij en staan stand-by.” Zodra de kist in het graf ligt, zit het werk voor de dragers erop.
Met “eerst een centje, dan een prentje” onthoudt de niet-christelijk opgevoede Daan de volgorde. En verder is het vaak dat links voorrang heeft. “Bij het wachten doen we de linkerhand over de rechter, bij het weglopen beginnen we met de linkervoet.” En alles doen ze met een uitdrukkingsloos gezicht. Daan, die zelf heel lacherig is en veel praat, heeft bij Draagkracht geleerd een professionele houding aan te nemen. “Ik zal niet meehuilen of lachen als er iets valt of zo. We moeten de situatie meester blijven.”
Met deze bijbaan verdient Daan een tientje per uur, maar ook dankbaarheid van het publiek. Hij zegt wel dat ze er “vooral voor de sier staan”, maar weet als geen ander hoe hun representatie gewaardeerd wordt. En daarnaast is het een goed gespreksonderwerp op feestjes. Na zijn “Ik begraaf mensen”-antwoord op de vraag wat hij doet, wordt het altijd leuk.
Discussie