Het ontwerp van Gijs Frieling (1966) beviel de Kunstcommissie omdat het direct inspeelt op de manier waarop in de wetenschap onderzoeksuitkomsten beeldend worden geïllustreerd. Frieling concentreerde zich daarbij in eerste instantie op de boekomslagen van wetenschappelijke publicaties. Een aantal daarvan gaat hij levensgroot schilderen op de muren van Atlas.

Bernard Colenbrander, hoogleraar Architectuurgeschiedenis en -theorie en voorzitter van de Kunstcommissie, is zowel gecharmeerd van de onderwerpkeuze als van de techniek die Frieling gaat toepassen. "Je mag het zien als esthetisch vormgegeven kritiek op het verdwijnende boek en het feit dat ook wetenschappers informatie steeds vaker alleen nog via het beeldscherm tot zich nemen. Dat hij de schilderingen ook daadwerkelijk op de muren in Atlas gaat aanbrengen is ook tamelijk uniek. Het wordt dus niet iets dat je even aan de muur hangt en er desgewenst weer vanaf kunt halen."

Overigens was hier wel wat nader overleg voor nodig met de architect van het gebouw, bekent Colenbrander. "Maar daar zijn we goed uit gekomen. Frieling zal de schilderingen overigens niet helemaal alleen gaan aanbrengen, hij wordt meer de regisseur van een collectief van kunstenaars die ieder hun eigen expertise hebben. Zo zit er bijvoorbeeld iemand in die erg goed is in letters. We moeten ook nog afspraken maken over de 'houdbaarheid' van de werken. Dat kan zo'n tien tot vijftien jaar zijn, denk ik."

Popart

Zo'n vijftien schilderingen zullen straks verspreid door het openbare deel van het hele gebouw gaan verschijnen en sluiten zo aan op de vraag van de Kunstcommissie naar een gefaseerd kunstwerk. Het werk heeft overeenkomsten met de popart van bijvoorbeeld een kunstenaar als Roy Lichtenstein. Die baseerde zich op strips, Frielings basis is de esthetiek van de wetenschap. Volgens Colenbrander zal het nog een flinke toer worden om voldoende geschikte plekken te vinden in Atlas om de schilderingen op aan te brengen.

Frieling zelf zegt het een zeer boeiende opdracht te vinden. "Het is ook een grote opdracht, want doorgaans maak ik zo'n drie schilderingen. Ik wilde iets maken dat als kunstwerk interessant is en dat toegankelijk is voor medewerkers en studenten omdat het aansluit bij de dingen waar zij mee bezig zijn. De covers, waar ik er inmiddels een boel van gezien heb, bieden door de jaren heen ook een mooi tijdsbeeld. Kennis mag je ook zien als een gebouw waar voortdurend weer nieuwe zaken aan worden toegevoegd. Dat doen die covers en publicaties ook."

Bij de keuze van de illustraties zal Frieling de komende tijd worden ondersteund door een kleine redactiecommissie vanuit de TU/e, die inmiddels werd aangezocht. Emeritus hoogleraar Harry Lintsen en hoogleraar Johan van Leeuwarden van Wiskunde & Informatica maken er deel van uit. De schilderingen zullen pas worden aangebracht nadat het gebouw eind 2018 in gebruik is genomen. 

Frieling kijkt al uit naar het moment waarop hij en zijn teamgenoten onder het toeziend oog van de nieuwe bewoners van Atlas aan de slag gaan. "Ongetwijfeld zullen dan vragen gesteld worden en dat is dé manier om voor je publiek een kunstwerk toegankelijk te maken."