TU/e zet studentenstop op vier opleidingen
De TU/e gaat voor vier bacheloropleidingen de invoering van decentrale selectie voorbereiden vanaf het collegejaar 2018-2019. Het gaat om Industrial Design, Biomedische Technologie, Technische Bedrijfskunde en Technische Informatica. Dit om de hoge kwaliteit van het onderwijs te kunnen blijven garanderen en beheerst te kunnen blijven groeien, aldus de universiteit.
Door het stellen van bovengrenzen qua studenteninstroom voor vier bacheloropleidingen zegt het bestuur van de TU/e dat daarmee 'een goede verhouding gewaarborgd blijft tussen de hoeveelheid studenten en wetenschappelijke staf en dat daarmee ook de nodige verwevenheid in stand blijft tussen onderzoek en onderwijs'.
De TU/e groeit harder dan gepland. Het in 2011 gestelde groeidoel voor 2020, van circa 7.500 naar 11.000 studenten, is al bijna gehaald. Volgens vicevoorzitter Jo van Ham is het de verwachting dat het uiteindelijke aantal uitkomt tussen de 12.000 à 13.000 studenten. "Door die sterk groeiende instroom van eerstejaars gaat een te groot deel van onze financiële middelen naar het onderwijs. De groei van onze middelen voor onderzoek zijn intussen echter niet gestegen en daarmee dreigde een kaalslag onder ons onderzoek", aldus Van Ham.
Industrial Design, Biomedische Technologie (inclusief de variant Medische Wetenschappen en Technologie), Technische Bedrijfskunde en Technische Informatica (met twee varianten: Software Science en Web Science) zijn de opleidingen waarvoor nu een decentrale selectie wordt voorbereid.
De afgelopen tijd kwamen er protesten uit het bedrijfsleven tegen het invoeren van studentenstops voor technische opleidingen. Daar vond men het onverantwoord en verweet men de TU's te weinig gedaan te hebben om de groei op te vangen. In eerste instantie vond ook onderwijsminister Jet Bussemaker dat de TU's niet verrast konden zijn door de stijgende instroom, maar vorige week liet ze de Tweede Kamer weten toch begrip te hebben voor de afwegingen van de TU's.
“We willen gehoor geven aan de roep om meer ingenieurs, en we gaan ook tot het uiterste om dit voor elkaar te krijgen”, licht TU/e-rector Frank Baaijens de beslissing toe. “Kleinschalig onderwijs met intensief contact tussen docent en student zijn wat ons betreft echter absoluut noodzakelijk voor het opleiden van de ingenieurs die maatschappij en bedrijfsleven nodig hebben. Bij sommige opleidingen dreigt het aantal studenten per wetenschapper te groot te worden en daarom voeren we daar bovengrenzen in."
Volgens Baaijens wordt dit onderwerp ook besproken met het bedrijfsleven in de Brainport-regio. "Eventuele extra groei opvangen met extra wetenschappelijke staf is niet eenvoudig. De financiering vanuit de overheid blijft achter bij de groei van de studentenaantallen.”
Het instellen van decentrale selectie is een flinke operatie. De TU/e gaat gedurende de voorbereidingstijd de ontwikkeling in het aantal studenten monitoren. De instroombegrenzing zal alleen worden ingevoerd indien echt nodig en niet eerder dan voor het collegejaar 2018-2019.
Omdat de groeidoelstellingen voor 2020 al zijn behaald, en de groei voorlopig door lijkt te gaan, is de TU/e momenteel bezig met een actualisatie van haar strategie. Enkele uitgangspunten daarbij zijn excellentie, de kleinschaligheid van het onderwijs, de verwevenheid en kwaliteit van onderzoek en onderwijs, en dat de universiteit zo veel mogelijk wil investeren in mensen, en niet in stenen.
Bron: Persteam TU/e
In Cursor 4, die donderdag 20 oktober verschijnt, staat een uitgebreid artikel over de werkdruk aan de TU/e en de plannen om deze te ondervangen.
Discussie