Nog steeds scoort de Universiteit van Amsterdam het hoogst van alle Nederlandse universiteiten, al is ze wel twee plaatsen gezakt naar nummer 57. Delft volgt op plaats 62, twee treden hoger dan vorig jaar.

Behalve Delft klommen ook de Universiteit Twente (van nummer 188 naar 177) en Wageningen University (van 135 naar 119). Alle overige tien universiteiten daalden op de ranglijst, ook de TU/e. Vorig jaar maakte de universiteit nog een flinke sprong (van 147 naar 117). Tilburg University neemt dit jaar op nummer 330 de laatste plaats in.

De ranglijst is, net als in voorgaande jaren, voor veertig procent gebaseerd op de reputatie van instellingen onder duizenden wetenschappers. Ook de reputatie onder  werkgevers weegt mee, evenals de hoeveelheid studenten per docent, de citatiescores van onderzoekers en de hoeveelheid buitenlandse studenten en medewerkers.

Het is niet duidelijk waarom Nederland het ineens slechter doet dan voorgaande jaren. De makers van de ranking waren vanmorgen niet bereikbaar.

In de wetenschappelijke wereld klinkt vaak kritiek op de ranglijsten, alleen al doordat ze zo sterk leunen op reputatiescores: wat zeggen die nu eigenlijk? Ook sommige andere criteria lijken wat zacht. Zo kijkt QS hoeveel studenten er per docent aan een universiteit rondlopen, maar dat valt moeilijk vast te stellen: tellen promovendi wel of niet mee als docent, en hoe zit het met gasthoogleraren? Eindhoven en Wageningen scoren op dit criterium extreem hoog en Delft nogal laag: zal het werkelijk zoveel schelen?

Ooit werkte QS samen met het Britse tijdschrift Times Higher Education, maar in 2010 gingen ze ieder hun eigen weg. QS publiceert zijn ranglijst altijd net iets eerder dan Times Higher Education.

Net als voorgaande jaren staat het Massachusetts Institute of Technology (MIT) op de eerste plek. Stanford University heeft Harvard ingehaald en staat nu op de tweede plek.